Archieven

998 Hanrick soene wylen Dircx van Bel heeft als deel van een ruil opgedragen en overgegeven aan Jannen soen wylen Claeus sVriesen 'een huys, hostat ende hoff' met toebehoren, gelegen in Veghel aent Bueckelair in die Heze, e.z.: het goed van h(eer) Gerits die Vrieze soene wylen Jans, nu Thonis Aert Smeetssoen; a.z.: het goed van voornoemde Jans Claeussoen; e.e.: het goed van Aelberts van Berkel; a.e.: 'die gemeynt'. Voornoemde Hanrick soene wylen Dircx had dit goed door opdracht verkregen van Aerden soene wylen Aerts die Vrieze. Het goed is belast met jaarlijks: - een erfcijns van 3 Bossche ponden payment aan 'den armen bagynen Ten Bosch'; - een erfcijns van 2 Bossche ponden payment aan de Tafel van de Heilige Geest te Erpe; - een erfcijns van 1 Bossche pond payment aan 'der kercken, vicarien ende costerien van Vechel'; - een erfcijns van 6 Bossche ponden payment aan Peteren Lambert Thonissoen; - een erfcijns van 1 ½ Carolus gulden aan Hanrick Heymanssoen; - een erfcijns van 1 Bossche ponden payment aan de erfgenamen van Joest Peter Bloemertssoen; - een erfpacht van 15 'loepen' rogge, veghelse maat, waarvan 12 'loepen' betaald moet worden aan Heylwigh we(duw) wylen Danelt Smollers voor zolang zij leeft en na haar dood mag men deze erfcijns aflossen; de 3 'loepen' mag men altijd aflossen; - Jan Claeussoen moet een deel van de landweer onderhouden. Getuigen: Dries van Horck en Jan Hanricx, schepenen. Bijschrift onder deze akte: Aert Hanricxs en Hanrick Driessen. Bijschrift op los inlegvel op fol. 375: Jan soene wyle Claeus Vriessen belooft deze lasten te betalen, zodat deze niet meer ten laste komen van Hanricken Dircxs en zijn nakomelingen.