Archieven

123 Verschenen zijn Claas Jacobs van Overbeek oud 35 jaar, Hendrik Mateussen van der Brake gewezen dienstknecht van Dirk Antonis van de Sande oud 23 jaar, Corstiaan van Tuijl oud 49 jaar, Willem Peter van der Meijden gewezen dienstknecht van de weduwe van Dirk Coincx oud 31 jaar, Jasper van Overbeek oud 42 jaar en Aadriaan Aarts van Hal gewezen dienstknecht van de drossaard der Baronie van Boxtel allen inwoners van genoemde baronie met een verklaring ter requisitie van de gecommitteerden van de roomse gemeente der voorschreven Baronie en hebben een gelijkluidende verklaring afgelegd mede namens hun meesters of meesteressen niet anders te weten en naar hun beste onthouden en geheugen dat in het begin van de maand met 1707 zij zijn verzocht door een zekere Adriaan Rademaker toenterijd brouwknecht van de Heer Drossaard van Duynen voor zijn heer en meester te willen halen op de 4e mei 1707 zijnde een bededag, enige mutsaarden die opgemaakt lagen in de Bisschoppelijke Beemden onder Oirschot en in zekere velden genaamd de Smalbroucken onder Boxtel toebehorende de genoemde drossaard en ze weten nog dat de laatste deponent met name Adriaan Aarts van Hall destijds dienstknecht van de drossaard met zijns meesters eigen paard en kar vergezeld van Jan Goyart Velderman, Elias Dirks, Adriaan Aarts van Rixtel, Jan Janssen van der Sande, Gerit en Laurens Penninx, Jacob Hendrik Traa, Jan van den Assche, Laurens van Runde [dubieus], Anthony de Bresser en meer anderen op genoemde bededag zijnde die 4e mei 1707 ’s morgens vanuit hun huizen naar de genoemde beemden zijn gereden, de last op hun karren hebben geladen en zijn teruggekeerd de een wat vroeger dan de andere en omtrent de middag bij het huis van de drost Van Duynen alles op hopen of mijten hebben gestapeld en ze werden voor hun dienstwerk bedankt en getracteerd op bier, tabak, sommigen op jenever, verklarende dat ze de lading bij het brouwhuis van de drossaard dicht aan de putsteiger hadden achtergelaten,