Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Onderwijsinspecteur Wijnbeek schrikt in 1844 van de Oeffeltse toestanden met zoveel kinderen in de kleine ruimte. Hij rapporteert hierover aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Ook het functioneren van meester Hendrik Hendriks komt aan de orde. Hij leert de jeugd het alfabet en zet ze daarna direct aan de christelijke gebeden. De leerstof moeten de kinderen zich vervolgens zelf maar eigen maken.
Raadsleden weten al sinds 1836 dat Hendriks zijn werk niet goed doet, maar willen niet ‘onaardig’ tegen hem zijn, omdat hij geen andere middelen van bestaan heeft. Men doet een beroep op koning Willem I om financiële steun voor een ondermeester. “Hendrik Hendriks heeft ruim dertig jaar in deze gemeente onderwijs gegeven, met weinig talenten en niet veel ijver. Door zijn nu 68-jarige leeftijd neemt de kwaliteit van zijn werk nog verder af”, schrijven ze.
Met steun van Willem I komt Mathijs van der Sterren de gelederen versterken. Na enige jaren legt Hendriks zijn werk neer en gaat Van der Sterren in zijn eentje verder. Als Van der Sterren een kwart eeuw onderwijzer is, krijgt ook hij weer versterking én komt er een tweede lokaal. Dat wil zeggen: de bestaande ruimte wordt gescheiden door ‘een afsluiting van planken’.
Als in 1882 een gedeeltelijk einde komt aan kinderarbeid, worden de lokalen steeds voller. In 1883 valt het besluit dat er een nieuw schoollokaal bij moet komen, plus een overdekte speelplaats. Zodra het extra lokaal er staat, maakt Van der Sterren plaats voor Theodorus Jansen. Die voert schoolgeld in: 20 cent per maand. Twee of meer kinderen uit hetzelfde gezin krijgen korting van 10 cent en arme ouders hoeven niet te betalen.
Meester Jansen blijkt een goeie. Als blijk van buitengewone tevredenheid,geeft de raad hem in 1892 ƒ 50,- beloning. Zijn vraag om een eigen waterpomp wordt overigens terzijde geschoven, want de gemeentepomp staat vlak bij zijn huis. Dat het water vaak verontreinigd was, daaraan gaat de raad voorbij. In 1907 vertrekt Jansen naar Ottersum.
In zijn plaats komt Lambertus Driessen, die aan de basis staat van een nieuwe school. De Gezondheidscommissie bemoeit zich er ook mee. Zij raadt de leiding aan de schoollokalen tweemaal per jaar te schrobben. “En de plaats van de beerputten moet worden veranderd zodat niet door de school hoeft te worden gelopen om deze te ledigen.” In mei 1911 is de nieuwe school klaar. Met de beerput op een andere plek en kapstokken voor de kinderen. De bouw kost bijna ƒ 10.000,- en er is geen geld voor een feest. Bij de officiële opening krijgen de schoolkinderen wel ‘chocolade met broodjes’. Da’s voor de meesten al een feest op zich.