Archieven

8 Willem Jan Gerlings, ingezetene van Bakel onder Melis, die op verzoek van de kinderen Anthonis Arts van Eert een verklaring afgelegd voor mij notaris. Willem verklaart op zijn Christelijke vroomheid dat het hem bekend is dat het huis van Willem Geraerts van Engelen aan de Leest verplaatst is naar de andere zijde van de straat. Dit was door de geërfde verzocht en toestemming gegeven dit te doen onder bepaalde condities. Buiten de ‘graeff’ mag hij geen bomen planten.

107 Allegonda van Ravenstein weduwe Nicolaas van Ommeren, in leven ontvanger, particuliere wonende te Bakel, Jacob Hendrik van Ommeren, particulier Venraij en Willem van Ravenstein, schoenmaker Bakel verklaren te weten, dat eerstgenoemde comparante voor zich en als moeder en voogd over Francina Wilhelmina, Willem Hendrik, Geertruij Margaretha, Johanna Cornelia, Hendrica Nicolasina en Lambertus en de tweede comparant als ondervoogd en de derde als toeziende voogd de heren Francois Taijspil Jansz, Abraham Jacob Broers en Johan Christoffel Gosman te Amsterdam had gemachtigd om de benoeming te verkrijgen van een notaris of ander publiek persoon om over te gaan tot het verkopen van een stuk land in Suriname genaamd Jungermans-creecq nummer 11 wijlen Nicolaas van Ommeren aangekomen bij transport.

106 Allegonda van Ravenstein weduwe Nicolaas van Ommeren, in leven ontvanger, particuliere wonende te Bakel voor zich als weduwe en boedelhoudster van wijlen haar man, alsmede in hoedanigheid als moeder en voogd over haar kinderen Francina Wilhelmina, Willem Hendrik, Geertruij Margaretha, Johanna Cornelia, Hendrica Nicolasina en Lambertus, samen erfgenamen in bijwezen van Nicolaas Althuijsen, particulier Bakel als toeziende voogd en Jacob Hendrik van Ommeren, particulier Venraij als ondervoogd en in de tweede plaats voor zichzelf; Nicolaas Althuijsen voornoemd voor zich en als voogd over zijn minderjarige zusters en broer Francina Wendelina, Peter Francois en Helena Althuijsen, gezamenlijke kinderen van wijlen Hendrik Althuijsen en Wendelina van Ommeren in leven echtelieden en voormelde Jacob Hendrik van Ommeren als toeziende voogd en tenslotte Jan van Breda, ontvanger van de convoijen te Middelaar bij Cuijk en Hendrik Rietman, gepensioneerd luitenant wonende te Erp, de eerste als voogd en de tweede als toeziende voogd over Francina, Adrianus, Elisabeth, Wilhelmina, Jan en Antonius, minderjarige kinderen van wijlen Willem Fredrik van Breda en wijlen Anna Margaretha van Ommeren te kennen gevend, dat voornoemde Nicolaas van Ommeren voor zichzelf en als gelaste van zijn broer Jacob Hendrik van Ommeren voormeld met macht van substitutie bij akte van 04-11-1809 voor schepenen van Bakel, mede als gelaste van voornoemde Hendrik Althuijsen en Willem Hendrik van Breda zijn zwagers insgelijks met macht van substitutie bij procuratie voor schepenen van Bakel 18-10-1809, benevens hun broer Pierre Francois Hendrik Althuijsen en Willem Hendrik van Breda zijn zwagers insgelijks met macht van van Ommeren vermits op 18-12-1806 hun moeder Francina Tempelaars weduwe Nicolaas van Ommeren was overleden en zij tezamen tevens in de boedel van hun broer Willem Hendrik van Ommeren, overleden te Suriname in 1803 in de boedel zijn geworden.

39 Petrus van Ansem, landbouwer te Aarle Rixtel ter eenre en Josephus Hendrik Joosten en Josephus Simon Joosten, landbouwers te Gerwen ter andere zijde. De laatste twee verklaren borg te staan voor Petrus van Ansem in de verpachting van hoeve Esp te Bakel.