Allemaal acten ORA BAKEL.
Inv.nr. AB. 016 230. d.d. 28-10-1652.
Compareerde voor ons onder geschreven Schepenen des Dorp van BAECKEL, LIJSKEN VERASDONCK, Weduwe van wijlen JACOB DIERCX (zijn de ouders ? van Frans Jacobs JL) in sijne leven ingeseten alhier, heeft wel ende wettelick getransport op gedragen ende overgegeven aen den H. Geest tot BAECKEL alle haere tegen wordige goederen soo linnen, wollen, kist, kasten, cooper en thin, obligatie, rentbrieven ofte staende penninge van wegen haeren eerste vercoopinge. Noch secondo zijn blijckende bij seecker geloofte van dato den 20 Meert 1652 egeen van dijen vuijtgeschijden, waer die oock mogen geleegen wesen oft te vinden souden zijn ende vande H. Geest daer voor onderhouden te worden. geloven zij comparante dese haere transporte, op dragen ende overgeven met de vertijden van dijen altijt goet vast stedich ende van weerden tot houden onder verbantenisse van alle rechteh.Actum BAECKEL den 28 Octob. 1652 ter presentie van LEENAERT JANSSEN ende MARTEN JANSSEN, Schepenen.
Inv. nr. AB. 016 230. d.d. 08-11-1653.
Compareerde voor ons onder geschreven Schepenen des Dorp van BAECKEL, WILLEM WILLEM AERTS als momboir van JOOST soone JAN WILBERTS HOEBERCH, THONIS (=THOMAS ? JL; dus huw. met Jenneke vóór 1653) FRANSSEN als man ende momboir van JENNEKEN dochter JAN WILBERT voorschreven, bekende wel ende dughdelijck ontfangen te hebben vuijt handen van PEETER JAN HOEBERCH, ontfangen ten tijden der deellinge van wijlen JAN WILBERT HOOGBERCH ende MARIJKEN sijn huijsvrouwe, vader ende moeder van JOOST ende JENNEKE voorschr. de somme van hondert Caroli guldens, welcke voorschr. hondert gulden sij comparanten gelooven wederom te geven ende betaelen aen PEETER voorschreven in dien den voorschr. PEETER in tijden des ouderdom ofte andere noot, meerder van doen hadde, als de voorschr. JOOST ende JENNEKE. Ende dat sonder intrest. Voorders soo renoncieert den voorschreven PEETER van de voorschr. hondert gulden bij aldien, dat hij de selve nyet meerder van doen sal hebben als de voorschr. tocht. Ende JENNEKEN alles onder verbant naer rechten. Testes PAUWELS AERTSSEN ende LEENAERT JANSSEN, beijde Schepenen.Actum den 8 Novemb. 1653.LEENAERT JANSSEN.PAUWELS AERTSSEN.
Inv.nr. AB. 016 232 d.d. 12-11-1660.
Dat voor ons gecomen is JOOST sone JAN JAN HOBERGHE gecomen sijnde tot sijnen mondighe dage, heeft wel wettelijcken vercocht, overgeven ende op gedraghen THOMAS FRANSEN sijnne behuwde swager sijn goet ende gedeelte te weten de geheel helft in het goet genaempt HET DAEL (zie verderop acte 1670 als Thomas dit verpacht) gelegen tot BAKEL ter stede MIJLHESE aen den SCHUTBOOM waer van THOMAS FRANSEN de ander helft is toecomende met alle sijn appendensijen ende dependensijen daer aen ende bij gehoorende soe landt, groes, heijde ende wijde alles waer den voorschreven JOOST eenich bewijn < = bewind > af is hebbende soo huijs, schuer met eenen kamp lants daer aen geleghen met d’een seijde en d’een eijndt benefen de gemeijn straet ende d’ander seijde benefen erfnisse PETER van den BERGH ende het een eijndt scheijtende op erfnisse PETER HERMEN NOIJEN. Noch een stuck landt en wijvelts genaempt DEN ROBBERT met d’een seijde nefen de gemeijn straet ende d’ander seijde benefen erfnisse ANTHONIJS VRIJNSEN ende het een eijnt op ANTHONIJS VRIJNSEN, schijetende van daer op erfnisse LIJN JAN WELTEN. Noch een heijtvelt met een seijde en een eijnt op erf MERKEN Weduwe PETER WIJLLEMS ende d’ander seijde het Convent van BIJNDEREN ende het ander eijnt op erfnisse ANTHONIJS VRIJNSEN. Noch een stuck ackerlandts genaempt HET ROIJ met d’een seijde benefen erfnisse de erfgenamen LEENDERT van HOUT tot HELMONT ende d’ander seijde benefen erfnisse PETER HERMEN NOIJEN ende d’een eijndt den gemeijnen wech schijetende van daer op erfnisse PETER HOEBEN met meer andere ende heeft hij vercoper op het voorschreven goet ende erfnis helmijntghe verteghen tot behoeft sijns copers voorschreven alle pachten ende cijnsen die daer met recht uijt sijn gaende staen tot laste van THOMAS FRANSEN coper voorschreven voorts moet THOMAS onderhouden alle gebuerlijcke lasten ende servetuijten alles sonder aerch ofte liste voor Schepenen DANIEL MACKALLEN ende HENDERIJCK JAN LEENDERS den 12 November 1660.
Inv.nr. AB. 016 231. d.d. 25-04-1661.
JOOST sone JAN JAN HOEBERGHS bekent te volle voldaen ende betaelt te sijn van THOMAS FRANSEN sijnen swager van den coop van het goet dat THOMAS van hem heeft gecocht geheten HET DAEL gelegen tot MILHEZE aen DEN SCHUTSBOOM waer van transport en vest is gedaen den 12 November 1661 soo dat JOOST op den voorschr. coop niet meer en heeft te spreken maer PETER JAN HOEBERGHS heeft voor desen op het selve goet geleent een hondert gulden welcke een hondert gulden sullen op het voorschr. goet bliven staen, soo lange als het PETEREN gelieven sal maer is onder sproken ofte gebuerde dat PETER JOOST te sterven quamen eer JOOST voorschr. dan sullende 50 gulden comen ten proffite van JOOST JAN JAN HOEBERGHS sijnen neeff maer want PETER de hondert gulden noetsatelick van d’een heeft soo sal THOMAS FRANSEN aen PETEREN voorschr. ten alle teijden moet betalen sonder dat THOMAS JOOST sijnen swager daer iet of sal mogen in brengen in teken der waerheijt ende tot vasticheijt hebben JOOST ende THOMAS FRANSSEN dese met hen eijgen handen ondertekent op den benefen ons Schepenen DANIEL MAKKALLEN ende MARCELIS GERAERTS op den 25 Aprijl 1661.
Broer van Thomas ? Inv.nr. AB. 016.232. d.d. 16-03-1665.
Op huijden den 16 Meert 1665 soo hebben JAN JOCHEM BOONEN ende JAN FRANSSEN als man ende mommer van JENNEKEN sijn wettige huijsvrouwe als dochtere JOCHEM BOONEN, HENRICK GEERAERTS (Bracx JL) als man ende mommer van LIJN sijn wettige huijsvrouwe dochtere JOCHEM BOONEN voorschr. PETER JAN WILBERS als men ende mommer van HENRICKEN sijne wettige huijsvrouwe als dochtere JOCHEM BOONEN voorschr.. altesamen kijnderen ende Erfgenamen JOCHEM BOONEN voorschr. ende hebben in dier qualiteijt gescheijden ende geerfdeijlt gelick sij scheijden ende erfdeijlen mits desen gelick hier naer beschreven sal woorden.
Inventarisnummer AB. 016 – 231. d.d. 13-06-1675. Uijtgemaeckt. JOOST NELIS bekent ende seijt wel ende duechdelijck schuldich te sijn aen JENNEKEN Weduwe JAN FRANSSEN de somme van 50 gulden capitael etc.
Broer van Thomas ? Inv.nr. AB. 016 231. d.d. 08-10-1669. Copije. Alsoo daer questien ende verschillen sijn op gestaen ende geresen tussen de kijnderen van WILLEM AERTS saliger, te weten tussen WILLEM den outsten soon ende de vier andere kijnderen met namen DIRCK en JAN WILLEM AERTS en DIRCK FRANSEN als man ende mommer van JENNEKEN WILLEM AERTS sijn huijsvroue ende WILLEM PETER CEELEN als man ende mommer van WILBERTKEN WILLEM AERTS sijn huijsvroue. Item in den iersten soo heeft WILLEM AERTS achter gelaten eenich Leen goet welck Leengoet WILLEM den outsten soon pretendeerden voor sijn selven ende allen te houden sonder dat de andere kijnderen daer iet wats af souden hebben ofte genieten ende ten anderen dat WILLEM AERTS hennen vader saliger WILLEMEN den outsten soon hadde gegeven alle de beesten ende tocht ende waes niet beschreven ofte nie wetelick gemackt soo is tusschen spreken van goede mannen gemackt ende geackerdeert op dese conditie.
Inv.nr. AB. 016 231. d.d. 18-01-1671. Copije. DIRCK FRANS JAECKES bekent ende seijt wel ende duechdelick schuldich te sijn aen ende ten behoeve van JAN JANSSEN NOIJEN de somme ende quantitijt van 200 gulden den gulden ad 20 stuijvers het stuck te rekenen Brabants, welcke 200 gulden sijn her gecomen ende geprosedeert van goet geleendt gelt te danck bij den voorschr. DIRCK FRANS JACOBS ontfangen tot sijn volcomen contentement, welcke voorschr. 200 gulden sullen staen een jaer ofte soo lange als paertijen gelieven sal, mits nochtans ondersproken wie wilt schieten ofte ontfangen gehouden sal sijn 3 manden voor den uijtgaenden tijt op te seggen voor welcke 200 gulden DIRCK FRANS JACOBS gelooft tot intrest 10 gulden den gulden ad 20 stuijvers het stuck te rekenen als voor waer van den iersten pacht vervallen ende verschijnen sal op ons Lief Vrouen Lichtmis dach als men schrijven sal 1672 ende alsoo van jaere tot jaere soo lange als dese voorschr. 200 gulden niet wederom en sijn gegeven voor welcke voorschr. 200 gulden met den intrest van dien DIRCK FRANS JACOBS verbint sijnen persoon ende alle sijne goederen hebbende ofte vercrigende onder verbant ende met renonciatien als naer rechten alles sonder aerch ofte liste in teken der waerheijt ende tot vasticheijt heeft DIRCK FRANS JACOBS dese geloofte nefens mij NICLAES van NEERVENS ende REIJNDER PETERS, Schepenen, ondertekent op den 18 Jannuarij 1671. Dit Merck X heeft geset DIRCK FRANS JACOBS, gelovere.
Inv.nr. AB. 016 232. d.d. 01-05-1671. Dat voor ons gecomen sijn FRANS JACOBS en DIRCK sijnen soon ende hebben wel ende wettelicken vercocht, opgedragen ende overgegeven aen JAN JANSSEN den SMET een stuck ackerlants geheten HET HESKEN gelegen in DE SCHUTSE ACKER groot ontrent drie Lopensaets oft soo groot als het aldaer gelegen is, met d’een seijde gelegen benefen erve de Weduwe WILLEM MAERCELIS VERBERNE, d’ander seijde benefen erve JAN JOCHEMS, schietende van eenen gemeijnen wech erfenisse Meester JAN tot VLIERDEN, het selve los ende vreij uijtgeschijden Dorpscommer ende andere lopende Dorps lasten. Gelovende het voorschr. vercopen, opdragen ende overgeven met de vertijdenissen van dien eeulicken te houden voor goet vast, gestadich ende van werden, onder verbant ende met renonciatien als naer rechten, alles sonder aerch ofte listen. Actum den 1 Meij 1671. Testes Schepenen NICLAES van NEERVEN ende REIJNDER PETERS.
Inv.nr. AB. 016 231. d.d. 23-05-1671. Copije. FRANS JACOBS en THOMAS en DIRCK sijn soonen bekenne wel ende duechdelick schuldich te sijn aen JAN JAN AERIAENS den Smet de somme ende quatitijt van een hondert gulden, den gulden 20 stuijvers het stuck te rekenen Brabants gelt, welcke 100 gulden sijn her gecomen van goet geleent gelt te danck bij FRANS JACOPS en bijde sijn soonen ontfangen en tot hunne volcomen contentement, welcke 100 gulden sullen staen een jaer ofte soo lange als paertijen gelieven sal, mits nochtans ondersprocken dat de genen die wilt schieten ofte ontfangen gehouden sal sijn 2 manden voor den uijtgaenden tijt op te seggen voor welcke voorschr. 100 gulden de voorschr. gelovers geloven alle jaer tot intrest te geven ende te betalen vijff voor welcke voorschr. 100 gulden met den intrest van dien FRANCIS JACOPS met beijde sijn soonen voorschr. verbinden hunnen persoonen een voor al als schuldenaer principael op verbant ende met renonciatien als naer rechten en alles sonder aerch ofte liste ende in teken der waerheijt ende tot vasticheijt hebben sij geloveren dese gelofte benefens mij NICLAES van NEERVEN ondertekent op den 23 Mij 1671. Dit merck heert X geset FRANS JACOBS, verclaerende niet te connen schrijven. Dit merck heeft X geset THOMAS FRANSEN verclaerende niet te connen schrijven. Dit merck heeft X geset DIRCK FRANSSEN, verclaerende niet te connen schrijven.
Inv.nr. AB. 016.232. d.d. 26-03-1665.
Dat voor ons gecomen sijn LENNAERT HERMENS ende JAN HERMENS in hennen vollen bedde ende hebben wel ende wettelicken vercocht opgedragen ende over gegeven aen FRANS JACOPS een stuck lants gelegen tot BAECKEL ter stede geheten IN DE SCHAUWSE ACKER genaempt HET HEESKEN met bijde de seijden benefen erve HUIJBERT AERTS ende met meer anderen, schietende van erve HUIJBERT AERTS op eenen gemeijnen wech, alles als sij seijden ende het selve los ende vrij uijtgescheijden Dorps comme rende lasten, gelovende het selve vercopen, op dragen ende overgeven met de vertijdenisse van dien eeulicken ende althijt te houden voor goet vast gestadich ende van werden onder verbant als naer rechten, alles sonder aerch ofte liste. Actum den 26 Meert voor Schepenen MATHIJS WILLEM HERMENS ende MAERCELIS GERAERTS.
Inventarisnummer AB. 016 – 231. d.d. 14-04-1674.
Op huijden den 14 Aprijl 1674 soo sijn voor ons Schepenen NICLAES van NEERVEN ende HERMAN WILLEMS, THOMAS FRANSSEN ende JOOST JAN HOOBERGHS de welcke sijn geackerdeert van alle het gene dat achter gebleven is door doodt ende aflivicheijt van PETER HOOBERGHS des voorschr. THOMAS FRANSSEN ende JOOST JAN HOOBERGHS oom op dese naer volgende conditiën.
Item in den iersten sal THOMAS terstont op seggen ende betalen aen JOOST JAN HOOBERGHS de somme van 50 gulden Hollants gelt. Noch sal THOMAS geven ende betalen aen den voorschr. JOOST JAN HOOBERGHS desen ierstcomenden Alder Heijligen dach te weten den 1 November 1674 sonder eenigen voorderen uijtstel ofte delay waer 175 voor THOMAS FRANSSEN sal ontfangen ende in bueren alle schulde soo abbelegatien, renthen ofte ander schulden het welck is achter gebleven bij doot ende aflivicheijt van PETER JAN HOBERGEN hunnen oom mits dat THOMAS voorschr. ook sal hebben die bien die PETER hunnen oom heeft achtergelaten. Maer sijn PETER klederenkist en kas hemden sullen sij met hun beijden paerten ende deelen, met welck ackort doot ende te niet sal sijn alle het gene dat THOMAS voorschr. ende JOOST JAN HOBERGEN met malcanderen in eeniger manieren te doen souden mogen hebben Hier voor verbinden sij paertijen hunne respective persoonen ende alle hunne goederen present ende toecomende onder verbant ende met renonciatien als naer rechten, alles sonder arglist.
Inv.nr. AB. 016 231. d.d. 03-06-1670. Copije. Onder conditien ende voorwaerden hier naer volgende ende beschreven soo heeft FRANS JACOBS verpacht gelick hij verpacht mits desen sijn goet ende erfnisse gelegen tot MILHESE onder BAECKEL, genaempt HET DAEL ende dat aen AERIAEN van SOON.
Dit Merck X heeft geset FRANS JACOBS verpachter vercondigde niet te connen schrijven.
Inv.nr. AB. 016 231. d.d. 06-02-1662.
Op huijden den 6 dach der maent Februarij 1662 soo heeft FRANS JACOBS verhuert gelick hij verhuert mits desen sijn goet end gelach gelegen tot MIJLHEESE ter stede ontrent DEN SCHUTSBOOM genaempt HET DAEL ende dat aen ADRIAEN van SOON, soo groot ende kleijn als het aldaer gelegen is ende gelick ADRIAEN voorschr. dat tegenwoordich in sijn gebruijck is hebbende onder conditiën ende voorwaerden hijer naer beschreven.
Item dese hueringhe sal aenvanck nemen Pijnsteren 1662 ende sal staen ende dueren twee jaeren naest malcanderen volgende. Item den pachter gelooft gelick hij gelooft mits desen voor dit sijn gepachte goet alle jaeren voor het gebruijck van dien te geven ende te betalen aen FRANS JACOBS voorschr. veerthien vaten roggen mate van HELMONT goet leverbaer coren met vlegel en wan wel bereijt ende noch thijn gulden in gelt ende twee vijmen dack dack schoven ende die te decken naer laets recht. Item den pachter gelooft oock noch te betalen alle omgelden soo pachten, chijnsen die met recht uijt het voorschr. goet sijn gaende, oock verpondingen ende andere dorpse lasten, soo dat den verpachter alle jaeren sal vrij genieten ende ontfangen 14 vaten roggen en 10 gulden gelick voorschreven staet ende is oock ondersproken dat den pachter in het leeste jaer geen mist van dit sijn gehufte goet en sal mogen vervoeren als behoorlick hoff mist te weten 8 off 10 kaerssen ende is oock ondersproken dat den pachter alle jaer sal moeten betalen voor Pijnsteren sijnen belooffden pacht off dat hij van dit sijn gepachte goet sal moeten vertrecken op Pijnst avont. Hijer voor verbijnden sij pachter ende verpachter hennen personen ende henne goederen hebbende ende vercrijgende geen van dien uijtgescheijden verstaende hijer inne alle benefitien van rechten soo geestelicke als wereltlicke. Hoe wel de gemeene rechten dicteren, dat generale renonciatien niet en valideert ten sij dat speciale voor gae, alles sonder aerch ofte liste in teken der waerheijt ende vasticheijt hebben sij pachter ende verpachter dese conditiën met hen eijgen hanteeken benefens ons Schepenen in BAKEL ondertekent DANIEL MAKKALLEN ende REIJNDER PETERS. Actum als boven.
Dit Merck heeft X geset FRANS JACOBS. Dit Merck X heeft geset ADRIAEN van SON.
Inv.nr. AB. 016 232. d.d. 17-04-1662.
GEVAERT HOEBEN in sijnen vollen bedde ende heeft wel ende wettelicken vercocht, op gedragen ende over gegeven aen WILLEM AERTS de vijerde paert van eenen buender hoijlants gelegen tot BAECKEL ter stede geheten IN DE BAECKELSE BEMDEN aen DE WAT STAEP hoijende jaerlicx met WILLEM AERTS coper ende FRANS JACOPS ende rijende jaerlicx met MERKEN PETER WILLEMS en JAN GOORTS van AERLEN met meer anderen ende het selve los ende vreij uijtgescheijden dat het selve is Leenrueriche aen de Comedurije GEMERT. Voorts vrij uijtgescheijden Dorps commer ende lasten. Gelovende het voorschr. vercopen, op dragen ende overgeven met de vertijdenisse van dien eeuwelicken ende althijt te houden voor goet vast, gestadich ende van werden onder verbant als naer rechten.
Inv.nr. AB. 016 232. d.d. 17-04-1662.
GEVAERT HOEBEN in sijnen vollen bedde ende heeft wel ende wettelijcken vercocht, opgedragen ende overgegeven aen WILLEM AERTS een weijvelt gelegen in de Prochie van DORNE ter steden geheten OP DEN MOLEN HOFF met d’een seijde benefen erfnisse RUT MATHIJSSEN op RUT ende MATHIJS JOOSTEN, d’ander seijde benefen erfnisse MAERCELIS JANSSEN VERBERNE, schietende van erfnisse WILLEM AERTS coper op erfnisse FRANS JACOPS ende het selve los ende vreij uijtgescheijden Dorps comme rende lasten. Gelovende het voorschr. vercopen op dragen ende overgeven met de vertijdenisse van dien eewelicken ende althijt te houden voor goet vast gestadich ende van werden ende heeft helmelinge vertijdenisse gedaen onder verbant als naer rechten, alles sonder aerch ofte liste. Getuijgen waeren hier over DANIEL MACKKALLEN ende MATHIS WILLEM HERMENS beijde Schepenen in BAECKEL. Actum den 17 Aprijl 1662.
Oud Rechtelijk Archief Bakel en Milheeze. Inventarisnummer AB. 016 – 231.d.d. 08-04-1681.
Dat voor ons gecomen sijn JAN JANSSEN NOIJEN ende MATHEUS WILLEMS als man ende mommer van MAERGRIET dochtere JAN JANSSEN NOIJEN ende LIJSKEN dochtere JAN JANSSEN NOIJEN ende GORT DIRCK FRANSSEN voor sijn selven ende LIJSKEN DIRCK FRANSSEN met haer geassesseert DIRCK FRANSSEN voorschr. altesamen kinderen ende erfgenamen van JAN PETER NOIJEN hebben in dier qualiteijt wel ende wettelicken vercocht op gedragen ende over gegeven aen CORST ANSEMS hun goet ende erfnisse gelegen tot BAKEL geheten AEN HET OVERSCHOT gecomen van JAN PETER NOIJEN voorschr. hunne vader ende grootvader, gelick hun dat te lote ende te deel is gevallen met alle sijn appendentien ende dependentiën daer aen ende bij gehoorende geen van dien uijtgeschijden, mits ondersprocken dat den voorschr. copers al moeten betalen alle pachten ende chinsen die met recht uijt het voorschr. goet sijn gaende, voorts los ende vreij uijt geschijden Dorps comme rende andere Dorps lopende lasten. Gelovende sij vercoperen het voorschr. vercopen, opdragen ende overgeven nu ende altijt te houden ende doen houden voor goet vast stedich ende van werden onder verbant ende met renonciatien als naer rechten alles sonder aerch ofte liste.
d.d. 20-02-1698.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergenoemt HENDRICK WILBERTS inwoonder alhier den welcke van huijden dato ondergeschreven over vier eerstcomende jaeren heeft gelooft te geven, restitueeren ende te betaelen, aen GOORT DIRCK FRANSEN inwoonder tot DEURSEN, eene capitaele somme van een hondert gulden, etc.