Notaris-, schepen- en andere akten

1 J. Heijmans, dienaar van de inwoners van Hapert, verklaart aan Nicolaus, bisschop van 's-Hertogenbosch, dat Christianus Heijmans Harensis, primissarius en schoolmeester in Hapert, geschikt is om tot priester gewijd te worden.

2 Aegidius Materne, onderpastoor van Sint-Michael te Leuven, verklaart dat Rutgerus de Moor Sylvaeducensis, alumnus van het Pauscollege, de roepen voor het subdiakonaat, dat hij op paaszaterdag gaat ontvangen, gehad heeft in de parochiekerk van Sint-Michael in Leuven en dat er geen beletselen zijn ontvangen.

3 Christianus Beusecum verklaart aan de bisschop dat Arnoldus Reisbosch Hilvarenbecanus, alumnus van het Seminarium Bonorum Pastorum te Leuven, geschikt is om subdiaken te worden. Tevens bericht hij over de uitvoering van het testament van heer Johannes Bollius, die zes beurzen wil stichten voor meisjes in het klooster van de annunciaten waarover moeilijkheden zijn ontstaan tussen Martinus Bollius en de annunciaten met betrekking tot het presentatierecht.

4 Thomas Stricken, pastoor van Asten, verklaart aan de officiaal van 's-Hertogenbosch dat Petrus Vis in het begin van de Vasten subdiaken geworden is en aan het eind ervan al vraagt om tot diaken gewijd te worden. Hij heeft de tweede roep ervoor op Palmzondag gahad. Intussen heeft hij hem al geassisteerd en de kapelaan in Vessem vervangen en is daar primissarius, schoolmeester en koster. De pastoor vraagt hem toe te laten tot het diakonaat.