

De verkopers Jan en Hanrick, en de koper Willem hebben ten overstaan van schepenen afgerekend.
- Jan Jan Maessen was 77 gulden schuldig aan Jan Joerden Janssoon, vanwege Walraven broer van Jan Jan Maessen, wezende Walravens deel van voornoemd goed, dat hij aan voornoemde Jan opgedragen heeft met een rente van 4 1/2 %.
- Ook had Jan Jan Maessen uit dit goed een erfcijns van 6 gulden verkocht aan Claeussen die Lew soone wylen Hanricx die Lew.
- Ook was Jan Jan Maessen 25 gulden schuldig aan 'die vorsterie van Vechel', die Jan Joerdens als borch moest betalen.
- Ook had Jan Jan Maessen een erfcijns van 4 Bossche ponden payment verkocht aan Reynsken, dochter van Wouter van den Yckenenhoevel.
- Ook was Jan Jan Maessen aan Ghysbert Hanricx Hanricx Driessen een erfcijns 18 stuivers uit dit goed schuldig.
- Ook 3 1/2 stuivers de Willem Hanricx Dircxs namens Jan Jan Maessen betaald heeft aan Thomas Jan Thomassen.
- Ook 2 gulden die Jan Jan Maessen schuldig was aan Aernt Mars in Den Bosch van Broumans.
- Ook heeft Willem Aerts van Beeck, 'pastoer tot Vechel' uit het testament van Jan Jan Maessen 12 stuivers ontvangen.
- Ook 4 stuivers voor 'die scepenen van Vechel, 'dat sy in die comme gegaen syn om losbrieven te soecken van den renthen die men gavet Ghysbert Hanricx Driessen ende Reynsken dochter Wouters van den Yckenenhoevel, ende van dien lossbrieven vuyten prothocolle copyen te maken'.
- Totaal: 301 gulden.
Getuigen: Jan van Tillair en Jan Hanricx Janssen, scepenen in Vechel.