Als deze erfgenamen zich niet aan haar wensen houden, dan gaat de erfenis naar de katholieke Armen van Ravenstein. De huisraad en kleding moet openbaar worden verkocht. Van de opbrengst moeten de schulden en legaten worden betaald. Twee obligaties ter waarde van 1500 gulden, staande ten laste van Arnold van Venraij en zijn vrouw Joanna de Kemp, moeten na haar dood worden opgezegd. De opbrengst gaat voor de helft naar haar broer Gerard de Voss en voor de andere helft naar de kinderen van Arnold van Venraij, voorbehoudens het genoemde vruchtgebruik van hun moeder. De erfgenamen mogen geen spullen verdelen, maar alleen de opbrengst van de verkoop.