Archieven

20 Hendrick Cornelissen van de Laerschot heeft 9 jaar als dienstknecht gewoond bij Rombout Gerrit Jan Sijmons te Sint Oedenrode en is nu omtrent 32 jaar. Geeft een verklaring ten behoeve van Willem Frunt, tegenwoordig schoolmeester van de kapel in het gehucht Eerde, behorende onder de gemeenten Sint Oedenrode, Veghel en Schijndel. Op de laatste dag van het jaar 1703 hebben de principalen buren van de kapel een bijeenkomst met de schoolmeester over het schoolmeesterambt en het gebruik van de kapel. Dit gebeurde ten huize van zijn meester Rombout Gerrit Jan Sijmons. Deze buren zijn: Aert Jan Willems, Teunis Harmens, Lambert Spirincx, Rover Jan Groenendael, Hendrick Hendrikcs van der Heijden, Jan Jacob Denissen en anderen. Hendrik heeft toen gehoord en gezien dat de genoemde buren afspraken maakten met de schoolmeester. Over zijn jaarlijkse betaling en inkomsten van de kapel zijnde 13 vaten roggen. De schoolmeester geniet ook jaarlijks van de omgang bij de oogst en de paaseieren. Verder het schoolgeld zoals ook de vorige schoolmeester Jacob Hulstman genoten heeft. De akte wordt mede ondertekend door Cornelis Craijenhoff, predikant te Veghel en Erp en Meester Davit Bel, schoolmeester van Olland.

85 Paulus Ariaens en Daandel van den Hurk, meester timmerlieden en poorters van de heerlijkheid Sint Oedenrode, verzocht door de heer Henrij Walrave Gage om verklaringen af leggen over de bouwvallige hoeve ten Hout. Ze geven aan dat van de hoeve 2 balken waren gebroken, een ondersteund en een derde balk was vermolmd en onbruikbaar. 2 stijlen waarop het huis moet rusten waren gebroken en ondersteund. De stijlen hadden worm of wars hout, daardoor waren ze uit elkander getrokken en vermeuteld. De schouw gebarsten, de kelder open en op plaatsen ondersteund. De timmerlieden konden niet begrijpen dat het huis niet was ingestort. Nog nooit zagen ze een huis wat zover vervallen was. De hoeve is geheel afgebroken en in 1707 weer opgebouwd.

84 Heijlken dochter van Jan Hendricks en weduwe van Andries Gijsberts, omtrent 55 jaar en pachteres van hoeve ten Hout, gelegen te Sint Oedenrode. Ze verklaart ter instantie van de heer Henrij Walraven Gage dat ze de jaarlijkse pacht van 275 gulden jaarlijks heeft betaald. Eerst aan wijlen de heer Gage en later aan diens zoon Henrij. Ofschoon dat de jaarlijkse pacht, volgens huurcedulle, gemaakt in 1694, gesteld was op 300 gulden heeft de weduwe dit bedrag nooit betaald of hoeven te betalen. Wel de afspraak dat ze in de hoeve zou blijven wonen ten tijde van de heer van Amelrode. Dit is echter alleen mondeling beloofd aan de heer Gagie en later aan diens zoon Henrij dat ze maar 275 gulden zou betalen en heeft dat jaarlijks af te dragen aan juffrouw Barbara Gagie op ten Hout. De weduwe had ook gevraagd de hoeve weer opnieuw op te bouwen omdat deze erg was vervallen. Menigmaal als er onweer was geweest had ze aan de heer gezegd dat als haar koebeesten door het invallen van de hoeve zouden omkomen de heer dit zou moeten vergoeden. Ze durfde ten laatste niet meer in de vervallen hoeve te wonen. De melk en zuivel in haar kelder vervuilde door vallend gruis en gesteente en potten en ‘teijlen’ braken kapot en ze had veel schade geleden. Op het laatst dat ze er woonde heeft ze veel gevaren doorstaan.

31 Jonker Nicolaes Fransois Richards en Rogier van Deursen, wonende te Sint Oedenrode, verzocht door de heer Henrij Walraven Gage geven volgende attestatie. Dat Dielis den Roij, schepen te Sint Oedenrode, gezegd zou hebben tegen de edele jonker Nicolaes dat de heer Henrij Walraven Gage borgemeester is gemaakt. Dat Dielis ook heeft gezegd dat president Jan Cemps gevraagd heeft aan de officier de Jong of er wel eens een edelman tot borgemeester is benoemd. Dat hij daarop antwoordde “Geef hem maar op ick sta er voor in , ick sal hem borgemeester maecken”. Rogier van Deursen verklaard dat de officier op 4 april van deze maand om 7 uur in de morgen bij zijn huis is gekomen en aan hem gevraagd heeft wat jonker Gage zei over zijn borgemeestersambt. Dat Rogier daarop zei dat hij het niet zou doen omdat er groot onheil van zou komen. De officier zei daarop dat zal de edele heer binnen een uur te weten komen.