

* Henrick Dirick Thonissen, 'henne schoonvader', krijgt volgens de costuimen van de stad en meijerij van Shertogenbosche alle 'gereede als erffelycke geconquesterde goederen als anderen huysraet tegenwoordich synde, als landeryen als andere meubelen, niet vuytgesondert, behoudelyck gereservert twee de beste coije ten profyte des (voorschreven) kynderen'
* Henrick zal betalen de schulden die op het 'sterffhuyse hender moeder wesende', en mag het goed een jaar lang gebruiken
* Henrick doet ten behoeve van de voorkinderen afstand van het geld dat hij tijdens zijn huwelijk had 'vuytgeleeght der voorschreven voorkynderen goederen tselve dyen aengaende'
* Henrick sal geven aan Jenneken dochter van Jan Ariens 'tot een vuytsetsel' 50 gulden, een mud rogge, veghelse maat, met 'twee nieu sacken, een goede coije ende mael, een bedde met sijn toebehoordt, eenen moespot ende een ketell, een sijde specx'
Getuigen: Gerit Handrix en Daniel Jan Thonis