Keizer Maximiliaan, Roomskoning, en zijn kleinzoon Karel, bevelen de eerste deurwaarder, op verzoek van Jan van Standonck, met anderen aangesteld door de schepenen van Schelle als bedezetter, om Peeter Cotereel en Cornelis van Boome, inwoners van Schelle, te dagvaarden voor de kanselier en de Raad van Brabant wegens beledigingen en slagen aan de bedezetter toegebracht tijdens de uitoefening van zijn ambt.
Keizer Maximiliaan, Roomskoning, en zijn kleinzoon Karel, bevelen de eerste deurwaarder, op verzoek van Jan van Standonck, met anderen aangesteld door de schepenen van Schelle als bedezetter, om Peeter Cotereel en Cornelis van Boome, inwoners van Schelle, te dagvaarden voor de kanselier en de Raad van Brabant wegens beledigingen en slagen aan de bedezetter toegebracht tijdens de uitoefening van zijn ambt.