Archieven

135 Latijnse akte waarin genoemd worden: de Heilige Drievuldigheid, 13 oktober 1603, 1e indictie van het pontificaat van onze Vader en Heer Paus Clemens VIII, Heer M. Joannes Havens priester licenciaat en kanunnik in de Sint Janscathedraal, parochiekerk van Sint Jacob, kapittel van de Bossche kerk, in Den Dungen uit erfgoederen van M.Henrici ab Hermalen en Johanna dochter van Nicolaas a Berlicum, de [kerk]fabriek van Sint Jacob en van Sint Agatha te Boekel, Joannis zoon van Gerardus Nepotis [= Neefs] en broer Petrus, uit goederen te Erp nl. 2 akkers, Gerard en Henrick kinderen van Petrus, de kinderen van Theodorus broer van Petrus genaamd Elisaneth, Catharina, Joanna en Barbara, Joachm zijn neef en Judocus Johanna en Isabella Gerardus Joanni, Catharina zijn nicht, Elisabeth en Arnoldus, Guilhelma zijn zuster, J. v. Licenciato en Brussels advocaat, fundatie van een beurs, universiteit van Leuven, Berlicum, De Dungen, Johanna en Arnolda van der Meer zussen, Yda zus van M.Henrici Huberti, de Heer van Helvoirt, Sociëteit van Jezus [Jesuïeten], Isabella dr.v. Theodoricus Johannes, ornamenten voor een altaar, altaarbenodigdheden als corporaal etc., Heer en Mr. Paulus Havens, Elisabeth Arnoldi, executeurs Heer en Mr. Godefridus Vlierdinum (?) en Andreas ab Hoesselt viceplebaan, eerbiedwaardige en discrete Heer Guilhelmo Horstio, Godefridus Jois ab Aquisgrano, Joannes Havens presbyter, Guilhelmus Horstius presbyter, Govert Janssen van Aken, Gerardus Kempen notarius publicus bij de Raad van Brabant, accordeert met het origineel W.A.Donckers notarius.

128 Anna van der Asseldonck dochter van zaliger Cornelis Janssoen van der Asseldonck en diens vrouw wojlen Elixabeth de dochter van Henrick Janss. over een erfcijns van 8 gl. te betalen op de feestdag van Maria Lichtmis [2 februari] uit onderpanden te Den Dungen int Wout en onderpanden in Gestel bij Herlaer aent Rootven, Anna aangekomen na het overlijden van haar broer en opgedragen ten behoeve van Marijken Antonis Rutgers van Boxmeer op 11 juli 1637; idem een erfcijns van 10 gl. te betalen op Maria Hemelvaart uit onderpanden te Erp ter plaatse het Loijeijnde verkocht ten behoeve van Mr. Jan van Asseldonck en van Anna van Asseldonck en opgedragen t.b.v. Generaal van de Wal wittige kinderen bij Perijntken van Aelst zijn vrouw in juli 1637; idem een erfcijns van 7 gl. te betalen op 12 april uit onderpanden te Erp opgedragen aan Mariken weduwe van Anthonis Rutgers van Boxmeer op 11 juli 1637; een erfcijns van 10 gl. te betalen op Maria Lichtmis uit onderpanden in de parochie Gestel bij Herlaer en uit de vrijdom van de stad haar aangekomen via een erfscheiding en deling en opgedragen aan Magdalena nagelaten weduwe van Everart Claessen van Someren op 8 juli 1637; idem een erfcijns van 10 gl. te betalen in de maand januari uit onderpanden in de parochie Veghel opgedragen aan genoemde Magdalena; idem een erfcijns van 6 gl. te betalen op 13 april haar aangekomen via een scheiding en deling en opgedragen aan Jannen Emonts zilversmid; idem een erfcijns van 10 gl. uit onderpanden te Geldrop en opgedragen aan de onmondige kinderen van Gerart Aertss. op 10 juli 1637; nog een erfcijns van 10 gl. te betalen op 1 september uit onderpanden te Erp en opgedragen aan Everart Claessen van Someren op 8 juli 1637; een erfcijns van 12 gl. te betalen op de feestdag van Sint Sebastianus martelaar uit drie morgens land binnen de vrijdom van de stad buiten de Sint Antonispoort en opgedragen aan Jannen Roelof Kievits ‘gelaesmaker’ op 9 juli 1637;

44 Geerlingh Janss. Gijssels wonende te Oirschot heeft verkocht aan Heer en Mr. Laurentius Kelders priester en kanunnik van het kathedrale Sint Janskerk te ’s-Hertogenbosch en Cornelis Janssen Rijders als executeurs van het testament van zaliger Heer en mr. Gijsbert Coeverincx licanciaat in de Godheid [= theologie] en deken van het Sint Janskapittel t.b.v. de uitvoering van diens testament een jaarlijkse cijns van 43 Carolusguldens en 15 stuijvers te betalen op Sint Lambertusdag bisschop [17 september] te leveren of te vergelden uit een huis en grond te Oirschot met als belendingen Gielis Adriaens [noord] de gemene straat [zuid], met nog meer andere panden te lossen met 7 Carolusgulden – gelovende etc. testes Balen en Thielman actum xvii septenbris 1614 Hees junior;
Heer van Bocxmeer lakencoper als gemechticht van Heer en Mr. Johan van Assendonck canonick van de St.Goeldekercke tot Brussel ende Hageldonck … van de naeste vrienden van de vs. Coeverincx ende bekent dat de helft van den vs. chijns door Geerlingh Jansse Gijsels … handel hebben gequeten actum den 16 september anno 1631
Anthonis zone wylen Roelof Jacob Metsers heeft wittelyc ende erffelyck vercoft Cornelis Jansse van Assendonck tot behoeff van executie van Heer en Mr. Gysbertus Coeverincx eenen chijns van sess Car: gul. te betalen inde hoochtyde van St.Luciedach te leveren van ende vuyt huys erve hoff ende vierdalff lopensaet lants groot synde gelegen tot Oirschot ter plaetse gen.t in de Notel neffens erffenisse Leonaert Roelofs syn broeder ex uno ende neffens erffenisse deer onmondighe kinderen Jacob Roelof Metsers ende gelovende etc. Testes Dongen ende Abselons datum den xvii decemb. 1619 Kessel.
Jan Jansse Vrients wonende tot Asten heeft wittelyck vercoft Jannnen Aertsse Crinsvenne [mogelijk bedoeld Grinsvenne] procureur ende rentmr. van seeckere fondatie gefondeert by Eerw. Heer ende Mr. Gysbert Coeverincx tot behoeff van de fondatie eenen jaerlicken chyns van acht Car: gul.

90 Wij Wouter Stricken ende Mr. Abraham Hendrickx schepenen der vrijheijt Os tuijgen dat voor ons sijn gecompareert Adriaen Anthonis van Leent oudt omtrent 62 jaeren, Jan Peter Schoenmaeckers oudt omtrent 50 jaeren ende Toenis Jochems oudt omtrent 90 tich jaeren, daertoe gerichtelijck gedaecht om getuijgenis der waerheijt te geven – wije tot desen daegen toe de vrije dispositie heeft gehadt over de goederen ende incommen tot het Broederschap van Onse Lieve Vrouwe gehoorende, hebben de voors. comparanten verclaert, getuijcht ende geaffirmeert op den eedt bij hen aen onsen handen in absentie des richters gedaen, ierst die voors. Adriaen van Lent ende Jan Peters dat sij nu lange jaeren sijn geweest provisoiren van ons Lieff Vrouwen Broederschap voors. eertijts gefundeert bij Goijert vn Os riddere ende dat de Heere van Erp de provisoirs niet allenlick aff ende aenstelt als ’t hem gelieft, maer oock de vrie dispositie over deselve goederen ende jaerlicx incommen is hebbende van ’t selve te geven ende uijt te reijcken daer ende alsoo het hem gelieft – Mede oock dat het incommen van dien eensdeels wort geconsumeert ende verstreckt aen d’arme lieden in t’spinen van broot, dat tot dien eijnde bij de provisoiren wort gebacken, als oock om te vervullen de oncosten die bij de arme lieden wordt verteert op de teerdaegen als de gulde broeders teeren, soo op deselve daegen ter eeren Godts voor de arme lieden een openbare taeffele wordt gedeckt, die aldaer eeten ende drincken naer ouder gewoonten, wordt uijtgreijckt sonder dat oijt eenige geestelicke persoonen van t’selve innecomen nijet meer hebben genooten, dan aen hem voor den dienst Godts die op de selve teer daegen gescieden werden gegeven ende alle andere diergelijcke oncosten