74 Rekest van Cornelis Hendrik Zeegers, Antony Peter Geers, Jenneken van Hentham weduwe van Johannes Hanenberg, Peter Hendrik Zeegers, Peter Gysbert Evers en Hendrik Peter Geers inwoners van Nistelrode in kwartier Maasland die een groot vooroordeel hebben en tegenzin tegen het verkopen graven en in cultuur brengen van gemeentegronden omdat ze bang waren als dit aan iedereen geoorloofd werd dat er dan onvoldoende heigrond zou overblijven waarbij men niet alleen dacht aan de huidige inwoners maar ook aan hen die in de toekomst in Nistelrode zullen wonen; daarom zijn diverse protesten geuit tegen het verlenen van octrooi aan diverse ingezetenen wat leidde tot spanningen en op 6 en 8 september 1791 was dit geëscaleerd via seditieuze [= oproerige] bewegingen en samenrottingen toen landmeter Johan Camp in opdracht van het kantoor der domeinen om bepaalde gemeentegronden te komen af- en inmeten die aan particulieren waren vrijgegeven, wat een grote toeloop van ingezetenen veroorzaakte en de meting werd dusdanig verstoord dat Camp onverrichter zaken terugkeerde; zulks kwam het hoog officie van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch ter ore die gelastte tot een breedvoerig onderzoek en uiteindelijk werd t.a.v. de zes supplianten een decreet van apprehensie uitgevaardigd waarvan de drie eerste supplianten werden opgesloten en tegen de drie laatsten werd een crimineel proces begonnen; dat de supplianten tot hun bitter leedwezen niet konden ontkennen dat ze zich hadden geschaard onder de samengerotte menigte en zich, de een meer dan de ander, in ongeregeldheden te buiten waren gegaan; de hoogschout Bigot eiste van de supplianten een verklaring dat ze de mening waren toegedaan dat deze criminele procedure composibel zou zijn m.a.w. op te lossen zou zijn; een kopie werd doorgestuurd naar de gedeputeerden in Den Haag belast met de Meierijse zaken met het verzoek deze zaak nader te onderzoeken en daarover te rapporteren wat hun visie was in deze en in die tussentijd,