

Rover Jan Henricxsen, zijn broer Gerlinck en zijn zus Mariken krijgen toebedeeld 'eenen bunder van de voorschreven dry bunderen, waervan den eenen bunder de voorschreven Mariken de hellicht al voorens was competerende, ende nu de voorschreven Mariken noch de twee delen by lootinge is competerende'
* e.z. en a.z.: de mede condividenten
* e.e.: den Rouwen Camp
* a.e.: de gemynt van Schyndell
Lambert Rutten krijgt toevedeeld 'een bundervelt van de voorschreven dry bunderen'
* e.z.: Henrick Corst Tonissen
* a.z.: de mede condivident
* e.e.: den Rouwen Camp
* a.e.: de gemynt van Schyndell
Geyt Janssen Verweteringe krijgt toebedeeld 'een bundervelt van de voorschreven dry bunderen'
* e.z.: Thonis Arien Smitts
* a.z.: de mede condivident
* e.e.: den Rouwen Camp
* a.e.: de gemynt van Schyndell
Dit deel is belast met de helft van een cijns 'aen de domeynen van Brabant'.
Getuigen: Matijs Peters en Lambert van der Straten, schepenen