Archieven

260 Jan, Aert en Merijken, kinderen van Jan Rijckaerts van den Oetelaer, verder Aert en Jenneken als kinderen van Ariaen Rijckaerts van de Oetelaer, Willem Hendrick Everts de Bever als man van Merijken, Seger Aerts van Overbeeck als man van Ariken, beiden dochters van genoemde Arien Rijckaerts van de Oetelaer, verder Arien, Rijckaert en Hendrick als kinderen van Willem Henricks van de Oetelaer, voor henzelf handelend en voor Alit en Maeijken hun afwezige zusters, verder Willem zoon van Jan Leenderts verwekt door deze Jan bij diens vrouw wijlen Merijken als dochter van Rijckaert van de Oetelaer, verder Peter Peters van de Wuijstenborg verwekt bij wijlen Willemken dochter van Geert Daniels, zijnde allen ergenamen van wijlen Arijen Rijckaerts van de Oetelaer de jonge, verkopen samen aan Geert Mattijs Huijberts een huis, tuin, hofstad en aanliggend erf, groot ca. 4 lopenzaad en 20 roedes, gelegen te Boxtel onder Munsel, belendend Jan Geerts waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, Jan Aert Quinteijns. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve het derde part van een vastenavondhoen van 2 stuivers per jaar aan de heer van Boxtel. Datum 21 oktober 1666, getuigen Peter Ariens van Dijck en Jacobus Hardy als schepenen.