Op 23-8-1629 is voor mij Francoijs Ursinis openbaer ende geaucthorizeert schoolmeester bij commandeur ende kercken raden op Crevecuer verschenen Jan Janss Engels man constabel opt fort Creveceur ende Anneken Jans vqan Berlickem sijne huijsvrouwe, die hun testament maken. Zij bepalen dat den lancxtlevenden van haer beijden sall blijven in volle possessie ende gebruijck van alles bijden eerst overledenen naegelaten ende met de doot ontruijmpt. Aengaende de 3 streepkens weijlant in Berlicum inde loofferstraet, belendingen: Rut Adriaen Rutten; de weteringe; Tijs Janss; Jan Janss eijgenaer; dije sall den lancxtlevenden vermogen te versetten, vercoopen ofte belasten naer sijn belijeven, maer dije andere goederen nijet. Ende oft het gebuerde dat sij comparanten beijde quamen afflijvich te worden nae latende eenich kijndt ofte kijnderen in haer houwelijck bij haer beijden geprocureert ende gewonnen, in sulcken gevalle soo sullen alle huer naegelate goederen moeten geseet ende onderverdeelt blijven ter tijt toe, dat het joncxte kijnt sall tot sijne mondige dagen gecomen sijn, namelijck tot sijn 25 jaren, ende sullen alle hare naegelate kijndren van deese goederen moeten onderhouden worden.
Aldus gedaen ten daege ende jare qals boven in presentie ende tegenwordicheijt van onderstande gelooffweerdige getuijghen. Actum Crevecuer, datum als boven. Ende was ondert. aldus: dit is het merck van Jan Janssen testatuer; dit is het merck van anneken Janss; dit is het merck van Frans Peters; Daniel Pierss als getuijge; in kennisse van mij Francoijs Ursinius S.M.
Concordat cum suo originali. Jegers.
Jacob sone Jan Huijbertss, Danijel Eijmberts ende Merijken sijne sustere, kijnderen Eijmbert Danielss, deselve Danijel ende Jan Janss de Bitter als momboren vande onmondige kijnde wijlen Adriaen Eijmbertss bijden zelven Eijmbert ende Metken dochtere Jan Huijberts verwect, Claes ende Marten gebroederen, kijnderen Huijbert Janss, ende Huijbert Thonis Huijberts als mombor van Jenneken sijne huijsvrouwe een dochtere van Huijbert Janss vors, de selve Huijbert, Claes ende Marten soo voor hun selven als mede inden naem van Merijken hunnen sustere ende Jan Hendrickx als momboir van Gerartken sijne huijsvrouw dije een dochtere is van Huijbert Janss vors, daer voor sij hun sterck maecken; hebben eenen merghen hoijlants in Berlicum inde beemden aende Aa cant, belendingen: erffve der abdije van Berne; erfgenamen Gijsbert Peters met meer andere; sr. Hendrick van Casteren; welcken mergen hoijlants Catharina dochter Jan Huijberts bij haren besloten testamente hadde beset aen Drijes Jan Huijberts haren broedere (testament voor schepenen in Berlicum d.d. 23-1-1638); ende welcken merghen hoijlants de selve Andrijes Jan Huijbert bij forme van accorde hadde opgedragen aende vors Jacob Jan Huijberts, Marten ende Claess vornt. het hunne consorten kijnderen Huijbert Jan Huijberts ende aen Danijel, Jannen ende Merijken vors met hunne consorten kijnderen des vors Eijmbert Danijels (schepenbrief Berlicum d.d. 16-4-1638); verkocht aan Jannen sone Eijmbert Danijelss. Belast met een erfcijns van 21 stuivers aen tgroot gasthuijs binnen sHertogenbosch.
Testes scabini Tijs Martens Ververdonck ende Jan Goijarts hac 2-6-1638.
Depost hebben Jan, Danijel ende Merijken kijnderen Eijmbert Danijelss door accorde ende tusschen spreecken van goede mannen geloofft te betalen voor sijn contingent aen Heijlken onmondige dochter Adriaen Eijmberts de somme van 15 gulden. Actum coram scabinis ut supra.
Jan soone Wouter Aerdts, Aert Jansse van Son als man van Jenneken dochter Wouter Aerts, Jan Dries Jan Huijberde als man van Meriken dochter Wouter Aerts, Michiel Wouter Aerts als man van Aelken dochter Wouter Aerts (ingevoegd: Maerte Wouters en Henrick Aertssen), altesamen kinderen ende erffgenamen van Wouter Aerdt Daniels ende Arijke sijne huijsvrouwe tsamen verweckt; hebben gemaeckt een erffdeijlinge van alle de goederen, erven ende gronden bijde voors hunne ouders achtergelaten.
(1) Hendrick Arts is ten deele gevallen: dat ouwe huijs gelegen in Berlicum aen broeckven metten hoff, est, grote del ende den misse soot affgepaelt is, belendingen: oost Gerrit Coppen; west de gemeente van Broeckven; dit loth sal uijttkeren 100 gulden ten proffijte van Antonien hoeff ende noch 100 gulden ten proffijte vant huijs inden onderstal.
(2) Gerrit vande Couveringhe in plaetse van Giele Wouters is ten deel gevallen: den scherpen houck ende 4 loopens met het landt daer neffens gelegen in Berlicum, belendingen: oost de groote del; west Arij Zegers. Dit loth sal uijtkeren ten proffijte vande gemene erffgenamen de somme van 35 gulden eens.
(3) Maerte Wouters is te deel gevallen: het hoogh ende leech cleetje metten del ende een streep lants aen Broeckven onder Berlicum, belendingen: oost het 2e loth; zuid Arij Zegers; de weteringhe. Dit loth sal uijttkeeren eens de somme van 25 guldens ten proffijte vande gemene erffgenamen.
(4) Jan Wouters is ten deel gevallen: den hoeff gelegen in Berlicum aenden doornen houck, belendingen: oost erfgenamen Willemke Jan Theunis; west Faes Pieter Hendricx; Thijs Ariens van Heretom; de gemeente. Belast met 6 sester rogghen pachts jaerlijcxe vervallende vrouw lichtmis. Dit loth sal genieten vant eerste loth 100 guldens.
(6) Aert Jansse van Son is te deel gevallen: Hendrick Jordens acker mette camp in Berlicum, belendingen: oost het 5e loth; west Dries Jan Huijberde; noord de gemeente van Berlicum; noch den camp geleghen aende werrits, belendingen: oost Arije Gerrit Coppen; west Pieter Gerrits; de gemeene steech; de convente van coudewaeter. Uijt dit loth gaet Jan Elijcx een rente van 7 stuijvers aende geinteresseerde die daer toe gerechtight zijn. Dit loth sal uijttkeren de somme van 300 gulden eens aen het 5e loth tot betalinge vant huijs inden onderstal, mits conditie dat Jan Wouterse mede sal gelden een seste part.
Item de 300 gulden welcke het 6we loth moet uijttkeren aent huijs inden ondestall wesende het 5e loth sullen comen tot betalinghe van Jan Wouters. [in marge: dese 300 gulden sijn bij Jan Wouters ontfangen. Actum coram Giele Wouters ende Joseph Jans den 15-6-1651. Hubertus Schortes secret.] Mits conditie dat hij daer mede in sal gelden een seste part. Ende den est staende bijt eerste loth sal moeten geruijmt zijn binnen den tijt van 1 jaer; de schop, nemende an t’eerste loth op het 5e loth mede te ruimen binnen sjaers ende voorts sullen de achterste loothen wegen ende haren uijttganck hebben over de steegh ende voorts sal t’eerste loth heinten ende vreeden zonder de andere te beschadighen te weeghen tot de gemeente toe.
Actum den 25-4-1651 ter presentie van Thijs Ariens van Herretom ende Aert Claesse van Swanenbergen schepenen.
Jan sone Tijs Janss van Croij heeft vercocht aen Jan Wouter Aertss een erfrente van 2 gulden 10 stuijvers vervallende jaerlijcx op ons lijeff lichtmiss dach, van ende vuijt een stuck hoplants groot ontrent een lopen gemeijnlijck genoemt den tegger, gelegen inden coolhoff binnen Berlicum, belendingen: kijnderen Jan Adriaen Zegers ende Catalijn Floriss Colen; mr. Aert van Brochoven. Te lossen met 50 guldens eens, opzegtermijn van een half jaar.
Actum den 24-1-1650 coram scabinis Peter Gerarts ende Adriaen Gerart Coppen.
[akte doorgehaald, in marge:] Jan Wouters Aert Daniels bekent van den inhout deser te weten vande 50 gulden met den interest van dien ten dancken voldaen te zijn, consenterende in de cassatie deses den 24-1-1664. Quod attestor Hub. Schortes.