Notaris Wilhelmus de Merica, priester van Luik, instrumenteert dat matrona Yda de Lumel, weduwe van Godefridus geheten Kenens, schenkt aan Henricus geheten Boden zoen de Kuke, clericus, alle schulden en tegoeden, acties en rechten van haar man Godefridus, te weten een schepenbrief van Retie waarin heer Johannes de Landwijc, ridder, en met hem Henricus geheten Dapper en Johannes geheten Broecman als borgen, 55 mottoenen Brabants geld beloofd hebben aan Godefridus; 50 oude schild, hem beloofd door heer Wilhelmus de Retie; 49 pond, hem verschuldigd door Arnoldus de Grulende de Retie wegens lijnwaad; 36 pond bij dezelfde Arnoldus wegens lijnwaad; 100 motoenen en 66 oude schild die haar man betaald had aan de provisor van Postel en waarvan 100 oude schild terugbetaald was; 20 gouden gulden of rijders of franken, gegeven aan de ondermeester van Postel; 2 oude schild te betalen uit een wei in Bergeijk geheten Die Vloet; 25 pond Vlaams, te betalen door matrona Ysabele de Peelt; een schepenbrief van 's-Hertogenbosch ter waarde van 60 mottoenen. Gedaan in het koor van de parochiekerk van Eykelberghe (Bergeijk) met als getuigen Martinus Kenens senior, Henricus geheten Haten en Johannes Tinctor de Endoven.
Notaris Wilhelmus de Merica, priester van Luik, instrumenteert dat matrona Yda de Lumel, weduwe van Godefridus geheten Kenens, schenkt aan Henricus geheten Boden zoen de Kuke, clericus, alle schulden en tegoeden, acties en rechten van haar man Godefridus, te weten een schepenbrief van Retie waarin heer Johannes de Landwijc, ridder, en met hem Henricus geheten Dapper en Johannes geheten Broecman als borgen, 55 mottoenen Brabants geld beloofd hebben aan Godefridus; 50 oude schild, hem beloofd door heer Wilhelmus de Retie; 49 pond, hem verschuldigd door Arnoldus de Grulende de Retie wegens lijnwaad; 36 pond bij dezelfde Arnoldus wegens lijnwaad; 100 motoenen en 66 oude schild die haar man betaald had aan de provisor van Postel en waarvan 100 oude schild terugbetaald was; 20 gouden gulden of rijders of franken, gegeven aan de ondermeester van Postel; 2 oude schild te betalen uit een wei in Bergeijk geheten Die Vloet; 25 pond Vlaams, te betalen door matrona Ysabele de Peelt; een schepenbrief van 's-Hertogenbosch ter waarde van 60 mottoenen. Gedaan in het koor van de parochiekerk van Eykelberghe (Bergeijk) met als getuigen Martinus Kenens senior, Henricus geheten Haten en Johannes Tinctor de Endoven.