Int jaer ons Heeren dusent vyerhondert eenentnegentich, sesthien dage in Februario.
Voor Willem Boeykens en Adriaan van Eyndmer, schepenen in Breda, erkent Luyck de Mandmaker schuldig te zijn aan Gielis Peter Theeuws 7 gulden, ieder 20 vl. grooten, uit huis en erf in de Karstraat te Breda.
Int jaer ons Heeren dusent vyerhondert eenentnegentich, sesthien dage in Februario.
Voor Willem Boeykens en Adriaan van Eyndmer, schepenen in Breda, erkent Luyck de Mandmaker schuldig te zijn aan Gielis Peter Theeuws 7 gulden, ieder 20 vl. grooten, uit huis en erf in de Karstraat te Breda.
Op rugzijde : vij gulden erflic (XVIe e.). — 1491, 16 febr. — In de kaerstraet. iij Rg. x st. — In 2e gesetten elc 35 st., f. 19. — No 10 en 11 (XVIIe e.).