Int jair nos Heeren duysent vierhondert vivenvyftig, twintich daghe in Meye.
Jan vander Putte en Peter van Buyten, schepenen van Breda, getuigen dat Cornelis van Ringelberch verkocht heeft aan Adriaan van Gageldonck drie schellingen groote erfcijns, naar inhoud van den schepenbrief van 10 Juni 1432 (nr. 322).
Int jair nos Heeren duysent vierhondert vivenvyftig, twintich daghe in Meye.
Jan vander Putte en Peter van Buyten, schepenen van Breda, getuigen dat Cornelis van Ringelberch verkocht heeft aan Adriaan van Gageldonck drie schellingen groote erfcijns, naar inhoud van den schepenbrief van 10 Juni 1432 (nr. 322).
Op rugzijde : J. p. Goessen (XVe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 38 vso ; cart. B, fol. 58 vso ; cart. C, fol. 20.