Archieven

142 Op bevel van de schout is op 5 en 6 April 1713 beslag gelegd op alle goederen van Arien Cruck.

64 Op verzoek van Rijksdeurwaarder J. Methusius wordt beslag gelegd op de onroerende goederen van onderstaande personen, om daarmee openstaande schulden te vereffenen. Weduwe Hendrik Cornelissen moet nog 14 gulden, 17 stuivers en 8 penningen betalen. Johannes Aart Kemps moet nog 2 gulden en 9 stuivers betalen. Peter Willem Evers Vermeulen moet nog 21 gulden, 10 stuivers en 8 penningen betalen. Dirk Aarts van der Wijst moet nog 17 gulden, 6 stuivers en 8 penningen betalen. Dirk Kobussen moet nog 9 stuivers betalen.

62 De deurwaarder van het Rijk, Caspaar Barbie, residerende in ’s-Hertogenbosch, krijgt opdracht van H.J. Kleinefeld, rentmeester der Domeinen der Stad en Land van Ravenstein, afkomstig van het huis Paltz, om achterstallige pachtsommen te innen. Als de pachter niet kan betalen, dan worden zijn onroerende goederen in beslag genomen. Als de pachter daarna binnen een maand niet betaalt, dan wordt het onroerende goed in het openbaar verkocht.
Peter van Rossum, als pachter van de aldetiende onder Uden, heeft niet betaald met Kerstmis 1805 en 1-3-1806 en is nu 470 gulden schuldig. Borgen Peter van der Wijst en Otto Spierings.
Peter van Exhouw, pachter van het zesde lot aan Volkel, heeft niet betaald met Kerstmis 1805 en op 1-3-1806 en is nu 119 gulden schuldig. Borgen Johannes van den Elsen en Dirk Aard van der Voort.
Piet Ceelen, pachter van het eerste lot, genaamd Hultje, heeft niet betaald met Kerstmis 1806 en in maart 1807 en is nu 265 gulden schuldig. Borgen Jan Aldenhuisen en Dirk van der Voort.
Wilm van Exhouw, pachter van het eerste lot der Sandbergen, heeft niet betaald met Kerstmis 1806 in in maart 1807 en is nu 230 gulden schuldig. Borgen Jan Aldenhuisen en Dirk van der Voort.
Aart Cobus de Groot, pachter van het derde lot der Loottiend genaamd het Nieveld, heeft niet betaald met Kerstmis 1806 en in maart 1807 en is nu 102 gulden schuldig. Borgen Cornelis de Klein en Dirk van der Voordt.
Willem van der Leest, als pachter van het zesde Lot Nieuwe Novalie onder Uden heeft niet betaald in februari 1809 en is nu 330 gulden schuldig. Borgen Dirk van der Putten en Kobus van Denken.

625 Aert Jansen legt beslag op de kooppenningen van de rog en boekweitschaar, gehorende aan de weduwe Jan Aert Vercuijlen tot verhaling van schulden.