Archieven

101 Gerit Henricx en Henrick Lamberts als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Ariens van Helvert, hebben verklaard dat volgens de huwelijkse voorwaarden van 12-04-1623 'dat alsulcke penninghen als de voorschreven momboirs hadden gemaeckt ende gefurneert van een seecker halff ackercken tuelants den onmundigen toecompeterende genoemt in Akert', dat de voogden verkocht hebben aan Aert Jan Aertssen, dat zij de 'hooftpenningen' gekomen van de helft van het voorschreven 'ackerken', besteed hebben aan het aflossen een erfpacht van 1 mud gerst, gaande uit 'een werschap genoemt wt Arien van Helvert hoffstadt', groot ontrent 2 lopensaet, gelegen binnen de heerlijkheid Vechgel, die de voorschreven voogden, met name Gerit en Henrick, afgelost hebben aan de voogden van Joncker Aert van Otelaer, met name Joncker Niclaes van Otelaer en Joncker Henrick van Moxmeer (zal wel Boxmeer bedoeld zijn).
Getuigen: Gisbert Jan Aelerts en Hanrick Ariens, schepenen