Provinciale Staten waren de centrale overheid echter voor. Op 22 mei 1913 wordt door een Commissie uit de Staten, belast met de bestudering van het vraagstuk der elektriciteitsvoorziening in de provincie Noord-Brabant een brochure uitgegeven waarin wordt gepleit voor een provinciale. Deze centrale zal uiteindelijk bij Geertruidenberg gesticht worden en de naam Dongecentrale krijgen. Een aantal gemeenten (o.a. Breda, ’s-Hertogenbosch) hebben geprobeerd hier nog een stokje voor te steken. Zij waren van mening dat gemeentelijke energiecentrales wel degelijk toekomst hadden. Toch konden deze gemeenten het tij niet meer keren.
Op 21 januari 1921 wordt de aanleg van het gemeentelijk elektriciteitsnet gegund aan de fa. Molmans te Boxmeer onder beding dat het net bedrijfsvaardig wordt opgeleverd op 1 juli 1921. Op 23 maart 1921 neemt de gemeenteraad van Zeeland het voorstel van het college van burgemeester en wethouders over om een beheersverordening vast te stellen voor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf. Tevens wordt in deze vergadering vastgesteld de Verordening op de levering van electriciteit.
De inkomsten en uitgaven van het Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf (GEB) worden afgescheiden van de overige inkomsten en uitgaven van de gemeente. Benodigde gelden voor aanleg en uitbreiding van het net worden door de gemeente verstrekt. De dagelijkse leiding van het bedrijf berust bij burgemeester en wethouders. Alle werkzaamheden voortvloeiende uit de exploitatie van het GEB worden opgedragen aan de PNEM.
Op 18 augustus 1926 besluit de raad het GEB met ingang van 1 oktober 1926 aan de PNEM over te dragen. Als redenen hiervoor geven zij aan:
a. geen kans wordt gezien om op enigerlei wijze tot tariefsverlaging te geraken;
b. bij de toestand waarin het bedrijf verkeert in de eerste jaren van winst maken geen sprake zal zijn;
c. als in een naburige gemeente de lichtprijs per K.W.U. wordt verminderd de drang van de aangeslotenen te Zeeland zo groot zal zijn, dat overgave toch niet is tegen te houden;
d. bij langer tegenhouden de PNEM de prijs van overname lager zal stellen, dan wanneer daartoe nu wordt overgegaan
De daartoe opgemaakte overeenkomst wordt op 24/27 september 1926 ondertekend.