Naar aanleiding van verschillende voorstellen werden besluiten genomen en ter goedkeuring voorgelegd aan de Provinciale Staten o.a. tot oprichting van het “Waterschap van de Tweebergsche dijk”. Hieraan werd de goedkeuring onthouden. In de zomerzitting van de Staten van 1864 werd het besluit van Gedeputeerde Staten tot oprichting van het waterschap “De Binnenpolder van Rosmalen en Nuland” goedgekeurd. De polder grensde in het noorden aan de Polder v.d. Eigen, in het oosten aan de gemeente Geffen, in het zuiden aan het waterschap De Kleine Wetering en in het westen aan de polders De Vliert en Het Bosscheveld en had een oppervlakte van 1364 ha.
De dijken onder het beheer van het waterschap waren: de Tweebergsche dijk en de Ringdijk van Rosmalen en Nuland.
De voornaamste waterleidingen hadden een gezamenlijke lengte van 11358 m. Verder waren er nog zes sluizen onder het beheer van het waterschap namelijk: de Hinthamersluis, de Tweebergschesluis, de Bruggenschesluis, de Kruisstraatschesluis, de Heeseindschesluis en het Haagsche Zeil.
Het archief begint + 1866. Tot 1900 werden de stukken seriesgewijze bewaard in portefeuilles. Na deze tijd is er geen bepaald systeem op na gehouden.
In 1941 is door de Provinciale Staten het waterschap opgeheven, nadat de besturen van de gemeenten Rosmalen en Nuland zich bereid hadden verklaard het beheer en het onderhoud van waterleidingen, waterkeringen, wegen en bijbehorende werken over te nemen. Het westelijk gedeelte is gevoegd bij "de Polders Vliert en Ertveld”. De taak van het opgeheven waterschap was zo gering, dat het geen voldoende reden van bestaan meer had.
Eind 1943 word het archief overgebracht naar de Provinciale Griffie, vanwaar het is overgedragen aan de rijksarchivaris mr. J.P.W.A. Smit, die de ordening hiervan met medewerking van de vrijwilliger L.V. Asperen, in mei 1944 heeft voltooid.