Int jaer ons Heren duysent vyerhondert vyer ende tsestich drye dage in Januario.
Voor schepenen van Terheyden, Cornelis Huygh Diercxsoenszoon en Cornelis Lauwreys Reynboutszoon, getuigt Gorijs Geritszoon verkocht te hebben aan Peter wijlen Hendrikszoon van Chaem, geheeten van Ryele 7 1/2 gouden geldersche Arnoldusgulden uit 4 bunder beemd gelegen in den Steenbergschen moer, «neven den wech die de Steenbergsche vaert plach te wesen op deen syde ende des voirs. Goris Gerytssoons ander erve op dander syde».
Int jaer ons Heren duysent vyerhondert vyer ende tsestich drye dage in Januario.
Voor schepenen van Terheyden, Cornelis Huygh Diercxsoenszoon en Cornelis Lauwreys Reynboutszoon, getuigt Gorijs Geritszoon verkocht te hebben aan Peter wijlen Hendrikszoon van Chaem, geheeten van Ryele 7 1/2 gouden geldersche Arnoldusgulden uit 4 bunder beemd gelegen in den Steenbergschen moer, «neven den wech die de Steenbergsche vaert plach te wesen op deen syde ende des voirs. Goris Gerytssoons ander erve op dander syde».
Afschrift : Cart. A, fol. 48 ; cart. B, fol. 101 vso ; cart. C, fol. 37 vso.
Op rugzijde : Ja. per Goessen (XVe e.). -- Michiel Piggen erfgenamen iiij Rg. x st. tsjaers (XVIe e.). — A (XVIIe e.).