skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Regesten

2114 Abdij van Postel, 1138-1797

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
2114   Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Geschiedenis
Verantwoording van de inventarisatie
Aanwijzingen voor het gebruik
Regesten
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 700
Records 701 t/m 800
Records 801 t/m 900
901 1559-01-26.
Koning Philips, hertog van Brabant, geeft op verzoek van broeder Jan van Buyle, meester en provisor van het godshuis van Postel, toestemming aan het godshuis 3018,5 gulden op te nemen, het huis in 's-Hertogenbosch te verkopen en de hoeve in Lommel te belasten tot 20 ponden jaarlijks wegens grote, nader gespecifeerde schulden. Gegeven te Brussel.
902 1559-02-13.
Schepenen van Eersel verklaren op verzoek van Conegondis, weduwe van Laureys Vervoort, dat Jan Everartss., oud zeventig jaar, verklaard heeft dat zij en Lauwreys Vervoort tevoren meer dan 35 jaar geleden verkregen hebben van Heyl Luijten of haar voogd en echtgenoot Art Bastiaens een erfpacht van een half mud rogge uit de Postels Hoeve opt Heyeneyndt.
903 1559-06-12.
Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder of bode bij de Raad van Brabant dat hij het vonnis van 15 juni 1553 in de zaak tussen de wethouders van Brussel en Elizabeth de Wintere ten uitvoer brengt en bij oppositie de opponenten voor de Raad daagt. Gegeven te Brussel.
904 1559-10-02.
Schepenen van Someren oorkonden dat Elisabeth, weduwe van Art Wouters, en haar zoon Henrick verkocht hebben aan Jan van Buylle, meester en provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een watermolen in Someren genaamd Vladeracken, met toebehoren, zoals Art Jan Wouters, vroeger echtgenoot van Elisabeth, deze gekocht had van Willem Bruynen voor schepenen van Someren op 16 november 1557.
905 1559-10-02.
Schepenen van Someren oorkonden dat Dyrcksken, weduwe van Marten Willem Bruynen, met betrekking tot haar vruchtgebruik, en heer Anthonis, priester, Henrick en Willem, broers, kinderen van Marten voorschreven, beloofd hebben aan heer Jan van Buylle, meester en provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dit godshuis de watermolen te Vleerken of Vladeracken, welke heer Jan vandaag in koop verkregen heeft van Elisabeth, Art Jan Wouters weduwe, en haar zoon Henrick, met een last van 4 oude groot hertogscijns en 3 karolusgulden, te betalen aan de broederschap van Onze Lieve Vrouw van Melanen (Milaan) in de kerk van Someren.
906 1559-12-11.
Koning Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder van de Raad van Brabant op verzoek van heer Jan Buyl, priester en provisor van het godshuis van Postel, wegens het onduidelijke bezit van cijnzen en renten in Reuzel, Oerle, Someren, Casteren, Turnhout, Mol, Balen en elders in Brabant akte van terrier (vernieuwing van leggers) te verlenen aan het godshuis. Gegeven te Brussel.
907 1560-06-22.
De officiaal van Luik geeft toestemming aan Judocus Arnoldi, priester van Luik, wonend in Berlicum, zonder beneficie, zijn testament te maken naar eigen behoefte.
908 1560-09-13.
Schepenen van Zeelst en Veldhoven oorkonden dat Wilm Gerart Hubenssen overgedragen heeft aan heer Jan Buijl, provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een stuk akkerland in Zonderwijk te Veldhoven, met een zijde en een einde grenzend aan goed van Postel.
909 1560-09-13.
Schepenen van Zeelst en Veldhoven oorkonden dat Anthonis Herbertssen overgedragen heeft aan heer Jan Buyl, provisor van het godshuis te Postel, een stuk akkerland in Zonderwijk te Veldhoven, onder meer grenzend aan goed van Postel.
910 1560-09-13.
Schepenen van Zeelst en Veldhoven oorkonden dat Elijzabeth Lauwreijs Danen dochter overgedragen heeft aan heer Jan Buijl, provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een akker geheten Den Diester Ecker, met twee zijden en een einde grenzend aan goed van Postel.
911 1561-08-15.
Guilielmus Douppaix, abt van Floreffe, verklaart hij nieuwe geschillen wil voorkomen tussen het huis van Postel en het dorp van Reusel die beslecht waren in 1537 juni 28, bezegeld door zijn voorganger Godefridus Martini, de provisor van Postel Johannes Broegel, en de schepenen van Reusel, welke overeenkomst onder andere inhoudt dat Postel voor zijn pachters enkele goederen kan houden, samen met de erop geplante eiken en het privilege rond die goederen nieuwe eiken te planten op 40 voet van de daar gelegen sloten. Omdat door verloop van tijd deze sloten en bomen kunnen verdwijnen en gekapt worden, moeten nieuwe grenzen aangewezen worden. De abt machtigt frater Johannes de Buyle, provisor van Postel, namens hem dit uit te voeren.
912 1561-10-01.
Jan van Hulsel, deurwaarder van de Raad van Brabant, geeft zijn relaas aan de Raad wegens het verzoek van heer Jan van Buyle, priester en provisor van het godshuis van Postel: hij is op 3 mei 1560 uit Brussel naar het godshuis gereden; vandaar op 5 mei naar de kerk van Arendonk en de vrijheid van Turnhout, op 12 mei naar de kerk van Lierop en Someren, op 19 mei naar Reusel, Hooge Mierde en Lage Mierde, op 23 mei naar de kerk van Bladel, Netersel en Casteren, op 26 mei naar de kerk van Strijp; daar heeft hij tijdens de mis de akte van terrier (vernieuwing van leggers) voorgelezen en de inwoners die cijnzen, renten of andere heerlijke rechten schuldig waren aan het godshuis opgeroepen dit binnen zes weken op nader genoemde plaatsen te melden, waarna hij deze publicatie aan de kerkdeur bevestigd heeft.
913 voor 1561-11-29.
Bernardus, kardinaal-diaken van Maria in Porticu en pauselijk legaat in Italia en Germania, oorkondt aan zijn familiaris Joannes Vael, clericus van Utrecht en paltsgraaf van de apostolische palts en het Hof van Lateranen, dat hij hem als dank voor bewezen diensten wil benoemen tot openbaar notaris, tabellio en gewoon rechter en voegt de tekst toe van het daartoe te gebruiken eedformulier uit 1516.
914 1561-11-29.
Theodericus Ghysberti, priester van Utrecht en apostolisch notaris, instrumenteert dat meester Johannes Vael, paltsgraaf van de apostolische palts en het Hof van Lateranen, heer Hadrianus Schoeck, kanunnik van Zaltbommel en baccalaurus in beide rechten, op diens verzoek benoemd heeft tot openbaar notaris, tabellio en gewoon rechter en insereert de toelating daartoe van Bernardus, kardinaal-diaken van Maria in Porticu. Met als getuigen Naydo Raet, kanunnik van Zaltbommel, en Johannes Guillihelmi, vicaris van de kerk van Zaltbommel. Gedaan in zijn woonhuis in Zaltbommel.
915 1561-12-16.
Philips, hertog van Brabant, oorkondt op verzoek van heer Jan Buyl, priester en provisor van het godshuis van Postel, dat op 16 juni 1440 de meester van Postel een accoord gesloten heeft met de inwoners van Reusel over de vroente of gemeint tussen Reusel en Postel, bevestigd op 22 mei 1441, waarbij Postel de gemeint vrij mag uitgeven. Op 28 juni 1537 heeft Jan de gehele gemeinte uitgegeven aan die van Reusel voor 6 karolusgulden tot nadeel van het huis van Postel. Philips beveelt zijn eerste deurwaarder van Brabant de ingezetenen van Reusel voor Kanselier en Raad van Brabant te dagen om het verzoek van eiser te aanhoren om het verdrag nietig te verklaren of Postel schadeloos te stellen. Gegeven te Brussel.
916 1562-12-12.
Schepenen van Oerle oorkonden dat Cristiaen Michielssen in ruil overgedragen heeft aan Quirijn Andriessen, gemachtigde van heer Jan van Buijl, meester en provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een stuk land in Oerle, op een zijde na rondom grenzend aan goederen van Postel.
917 1563-07-27.
Willem Douppaix, abt van Floreffe, verpacht voor 12 jaar aan juffrouw Marie van Gerwen, weduwe van Francois van Flerus, en haar kinderen de hof van Lieshout voor 700 karolusgulden, 2 vette ossen, 100 pond was, 12 pond kruiden (gember, peper en kaneel), een vat boter, 1 zalm en 1 karolusgulden voor de pitancier en de gewoonlijke rechten voor de 'koning van de jongeren', de secretaris en de dienaren van Floreffe onder nader omschreven voorwaarden. Gedaan te Lieshout in aanwezigheid van de getuigen Jan de Buyle, provisor van Postel, Jan Douppaix en Querin Andries. Met notariële bevestiging door Jan van der Linden.
918 1563-09-01 – Brussel.
Filips II, koning van Spanje, vidimeert en bevestigt de bevestiging van de privileges van het godshuis van Postel door aartshertog Filips de Schone, hertog van Brabant, van 10 december 1503, met daarin afschrift van de vroegere privileges aan Postel verleend door hertog Jan op 13 juni 1305, de bevestiging door hertogin Johanna van 29 juni 1378, deze van hertog Filips van 7 juni 1466 en die van Maximiliaan en Maria op 6 maart 1479 (n.s.).
919 1563-12-18 – Brussel.
Filips II, koning van Spanje, vidimeert en bevestigt de oorkonde van Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, van 21 oktober 1469.
920 1565-06-22.
Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder van de Raad van Brabant op verzoek van meester, schepenen, gezworenen, heiligegeest- en kerkmeesters en ingezetenen van Lieshout, de vrijlating en betaling van de proceskosten te eisen van twee ingezetenen van Lieshout, te weten Waelraven Diericx en Dyrck Willemssen, die, omdat ze hei op de gemeint van Lieshout aan het maaien waren, op 18 juni in opdracht van Jan Franschen, gezworene van Beek, door de vorster van Beek, Adriaen Sluijters, gevangengenomen zijn. Bij vonnis van de Raad van Brabant van 7 november 1502 is Lieshout in bezit gesteld van de gemeint, ligggend vanaf de weg boven het bos van Lieshout naar Sint-Oedenrode tot de palen van Veghel, Erp en Boerdonk en van Boerdonk tot Eertsbrugghe tot de paal van de meester van Lieshout, geheten Den Dorenwech. Dit vonnis was in het bijzonder gericht tegen die van Beek. Gegeven te Brussel.
921 1565-06-28.
Eustaes Coppey, executeur ordinaris van de Raad van Brabant, verklaart dat Lambrecht Jan Dielissen en Goessens Wouterssen, inwoners van Lieshout, zich borg gesteld hebben voor Waelraven Diercxssen en Dierick Willemssen, ook inwoners van Lieshout, gevangen te Beek bij Aarle in opdracht van de gezworene Jan Franschen door de vorster Adriaen Sluyters. Gedaan te Lieshout in aanwezigheid van Jacob Joseph en Pauwels Jan Goessenssen als getuigen.
922 1565-06-29.
Eustaes Coppeij, executeur ordinaris van de Raad van Brabant, verklaart aan de kanselier en andere heren van de Raad dat hij op 28 juni 1565 uit 's-Hertogenbosch naar Lieshout gereden is en de volgende dag naar Beek bij Aarle naar Jan Franschen, gezworene, en Adriaen Sluyters, vorster aldaar, met de akte van 22 juni 1565, en vrijlating geëist heeft van Waelraven Diericx en Dirick Willemssen en betaling van de proceskosten. Omdat ze weigerden heeft hij hen op 11 juli voor de Raad gedaagd.
923 1565-12-20.
Philips, hertog van Brabant, oorkondt dat hij Quirijn Andries als procureur van heer Jan van Buyl, meester en provisor van het godshuis van Postel, enerzijds en Henricke de Mesmakere als procureur van de gemene ingezetenen van Reusel anderzijds, in hun zaak voor de Raad van Brabant over ingegraven erven op de gemeint van Reusel op hun beider verzoek veroordeelt tot het naleven van de hier geïnsereerde overeenkomst van 28 juni 1537 tussen heer Jan van Broegel, meester en provisor van het godshuis, en de ingezetenen van Reusel over deze gemeint, met insertie van de aanstellingen van de procureurs van 14 december 1565. Gegeven te Brussel.
924 1566-05-07.
Schepenen van Oerle oorkonden dat Tielman Janssen, wonend te Wintelre, erkend heeft schuldig te zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van 2 mud rogge uit zijn huis en hof met toebehoren te Wintelre aan de openbare straat, uit een akker, geheten Den Biyaert, aan de straat, uit een akker, geheten Dat Hageven, met een zijde aan de openbare weg, en uit een heideveld, zoals het godshuis al geruime tijd bezeten heeft.
925 1567-03-08.
Philips, hertog van Brabant, oorkondt op verzoek van heer Jan Buyl, provisor van het godshuis van Postel, dat Aert Luijskens te Lierop de grote tiend van Lierop weigerde te betalen. Hij had van zijn veld 88 of 89 schoven of gasten in zijn schuur gebracht en had maar 7,5 gast op het veld laten liggen. Het godshuis staat in zijn recht en Aert wordt veroordeeld om twee derde delen van de procesposten te betalen. Gegeven te Brussel.
926 1567-05-15 – Brussel.
Koning Filips II beveelt, op verzoek van de provisor van Postel – die stelt dat, hoewel niemand zonder zijn toelating turf mag steken op het veld geheten d’Eeghde in de voogdij van Mol, Aert Peeter Aertssone van Ghemmep alias Kip beweert dat hij het recht heeft om daar turf te steken en dat daarvoor een som geld is betaald, maar draalt om zijn aanspraak in rechte te bewijzen, reden waarom de provisor open brieven van purgie civil verzoekt – de eerste deurwaarder om, na onderzoek, Aert Peeter Aertssone te bevelen binnen de zes weken zijn vordering tegen de provisor in te stellen en bij weigering hem te dagvaarden voor de Raad van Brabant.
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
926
1567-05-15 – Brussel.
Koning Filips II beveelt, op verzoek van de provisor van Postel – die stelt dat, hoewel niemand zonder zijn toelating turf mag steken op het veld geheten d’Eeghde in de voogdij van Mol, Aert Peeter Aertssone van Ghemmep alias Kip beweert dat hij het recht heeft om daar turf te steken en dat daarvoor een som geld is betaald, maar draalt om zijn aanspraak in rechte te bewijzen, reden waarom de provisor open brieven van purgie civil verzoekt – de eerste deurwaarder om, na onderzoek, Aert Peeter Aertssone te bevelen binnen de zes weken zijn vordering tegen de provisor in te stellen en bij weigering hem te dagvaarden voor de Raad van Brabant.
Datumaanduiding:
Gegeven in onse stadt van Bruessele den XVen dach van meye int jaer Ons Heeren duysent vyffhondert zevenenzestich, van onsen rijcken van Spaengnen Sicillien etc. tXIIe ende van Napels tXIIIIe
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr.Mol_14 en Mol_14bis
Beschrijving zegel:
met geschonden zegel aan enkele staart
NB:
aangehecht het exploot, op papier, van Eustaes Coppey, executeur van de Raad van Brabant, die meldt dat hij op verzoek van de provisor van Postel het mandement op 19 mei 1567 betekend heeft aan Aert Peeter Aertssone alias Kip, die hem geantwoord heeft dat hij binnen de zes weken de zaak zou aanhangig maken.
Zie ook:
927 1567-12-01.
Franciscus Sonnius, bisschop van 's-Hertogenbosch, oorkondt dat hij Laurentius Henrici Erpensis benoemd heeft als rector van het Maria-altaar in de kerk van Zonderwijk alias Veldhoven, aan hem voorgedragen door heer Franciscus Matthei Steensellensis, pastoor van die parochie, wegens overlijden of afstand van heer Franciscus Everardi en draagt op hem in deze functie te installeren. Gegeven te 's-Hertogenbosch.
928 1567-12-06.
[...] verklaart dat hij op verzoek van Laurentius Henrici deze geïnstalleerd heeft als rector van het Maria-altaar in de kerk van Zonderwijk, met als getuigen Guilielmus Henrici Steensellensis en Matheus Godefridi. Gedaan in de parochiekerk van Zonderwijk.
929 1568?.
Vernieuwing paalscheiding Arendonk, Reusel, Eersel, Hapert?
930 1568-02-07.
Hertog van Alva, luitenant, gouverneur en kapitein-generaal van de Landen van Herwaarts over, geeft toestemming aan de abt van Floreffe wegens het overlijden van frater Jehan de Buyle het huis en het gasthuis Postel onder leiding te stellen van de door de abt voorgedragen Hubert Symonart.
931 1568-06-08.
Schepenen van Lommel oorkonden dat Jan van Mol overgedragen heeft aan Mari Goyaert Maes, een erfrente van twee gulden per jaar op een beemd te Lommel op het Wijerken, palend aan Berbel Goyns, aan Jutte Vekens en aan de straat.
932 1568-06-11.
Franciscus Sonnius, bisschop van 's-Hertogenbosch, oorkondt aan de dienstdoende priester van de parochiekerk of de kapel van Riethoven en zijn andere geestelijken. Aangezien heer en meester Johannes Andreae Rithovius, investiet en rector van Bergeijk, beweert het collatie- of presentatierecht te hebben van de kerk of kapel van Riethoven, vacant wegens afstand door de huidige rector van Riethoven, heer en meester Johannes Cocx, heeft deze aan hem heer en priester Jodocus Andree als opvolger gepresenteerd. Hij draagt hun op hem in deze kerk te installeren met overhandiging van kelk, boek, missaal en andere ornamenten. Gedaan te 's-Hertogenbosch.
933 1568-06-18.
Notaris Henricus Coxs, apostolisch en keizerlijk notaris, toegelaten door de Raad van Brabant, verklaart dat hij heer Judocus Andreae Rijthovius in bezit gesteld heeft van de kapel of kerk van Riethoven door overhandiging van kelk, boek, missaal en andere ornamenten. Gedaan in de kapel van Riethoven met als getuigen Hogaerdus Barthols en Johannes Wouters.
934 1569-04-29.
Tot beëindiging van het proces tussen heer Huijbrecht van Sijmonaert, meester en provisor van het godshuis van Postel, en de kerkmeesters en nageburen van Someren over het onderhoud van de kerk van Someren en de bouw van een nieuwe toren, die Postel moest betalen wegens het bezit van de grote tienden van Someren, waarbij Postel de nieuwe toren niet wilde bekostigen, hebben partijen arbiters aangesteld. Uitspraak is dat Postel aan de kerk voor de reparatie geeft een erfpacht van 4 mud rogge uit de hoeven van Postel te Someren, drie eiken houten om het klokhuis te repareren en 40 karolusgulden tot vernieuwing van een klok. Bovendien zal Postel zijn steenwagen met twee paarden uitlenen aan Someren om de klok op te halen.
935 1569(?)-07-22.
Schepenen van Someren oorkonden dat Jan Sijmon (…) verkocht heeft aan Marcelis van Huls een erfcijns van 3 karolusgulden uit een beemd in Someren aent Eckerbroeck, grenzend aan goed van het godshuis van Postel, en uit een hofstad.
936 1569-07-30.
Guilielmus Douppaix, abt van Floreffe, oorkondt dat hij wegens het overlijden van frater Johannes Buyle, administrator en provisor van het huis van Postel, frater Hubertus Simonart in de functie van meester en rector benoemd heeft.
937 1570-12-02.
Schepenen van Hapert, Hoogeloon en Casteren oorkonden dat Jan Parydaens en zijn zoon Jacob verklaarden dat de provisor van Postel of het priesterhuis jaarlijks van hen heffen 2 mud rogge wegens een aankomsttitel van 5 april 1309 uit goederen in Hoogeloon met erop staand huis, gelegen aan de gemeint van Hoogeloon.
938 1571-05-05.
Schepenen van Zeelst, Veldhoven en Blaarthem oorkonden dat ze aan heer Frans Matheussen van Steensel, pastoor van Veldhoven of Zonderwijk, een overzicht geven van de lasten en rechten van het pastoraat en de pastoriegoederen.
939 1574-12-09.
Schepenen van Someren oorkonden dat Wouter Joost Wouterssoen en Willem Jan Brantssen, hun medeschepenen, gedaagd door Frans Schoncks Michielssoen, vorster te Someren, op verzoek van de voogden van de vier onmondigen kinderen van Jan Denen zijn vrouw Anne, verklaren dat het huis waarin Jan en Anna gestorven zijn in verval is en de lasten erop nauwelijks betaald kunnen worden, zodat het raadzaam is het te verkopen.
940 1575-07-01.
Schepenen van Someren oorkonden dat de voogden van de onmondige kinderen van Jan Denen en zijn vrouw Anne verkocht hebben aan Willem van der Hulst Ariaenssoen ten behoeve van Jan Dirck Ghielen een stuk beemd in Someren aent Eckerbroeck, grenzend aan goed van het godshuis van Postel.
941 1576-07-05.
Schepenen van Someren oorkonden dat Johan Dirck Ghielensoen alias van Ruth overgedragen heeft, voor zijn schuld aan de provisor van Postel van 58 gulden en 19 stuiver, aan heer Huijbrecht Sijmonaert, meester en provisor van het godshuis van Postel, een stuk beemd in Someren bij dEckerbroeck, grenzend aan goed van het godshuis van Postel.
942 1577-11-21.
Schepenen van Asten oorkonden dat ze voor 300 gulden verkocht hebben aan Rut Kyebels en Goert Symens een erflijke rente van 12 mauwer rogge.
943 1578-??-??.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Laureys van Aelst met zijn echtgenote verklaarde schuldig te zijn aan Aert Ghysbrecht Aerdt Huybenssoen 200 karolusgulden, waarvoor hij hem jaarlijks 12 gulden en 10 stuiver moest betalen uit een huis met aangelag in Bergeijk aan Broeck, met beide zijden aan de openbare weg gelegen; uit een beemd geheten Den Creyten Beempt; en uit een akker geheten Den Eertkens Ecker.
944 1578-01-20.
Schepenen van Lierop oorkonden dat Jan Colen die Jongere, wonend op Stibdoncken, overgedragen heeft wegens schulden op zijn hoeve Stibdonck aan heer Hubrecht Symonaert, heer, meester en provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis een stuk grond in Lierop ter plaatse geheten Berzell, volgens een schepenakte van 20 januari 1578, gemene stijl.
945 [1578]-01-20.
Schout, schepenen, (…) heiligegeestmeesters, dekens van Onze Lieve Vrouw en van Sint-Anthonis en gemene naburen oorkonden dat (ze verkocht hebben aan(?) Jan Colen die Jongere, wonend te Stibdonck, een stuk goed in Stibdonk in Lierop ter plaatse geheten Berzell, grenzend aan goed van Postel en de gemeint.
946 1579-06-26.
Koning Philips, hertog van Brabant, oorkondt dat hij op verzoek van broeder Hubrecht Symonaert, meester en provisor van het godshuis van Postel, en jonker Peter de Mol, heer van Hove, Hoogvorst etc, oppervalkenier in zijn Landen van Herwaarts over, hun afspraken van 23 januari jl. bekrachtigt, namelijk dat de oppervalkenier bij het godshuis slechts zoveel 'leggenaers' (vangers) mag onderbrengen als nodig is en dat er geen kosten voor Postel mee gemoeid zijn. Gegeven te Brussel.
947 1583-01-30.
Schepenen van Lommel oorkonden dat Marten Pelsen overgedragen heeft aan Peter Sgreven een erfrente van twee Rijnsgulden per jaar, die hij geërfd had van zijn moeder Mari Maes, en die Jan van Molle beloofd had aan haar te betalen, op een beemd in Lommel op het Wijerken, palende aan Berbel Goyaerts en verder zoals vermeld in de principale schepenakte van Lommel van 5 juni 1568.
948 1585-07-05.
Philips, hertog van Brabant, oorkondt op verzoek van heer Huijbrecht Symonaert, provisor van het godshuis van Postel, bezitter van de grote en kleine tiend van Lierop, dat de ingezetenen de kleine tiend zoals voorheen moeten betalen en bij weigering zich voor de Raad van Brabant moeten verantwoorden. Gegegeven te Maastricht.
949 1585-10-25.
Aangezien heer Huijbert Symonart, regulier van de abdij van Floreffe en provisor van het godshuis van Postel, in de dingbank van Gestel de betalingsachterstand aangetoond heeft van een pacht van 25 mud rogge waarvoor wijlen Jan van Erpio, provisor van het godshuis van Postel, een hoeve met molen en huis, met toebehoren maar met uitzondering van de tienden van Aalst, gelegen in Gennep in de parochie Aalst in de dingbank van Gestel, verpacht had aan Willem Vos, op voorwaarde dat het godshuis bij wanbetaling de eigendom van deze goederen weer tot zich mocht trekken, zoals bepaald was op 4 februari 1339, geven schepenen van Gestel hun goedkeuring aan de inbezitneming.
950 1586-07-16.
Philips, hertog van Brabant, beveelt zijn eerste deurwaarder op verzoek van heer Huybrecht Symonart, provisor van het godshuis van Postel, die op 7 juni een verklaring gekregen heeft waarbij Willem van Kessel afstand moest doen van de pacht van de tiend in Someren, hem te dagen voor de Raad van Brabant. Gegeven te Brussel.
951 1587-04-02.
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat zich voor Gabriel Henrixzoen van Bechem, door de abt van Floreffe Gielis Dasselet als rentmeester van Lieshout aangesteld, borg gesteld heeft Henrick zoon van Dierick Templers voor 3000 karolusgulden.
952 1587-10-08.
Gielis Daschelet, abt van Floreffe, Willem Mol, prior, Englebert Berlier, supprior, Nicolas Mariette, Jan Vasseau, Anthonis Pinchart, Willem van de Liden, Gerardt den Gouverneur, allen priester, Franchois van Ares(?), Steven de Clercq, Anthonis Galandt en Hubrecht Faire, allen kloosterlingen van Floreffe, verklaren dat ze, omdat de rebellen onlangs verbrand hebben diverse gebouwen van de pachthoeven van Lieshout en de windmolen en kerk, verkocht hebben aan heer Goddart van Aher, heer van de Duitse Orde, commandeur van Gemert, ten behoeve van heer Henrich van Ruysenberch, landcommandeur van de balije Biezen, heer van Gemert, Gruitrode, Sint-Peters-Voeren, etc., een rente van 210 karolusgulden uit al hun goederen in Lieshout, losbaar met 3000 karolusgulden.
953 1587-12-01.
Schepenen van Aarle oorkonden dat Peter Thomassen, Joost Janssen, Jan Symonssen en Jan Franssen op verzoek van heer Peter Wisscaven, pastoor van Lieshout, daartoe gemachtigd door de abt van Floreffe, enerzijds en meester Joost Verbeeck anderzijds enkele akkers gevisiteerd hebben van de hoeve op Duynhoven, toebehorend aan het godshuis van Lieshout, ongunstig gelegen, en een stuk land met heiveld, gunstig gelegen, toebehorend aan meester Joost. Het gaat om de akker van Joost, de Steenacker geheten en bij Duynhoven gelegen, die erg vruchtbaar is, en enkele stukjes akker in de gemene akkers te Aarle die minder gunstig zijn. Na meting en beoordeling droeg de pastoor aan meester Joost over: een akker te Aarle bij de kerk, geheten Die Braeck, gelegen aan een 'meswech' die naar de akkers gaat, en aan een openbare weg die loopt van de kerk van Aarle naar Den Laer; een akkertje dat ook grenst aan de weg van de kerk van Aarle naar Den Laer; een zandachtig akkertje aan de molen van Aarle, gelegen aan een goed dat vroeger was van jonker Rutghar van Berckel, heer van Nuenen, Tongelre etc., aan een zijde gelegen aan de weg van de molen naar het hagelkruis. Joost draagt in ruil daarvoor de Steenacker over aan de pastoor.
954 1588-01-22.
Gielis Daischelet, abt van Floreffe, oorkondt dat hij instemt met de ruil tussen heer Wisscaven, pastoor van Lieshout, en meester Joos Verbeeck van enkele akkers toebehorend aan de hoeve van Duynhoven tegen een mooi stuk land met een heiveld, toebehorend aan Joos.
955 1588-05-17.
Schepenen van Lommel oorkonden dat Henric Pelsen overgedragen heeft aan Jan de Mulder, ten behoeve van de priorij van Postel, een akker in Lommel in de Midacker, palend aan Anthonis vanden Hove, de kinderen van Mathijs Cuijpers, Jan Torkens en aan de nieuwe weg, om op die akker een windmolen te timmeren,
956 1588-06-01.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Roebrecht van Bruyhusen recht claimde te hebben op achterstallige betalingen van een erfpacht van 4 mud rogge uit een goed geheten Den Bruele, die heer en meester Jan van Buylle, meester en provisor van het godshuis van Postel, aan Jan Snoecx alias de Loon op 21 mei 1556 heeft overgedragen, waarna Roebrecht dit onderpand heeft opgewonnen.
957 1588-08-29.
Koning Philips, hertog van Brabant, draagt de eerste van de deurwaarders van de Raad van Brabant op het vonnis van 18 mei 1566 in de zaak tussen Alydt Willem Meeusdochtere, weduwe van Henrick Sprincen, en heer Henrick Buijl, meester en provisor van het godshuis van Postel, op verzoek van de weduwe van Marcel Sprinchen ten uitvoer te leggen met declaratie van de kosten en opdracht weigeraars voor de Raad van Brabant te dagen. Gegeven te Brussel.
958 1589-10-30.
De officiaal van de aartsbisschop van Mechelen in Leuven beveelt alle priesters, clerici, notarissen en tabularissen dat deken en kapittel van Oirschot aan de syndicus of aan heer Hubertus Symonaerts, provisor van Postel, de proceskosten van 77 rijnsgulden en 5 stuiver moeten betalen wegens het proces tussen het huis van Postel en het kapittel van Oirschot volgens uitspraak van 27 september 1589. Gegeven te Leuven.
959 1590-02-05.
Johannes Hogardi Kelders, openbaar notaris en notaris van het hof van de bisschop van 's-Hertogenbosch en sententiarius van de kant van de syndicus en provisor van Postel, heeft het aan ommezijde gemelde ten uitvoer gelegd tegen de volgende personen: heer Jaspar Vos senior, heer Laurentius Rosei, heer en meester Nicolaus van den Waeter geheten van den Houte, Anthonius Berwouts scholasticus, Johannes de Merode, meester Henricus Loeff en heer Johannes van den Hoeve, kanunniken van Oirschot, vergaderd in de kapittelzaal van het predikherenklooster in 's-Hertogenbosch, vertegenwoordigend vicedeken en kapittel van Oirschot.
960 1590-03-03.
Koning Philips, hertog van Brabant, veroordeelt in de zaak voor de Raad van Brabant tussen Peeter Floris, waard in de herberg van Antwerpen te Brussel, impetrant, en heer Huybrecht Simonaert, meester of provisor van Postel, gedaagde, laatstgenoemde tot betaling van 186 gulden en 17 stuiver, behoudens eerdere betalingen. Gedaan te Brussel.
961 1591-06-10.
Philips, hertog van Brabant, oorkondt aan zijn kanselier en andere leden van de Raad van Brabant op verzoek van abt en conventualen van Floreffe voor pastoor en schout van Lieshout in het nog onbesliste proces communicatoir tegen de schepenen, gezworenen, kerk- en heiligegeestmeesters en andere ingezetenen van Lieshout hun uitstel te geven bij het indienen van hun documenten. Gegeven te Brussel.
962 1593-09-14 en 1593-10-19.
Getuigenissen (thoon) voor de provisor van Postel tegen Wilm Vekemans, in een geschil voor schepenen van de voogdij Mol, Balen en Dessel betreffende de doorgang naar een hooibeemd over het goed van Postel te Olmen.
963 1593-10-07.
Getuigenissen (thoon) voor Wilm Vekemans tegen Peter Sels, pachter van de hoeve van Postel te Wezel, in een geschil voor schepenen van de voogdij Mol, Balen en Dessel betreffende de doorgang naar een hooibeemd over het goed van Postel te Olmen.
964 1596-01-15(?).
Schepenen van Waalwijk oorkonden dat Aerdt Jan Reijerssen, gemachtigde voor het sterfhuis van Wouter Ghijsberts, in zijn leven secretaris van Besoijen, en anderen overgedragen hebben aan Jan Aertssen van Grevenbrouck een half stuk hooiland of wei, toebehorend aan de erfgenamen van juffrouw van Haren, grenzend onder meer aan de Schauwe Heule, het slootje aan de [...] dijk en de Hoijgrave, met recht van overpad voor paarden en vee.
965 1596-04-16.
Schepenen van Bergeijk oorkonden dat Peter Berchmans met zijn vrouw beloofd heeft aan Bartholomeus Janssoen van Poppel jaarlijks te betalen een losbare erfrente van 6 gulden en 5 stuiver in ruil voor 100 karolusgulden uit zijn huis en hof, aan Den Kerkckhoff te Bergeijk gelegen, en uit een beemd, geheten Westerman, aan De Broeckstrate, grenzend aan goed van het godshuis van Postel.
966 1596-06-20.
Ghisbertus Masius, bisschop van 's-Hertogenbosch, geeft toestemming aan de heiligegeestmeesters van Lieshout die een erfcijns bezitten van 10 gulden met als last twee wekelijkse missen, waarvoor momenteel echter geen priester te vinden is die dit voor dit geld wil doen, deze last voor de komende tien jaar terug te brengen naar één mis. Gedaan te 's-Hertogenbosch.
967 1597-07-16.
Henricus Eersselius, abt van Floreffe, oorkondt dat hij wegens het overlijden van frater Guilielmus Mol, religieus van Floreffe, provisor en beheerder van de goederen van zijn huis van Postel, frater Rumoldus Colebrant, zijn medebroeder, aanstelt als diens opvolger.
968 1597-07-16.
Henricus Eersselius, abt van Floreffe, oorkondt dat hij wegens het overlijden van frater Guilielmus Mol, religieus van Floreffe, provisor en beheerder van de goederen van zijn huis van Postel, frater Rumoldus Colebrant, zijn medebroeder, aanstelt als diens opvolger
969 1597-11-24 – Brussel.
Filips II, koning van Spanje, vidimeert en hernieuwt de oorkonde van Filips, hertog van Bourgondië, van 18 mei 1461.
970 1598-04-15.
Schepenen van Dommelen oorkonden dat Willem Jan Smets verklaard heeft dat Willem Henricx, 'kelder' en hoevenaar van Venbergen, evenals alle 'kelders' en hoevenaars die hem bezoeken, mag rijden door zijn beemd in Dommelen, grenzend aan de gemeint en goed van het godshuis van Postel, naar een beemd van het godshuis van Postel, geheten Den Lommers Horst, gelegen aan de beemd van Postel en de Dommel, met uitzondering van de periode van half mei tot Sint-Jan de doper, volgens gebruik op beemdwegen, en mede op voorwaarde dat Willem Henricx en zijn nakomelingen, hoevenaren, het Indegat aan de voornoemde Postelse beemd zullen houden; waarvoor Jan Smets 7 gulden ontvangen heeft.
971 1598-09-26.
Henry Eerssel, abt van Floreffe, bekrachtigt de overeenkomst tussen hem en zijn confrater Rombault Colebrant, meester en provisor van Postel, van 17 juni 1598 over de kwijting van een rente van 500 gulden jaarlijks, die Postel aan Floreffe moest betalen, door betaling van 2500 gulden ineens.
972 z.d. [17de eeuw].
"Caerte Ordinantie ende Reglement / gemaeckt bij den eerweerdighen heer Cappelaen, Hooftman, Dekens ende Oudermans / van Onse Lieve Vrouwe Gulde / binnen Turnhout / waer naer alle Ghuldebroeders ende Susters haer sullen hebben te reguleren etc."
973 1601-07-10.
Albert en Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, bevelen aan de eerste deurwaarder van de Raad van Brabant op verzoek van heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, wegens verlies en veroudering van de gegevens over de jaarlijkse verplichtingen aan het huis, om akte van terrier, zich te begeven naar de plaatsen waar deze verplichtingen geheven worden en daar af te kondigen dat de achterstallen betaald en geleverd moeten worden en de gegevens overgedragen aan de provisor ter vernieuwing van de registers. Gegeven te Brussel.
974 1601-07-11- Brussel.
De aartshertogen Albrecht en Isabella vidimeren en bevestigen op verzoek van Rombout Colibrant, provisor van Postel, de oorkonde aan Postel verleend door Filips [II], koning van Spanje, van 1 september 1563.
975 1601-07-14.
Albert en Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, bevelen in navolging van de oorkonde van hertog Philips van 12 mei 1460 wegens grote overlast van officieren en omwonenden in het godshuis van Postel, dat alleen doortrekkende gasten in het godshuis onderdak mogen krijgen en dat niet langer dan voor één nacht, onder nadere voorwaarden; bovendien nemen ze het godshuis in bescherming, zoals al eerder (in 1565) gedaan is. Gegeven te Brussel.
976 1601-07-14 – Brussel.
Aartshertogen Albrecht en Isabella vidimeren en bevestigen het [schutters-]privilege aan Postel verleend door Karel, hertog van Bourgondië, op 21 oktober 1469 [met vermelding van de bevestiging ervan door Filips II, koning van Spanje, van 18 december 1563].
977 1603-03-25.
Daniel Jan Symons alias Clots en zijn zuster Elsken met haar voogd Jan Thielen van den Berckven hebben verkocht voor schepenen van Helmond aan heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van dat godshuis in mindering van een schuld wegens de pacht van een hoeve en een klamp tiende te Someren, bezeten door de verkopers en hun ouders, een hooibeemd in Someren aen dEckersbroeck, grenzend aan het godshuis van Postel en de dijk.
978 1603-11-03-07?.
Ludovicus de Bourbon, bevestigd elect van Luik, geeft toestemming aan de heiligegeestmeesters van Helmond bepaalde goederen te verkopen.
979 1606-10-23.
Aartshertogen Albrecht en Isabella vidimeren en bevestigen het privilege van het jachtrecht, aan Postel verleend door hertog Jan op 5 september 1425.
980 1607-06-07.
De Raad van Brabant oordeelt op het verzoek van Robrecht van Bruheze, burger van 's-Hertogenbosch, die een rente geheven heeft van 4 mud rogge uit een goed, geheten Die Bruele, in Eersel. Wegens wanbetaling was hij genoodzaakt in 1588 dit goed op te winnen. Nu de bedezetters het willen belasten wil hij dit nutteloze erf verkopen. Daarvoor krijgt hij toestemming van de Raad. Gedaan te Brussel.
981 1607-07-12.
Albert en Isabella Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogen van Oostenrijk, hertogen van Brabant, bevelen aan de eerste deurwaarder van de Raad van Brabant op verzoek van abt en convent van Floreffe hun schuldenaren, vooral in de heerlijkheid Lieshout, aan te manen hun achterstallen te betalen. Gegeven te Brussel.
982 1607-07-16.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Robrecht van Bruehese, erfgenaam van Jan Snoecx alias de Loon, krachtens octrooi van de Raad van Brabant van 7 juni 1607 overgedragen heeft aan de procurator van het godshuis van Postel een erfpacht van 4 rogge erfpacht uit een goed, Den Bruele geheten, in Eersel aan de gemeint en uit een goed, Dat Nuwlandt geheten, in Eersel aan de gemeint.
983 1608-09-01.
De Raad van Brabant machtigt op verzoek van de provisor van Postel de schepenen van Reusel en jonker Huybrecht Clusius, heer van Waalre en Valkenswaard, de grenspalen van de goederen van het godshuis van Postel rondom het godshuis te vernieuwen. Gedaan te Brussel.
984 1608-09-09.
In de zaak voor de Raad van Brabant tussen de kerkmeesters en bestuurders van Hoogemierde en Lagemierde, eisers, en de provisor van het godshuis van Postel oordeelt het hof dat het godshuis 60 guldem moet betalen voor de reparatie van de kerk van Lagemierde die in maart 1606 door een storm beschadigd is.
985 1609-01-15.
Schepenen van Eindhoven oorkonden dat heer en meester Gilis Dilens, cantor en vicedeken, heer Joris Janssen, heer Jan Kuijtz en heer Michiel van Merevoirt, kanunniken van het kapittel van Sint-Catharina te Eindhoven, overgedragen hebben aan Jan Janssen van den Huevel een losrente van 3 gulden ten behoeve van het jaargetijde in het kapittel voor wijlen heer en meester Anthonis Wespen volgens diens testament uit diens huis, hof en goederen in Eindhoven tussen de Corten Steenwech en de Bagijnen Straete.
986 1609-04-02.
Op verzoek van heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, gezien de uitgifte door Postel van een goed geheten Den Bruelen met een onderpand geheten Het Noulandt voor een erfpacht van 4 mud rogge, geeft de Raad van Brabant toestemming deze onderpanden weer aan de provisor in eigendom te geven, in ruil waarvoor de huidige eigenaar een gelijke erfpacht zal krijgen uit alle inkomsten van het godshuis. Gegeven te Brussel.
987 1609-05-19.
Broeder Rombout Colibrant, kanunnik van Floreffe, meester en provisor van Postel, oorkondt dat hij aan Robrecht van Brohese een erfrente van 4 mud rogge, gevestigd op een goed geheten Den Bruelen en het onderpand geheten Het Nouwlandt, daaraan gelegen in Eersel, hem zal betalen uit de inkomsten van het godshuis.
988 1610?-01-??.
Deze tekst gaat over het vernieuwen van grenspalen en tekens in de gemeint van Bergeijk, De Zwarte Wijer, de Witrijsche Wijer, toekomende aan het godshuis van Postel, met belangen voor Postel, Eersel, Bladel en Reusel. Als grenzen worden Den Genekensvoirt en Valkenberch genoemd. Ook wordt gesproken over een draaiboom en schepenen van Arendonk en Turnhout.
989 1610-06-10.
Schepenen van Someren oorkonden dat nader genoemde ingezetenen van Someren zich borg gesteld hebben voor de verpachting van de grote en kleine tiend van Someren op 4 juni 1610 door heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, aan meester Gerardt Jacobs, pastoor, jonker Johan van Kessel, schout, en andere ingezetenen van Someren, met belofte tot vrijwillige veroordeling hiervan door de Raad van Brabant.
990 1610-06-14.
Notaris H. Stevens instrumenteert dat heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, verpacht heeft aan heer Geeraerdt Jacobs, pastoor, jonker Jan van Kessel, schout, alsmede schepenen en ingezetenen van Someren namens de gemeente Someren de grote en kleine tienden van het godshuis in Someren voor zes jaar met tussentijdse opzegmogelijkheid na drie jaar onder nadere voorwaarden, met als getuigen heer Dieriecken Roijmans, pastoor van Lagemierde, en Peeter de Keijser en Theunis Roijmans. Gedaan in het godshuis van Postel.
991 1610-06-21.
Albert en Isabella, hertogen van Brabant, veroordelen heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, in zijn geschil met heer Gerardt Jacobs, pastoor, jonker Jan van Kessel, schout, alsmede schepenen en ingezetenen van Someren namens de gemeente Someren zich te houden aan wat in het geïnsereerde notarieel instrument van 1610-06-14 overeengekomen is over de pacht van de grote en kleine tienden van het godshuis in Someren. Gegeven te Brussel.
992 1610-06-21.
De Raad van Brabant veroordeelt de nader genoemde ingezetenen van Someren die zich op 10 juni 1610 borg hadden gesteld voor heer Rombout Colibrant, meester en provisor van het godshuis van Postel, wegens zijn verpachting op 4 juni 1610 van de grote en kleine tiend van Someren aan meester Geeraerdt Jacobs, pastoor, jonker Johan van Hessel, schout en andere ingezetenen van Someren, hun borgstelling, hierin geïnsereerd, gestand te doen. Gedaan te Brussel.
993 1611-04-03.
Schepenen van Someren oorkonden dat Henrick Jan Denen, man en voogd van zijn vrouw Marij, in ruil overgedragen heeft aan Peter Andries Smits, hun medeschepen, een stuk land in Someren aent Eekersbrouck, grenzend aan goederen van het godshuis van Postel.
994 1611-10-21.
Schepenen van Reusel oorkonden dat Jacob Michiel Roymans, hun medeschepen, enerzijds en meester Henrick Stevens, secretaris, namens heer Rombaut Collibrant, provisor en meester van Postel, anderzijds een goederenruil aangegaan zijn, waarbij eerstgenoemde partij overgedragen heeft aan de tweede genoemde partij ten behoeve van het godshuis van Postel een stuk land geheten De Hoochacker in Reusel, gelegen aan goed van Postel, met als getuigen Daniel Wilms Meijer, Peter Henricx Smets, Jacob Michiels Roymans, schepenen.
995 1611-11-26.
Schepenen van Reusel oorkonden dat Thomas Bertholomeus met zijn vrouw enerzijds en meester Henrick Stevens, secretaris, namens heer Rombout Collibrant, provisor en meester van Postel, anderzijds een goederenruil aangegaan zijn, waarbij eerstgenoemde partij overgedragen heeft aan de tweede genoemde partij een stuk land in Reusel, rondom grenzend aan goed van Postel en anderen, met als getuigen Mathijs Pauwels, Jacob Michiel Roymans en Peter Smets, schepenen.
996 1611-12-12.
Schepenen van Bladel oorkonden dat Jan Joost Drydoens enerzijs en heer Jan du Chesnes, prior, heer Henrick Minet Ceri, priesters en heren van Postel, en met hen meester Henrick Stevens, secretaris, namens heer Romaut Collibrant, provisor en meester van Postel, anderzijds een ruil aangegaan zijn. Jan Joest Drydoens heeft opgedragen aan het godshuis van Postel een stuk bouwland in Bladel, gelegen aan een 'lijwech' en verder rondom in het Postelse goed Thoriken.
997 1611-12-12.
Schepenen van Bladel oorkonden dat Peter Mathijs Roffs enerzijds en heer Jan du Chesne, prior, heer Henrick Minet Cerri, priesters en heren van Postel, en met hen meester Henrick Stevens, secretaris, namens heer Rombaut Collibrant, provisor en meester van Postel, anderzijds een ruil aangegaan zijn. Peter Mathijs Roffs heeft opgedragen aan het godshuis van Postel een stuk land genaamd Den Bloimen Eijck in Bladel, rondom in goed van Postel gelegen.
998 1612-04-19.
Adriaen Goitschalcx van Reyd als gemachtigde van Jan Joosten, wonend te Helmond, man en voogd van Anna, dochter van Frans Damen, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Goyaert Adamssen van Buel een erfcijns van 14 karolusgulden uit een huis, hof en aangelag op Bijstervelt aan de Heystraet en aan een straatje geheten Den Horck, uit een goed geheten Den Spanckelairt en uit een akker geheten Den Molenacker, alle te Helmond.
999 1612-04-28.
Goijaert Adams van Buel heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Adriaen Goitscalx van Reydt ten behoeve van heer en meester Henrick Cocx, als rector van het altaar van de Heilige Drievuldigheid in de kerk van Rixtel, een erfcijns van 14 karolusgulden uit een huis, hof en aangelag op Bijstervelt aan de Heystraet en een straatje, geheten Den Horck, uit een goed geheten Den Spanckelairt en uit een akker genoemd Den Molenacker, alle in Helmond, in ruil voor een erfpacht van 2 mud rogge uit een huis in Mierlo, ter plaatse geheten Brandevoirt.
1000 1612-10-25.
President en leden van de Rekenkamer van Brabant oorkonden dat, aangezien de meester en provisor van het godshuis van Postel een windmolen en een watermolen in Someren bezat en dat de watermolen vergaan is bij de troebelen en dat de hertog er jaarlijk 10 mud rogge uit genoot, ze toestemming geven aan het godshuis voor het tijdelijk oprichten en in gebruik hebben van een rosmolen nabij de windmolen voor een recognitiecijns van 30 stuiver artois jaarlijks en dat de last op de windmolen en watermolen als voorheen 10 mud rogge en 4 oude groot zal zijn. Mocht de verzoeker afzien van zijn recht de watermolen te herbouwen dan zal het recht op de rosmolen blijvend zijn. Gedaan in de Rekenkamer van Brabant.
Records 1001 t/m 1100
Records 1101 t/m 1159
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden

Kenmerken

Datering:
1138-1797
Vindplaats origineel:
Abdij van Postel
Categorie:
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden