Archieven

166 In de naam van de heer Amen. Vandaag 10 Januari 1652 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Janssen Verwetering inwoner van Schijndel gezond van lijf en leden en in het bezit van zijn verstand en geheugen. Hij overdenkt de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en wil daarom eerst zijn testament opmaken en wil het na zijn dood zo hebben uitgevoerd ook al zou het op sommige punten strijdig zijn met ander recht. Hij beveelt zijn ziel zodra hij is komen te overlijden aan bij de almachtige god en wil een behoorlijke begrafenis. Hij vermaakt aan zijn natuurlijke dochter Mariken verwekt bij Emken dochter van Dirck Frensen als aalmoes een twaalfde deel van een veld van 9 morgens groot gelegen te Schijndel ter plaatse genoemd in de Aerdenburgh samen met de houtopstand, verder vermaakt hij aan haar de som van 50 gulden als gift en ze krijgt dat in handen als ze trouwt of tot een andere goedgekeurde status komt. Als zijn natuurlijke dochter komt te sterven zonder wettig nageslacht versterft deze 50 gulden op haar moeder Emken. De 50 gulden te ontvangen als Marieke komt te trouwen of een andere goedgekeurde status heeft en het groesveldje te aanvaarden na dood van de testateur behalve als het kind vanwege lichamelijke gebreken niet zelf de kost kan verdienen, mag ze dat bezit eerder aanvaarden. Als het kind komt te sterven zonder wettig nageslacht achter te laten wilde testateur in dat geval dat het groesland op zijn andere kinderen versterft waarbij de dode partij met de levende zal delen. Verder wil de testateur dat Emken als moeder deze Marieken zal grootbrengen totdat die zelf de kost kan verdienen en hij zal voor dat onderhoud haar het inkomen laten genieten van het genoemde groesland zolang het kind bij haar in de kost is. De testateur verklaart dat dit zijn tesament is.