Int jair ons Heeren duysend vierhondert vivenvyftich, acht dage in October.
Voor Willem Jan Willemssoonszoon en Barthenmeeus Janszoon, schepenen van Princenhage, getuigt vrouw Mechteld van Ryswyck, priorin van St Catharinadal, met haar voogd Adriaan van Goerle, ingewonnen te hebben voor haar klooster een erfpacht van 6 loop rogge 's jaars, veronderpand volgens den schepenbrief van 5 Februari 1410 (nr. 207).
Int jair ons Heeren duysend vierhondert vivenvyftich, acht dage in October.
Voor Willem Jan Willemssoonszoon en Barthenmeeus Janszoon, schepenen van Princenhage, getuigt vrouw Mechteld van Ryswyck, priorin van St Catharinadal, met haar voogd Adriaan van Goerle, ingewonnen te hebben voor haar klooster een erfpacht van 6 loop rogge 's jaars, veronderpand volgens den schepenbrief van 5 Februari 1410 (nr. 207).
Afschrift : Cart. B, fol. 141 ; cart. C, fol. 89.