Archieven

26 Rekest van Dirk van der Straten uit Kessel in kwartier Maasland inhoudende dat de suppliant door Gysbert Bonaerts erfsecretaris van de dorpen Oss Berghem Heesch Nistelrode Lithoijen Berlicum en Maren in 1758 tot secretaris van Maren heeft aangesteld met een verzoek, omdat Maren slechts een zeer gering dorp is, of deze secretaris het secretarisambt aldaar mag bedienen zonder fixum domicilium en een dag in de week aldaar werkzaam te zijn en eventueel, indien nodig voor de gemeentelijke zaken, ook op andere dagen, verwijzend naar een akkoord dat destijds is gesloten met de drossaard van Keesel tevens secretaris te Empel en ook aan diens voorganger Nicolaas Versfelt; een kopie wordt gezonden aan de kwartierschout van Maasland. – zie ook folio 385

12 Missive van de Raad van State op een rekest van de regenten van Lith in kwartier Maasland klagende over de grote schade die is ontstaan door het hoog water en de ijsdammen in de maand februari 1757 en daarop volgt een uitgebreide lijst van toegestane remissies op verpondingen, beden en gemene middelen voor de dorpen Lith, Lithoijen, Maren, Kessel, Alem, Empel, Geffen, Nuland, Rosmalen, Berlicum, Berghem, Vught, Cromvoirt, Esch, Sint Michielsgestel, Den Dungen en Orthen met de resp. bedragen [met veel details].

35 Rekest van Lambertus Hoex rooms priester in het kerkenhuis achter de Tolbrug te ’s-Hertogenbosch geboortig van Berghem in kwartier Maasland, in houdende dat door het overlijden van Martinus van Litzenborch, geweest zijnde vicaris van het bisdom ’s-Hertogenbosch op 6 januari 1756 het vicariaat vacant is geraakt; dat de suppliant op die post is aangesteld door zijn geestelijke overheid maar niet bevoegd was de voorschreven bediening te aanvaarden zonder admissie van de Ho: Mo: en daarom om die admissie verzoekt; dit schrijven wordt doorgestuurd naar de heren gedeputeerden van de Meierijse zaken om samen met enige gecommitteerden uit de Raad van State deze zaak nader te onderzoeken en over hun besluitvorming te rapporteren. – zie ook folio 183 [reactie van de hoogschout] – zie ook folio 371

22 Rekest van Gijsbertus Josephus Bonaarts uit Oss in kwartier Maasland die zich had gewend tot de Raad van State op 1 juli 1755 en had daarin verzocht dat de suppliant en zijn opvolgers mochten worden verklaard gerechtigd te zijn, conform de verkrijgbrief van Hertogin Johanna van Brabant en de confirmatiebrief van Hertog Jan van Brabant om in het vervolg te begeven en te vervullen het vorsters- en schuttersplaatsen van Osch, Berghem, Heesch, Nistelrode en Lithoijen, zonder dat in net vervolg het verzoek om approbatie van haar Ho: Mo: in handen van de hoogschout van ’s-Hertogenbosch wordt gesteld om advies en dat het verzoek om approbatie van genoemde schuttersplaats van Nistelrode, wat nog door de Ho: Mo: in deliberatie wordt gehouden, door de suppliant ten behoeven van Johannes Rijsterborgh gegeven mocht worden gecomprehendeerd [= ineen trekken, begrijpen, bevatten] in de akte van approbatie door de Ho: Mo: als vorster van Nistelrode op 3 juni jl. verleend; toch wordt een kopie gezonden naar de hoogschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch ter advisering aan de Ho: Mo:. – zie ook folio 205 [reactie van de hoogschout], folio 257