Int jair ons Heren M. CCC. ende tseventich op sente Thomaes dach apostel.
Voor de schepenen van Breda, Barthel Godscalxzoon en Jan Mathyszoon, verklaart Jan Tyerlote dat hij als almoes geschonken heeft aan de priorin der nonnen van Breda, tot de stichting van een jaergetijde, een jaarcijns van 3 schellingen groote, met onderpand volgens het goed waarover de akte van 13 November 1359 (nr. 84).
Int jair ons Heren M. CCC. ende tseventich op sente Thomaes dach apostel.
Voor de schepenen van Breda, Barthel Godscalxzoon en Jan Mathyszoon, verklaart Jan Tyerlote dat hij als almoes geschonken heeft aan de priorin der nonnen van Breda, tot de stichting van een jaergetijde, een jaarcijns van 3 schellingen groote, met onderpand volgens het goed waarover de akte van 13 November 1359 (nr. 84).
Op rugzijde: geen aanteekening.
Afschrift : Cart. A, fol. 24 ; cart. B, fol. 40 ; cart. C, fol. 3 vso.