Archieven

22 Jan Jans Verhoeven en Henrick Henrick Voets die verklaren dat voor hen zijn verschenen Jan Dirck Ardts oud 40 jaar en Jan Laureijns Jacops oud 28 jaar gedaagd door Jan Joris de vorster om een getuigenis der waarheid af te leggen ter instantie van Heijlken nagelaten weduwe van Jan Goijarts dat het waar en waarachtig is dat in het jaar 1629 ten tijde van de belegering van de stad ’s-Hertogenbosch ‘dat Heijlken hair uijterste devoir ende diligentie gedaen hebbende soo bij dage als nachte hair te doen soo opt velt als oock tgeen wesende inde schure ende gedorst veel is ontnomen ende wech gerooft de quantiteijt van vier sacken roggen van de soldaten van den leger soo te voet als te perde welcke voors. rogge was gewassen ende geteukt opte stucken teulants aen malcanderen gelegen groot etc. vierdald lopense oft soo groot tselve sijn gelegen neffen erfve Dirck Jan Dircx ter eenre sijde ende beneffens erfve Marijken weu Gijsbert Wouters ter andere sijde behalven noch meer ander coorens haver ontnomen ende bij de selve soldaten ende ruijter[s] bereijts afgesneeden tot drie verscheyden plaetsen op ses oft seven lopensen lants’ [16.4.1631]; dezelfde schepenen verklaren dat Ardt Jan Ardtss. oud 37 jaar en Elias Goijwert Wouters oud 38 jaar een verklaring hebben afgelegd ter instantie van Elisabeth nagelaten weduwe van Jan Hugo van Berkel over een rood bles merriepaard [zie verder scan 32]