Inden jare ons Heeren duysent vyfhondert ende sessentwintich den sevenentwintichsten dach van Januario, nae manyere van scryvene shof van Ludick.
Voor Cornelis Mathyss. en Jan Jooss., schepenen te Gastel, erkent Jan Jan van Eeckerenz. schuldig te zijn aan Pieter vanden Voghel, rentmeester van St. Catharinadal, 18 stuivers erfcijns, verzekerd op een half bunder « int gastelsche guedt, metten oestende aen Andries Janssz. erve, metter zuytzyden aen Cornelis Michielssz. erve, metten westende aen Jan van Breen Heymetter noortzyden aende cappelrye van sinte Bernoutsclooster erve gelegen ».
Inden jare ons Heeren duysent vyfhondert ende sessentwintich den sevenentwintichsten dach van Januario, nae manyere van scryvene shof van Ludick.
Voor Cornelis Mathyss. en Jan Jooss., schepenen te Gastel, erkent Jan Jan van Eeckerenz. schuldig te zijn aan Pieter vanden Voghel, rentmeester van St. Catharinadal, 18 stuivers erfcijns, verzekerd op een half bunder « int gastelsche guedt, metten oestende aen Andries Janssz. erve, metter zuytzyden aen Cornelis Michielssz. erve, metten westende aen Jan van Breen Heymetter noortzyden aende cappelrye van sinte Bernoutsclooster erve gelegen ».