Int jaer ons Heren M. CCC. vyftech ende neghen, achtiene daghe binnen lochmaent.
De schepenen van Breda, Gerard die Bonte, Jan Mathyszoon en Jan van Woude, verklaren dat Pauwel Bystroe schuldig is aan Diederik Tielken 2 schellingen oude groote op een huis gelegen " opten Hoernike", en dat Pauwel van Diederik genomen heeft 1/5 van een beemd, achter "die belkenaemsche bergh" gelegen, voor 12 groote erfcijns, te Breda, en veronderpand op verscheidene goederen. [zie ook nrs. 176, 184, 258]
Int jaer ons Heren M. CCC. vyftech ende neghen, achtiene daghe binnen lochmaent.
De schepenen van Breda, Gerard die Bonte, Jan Mathyszoon en Jan van Woude, verklaren dat Pauwel Bystroe schuldig is aan Diederik Tielken 2 schellingen oude groote op een huis gelegen " opten Hoernike", en dat Pauwel van Diederik genomen heeft 1/5 van een beemd, achter "die belkenaemsche bergh" gelegen, voor 12 groote erfcijns, te Breda, en veronderpand op verscheidene goederen. [zie ook nrs. 176, 184, 258]
Op de rugzijde : xxiiij oude g. — ij scellinge oude grote, iiij gulden ii st. ij st. ouder gr. erflic op Ottermans huysen (XVIe e.). — Petrus Stevens s. groote niet in den boeck. ij st. ij s. (XVIIe— 2 schellinge oude groote. 2-2-3 ort, (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 39 ; cart. B, fol. 59 ; cart. C, fol. 20 vso.