Schepenen van Arendonk oorkonden dat Willem Broethuys, Aert vanden Putte, Jan Broethuys, Heinrick Broethuys en Claus Moers onder ede getuigd hebben dat "die van Postel" een gracht, geheten de Witte Gracht, hebben gegraven aan beide zijden van de Postelse dijkgracht, waarbij het water uit de Postelse dijkgracht wegliep tot aan Jan Belen gracht en verder tot het erf van Jan Yden, dat nu heet Jan van Vessem en Aert der Netsteren, en dat totdat de gracht door het zand dichtwaaide.
Schepenen van Arendonk oorkonden dat Willem Broethuys, Aert vanden Putte, Jan Broethuys, Heinrick Broethuys en Claus Moers onder ede getuigd hebben dat "die van Postel" een gracht, geheten de Witte Gracht, hebben gegraven aan beide zijden van de Postelse dijkgracht, waarbij het water uit de Postelse dijkgracht wegliep tot aan Jan Belen gracht en verder tot het erf van Jan Yden, dat nu heet Jan van Vessem en Aert der Netsteren, en dat totdat de gracht door het zand dichtwaaide.