Henrick van Eyck, meester en provisor van het godshuis van Postel, en het dorp Someren verklaren dat ze hun geschil voor de Raad van Brabant via adviseurs opgelost hebben, omdat het een kleine zaak betreft en Postel vier hoeven in Someren bezit, alsmede de gehele tiend en de watermolen. Het geschil gaat over het recht turf te steken op de gemeint van Someren door drie hoeven van het godshuis in Lierop, te weten Moerssel, Bomen en Ter Hofstat, waartoe deze hoeven volgens Postel wel en volgens Someren niet gerechtigd zijn. Overeengekomen wordt dat ieder van de drie hoeven gedurende drie nader bepaalde dagen met een spade turf mag steken op de gemeint en de heide ("vredeheyde") maaien zoals de andere gerechtigden ("ploegers") en op dezelfde wijze als de andere gerechtigden belasting ("onraet") betalen.
Henrick van Eyck, meester en provisor van het godshuis van Postel, en het dorp Someren verklaren dat ze hun geschil voor de Raad van Brabant via adviseurs opgelost hebben, omdat het een kleine zaak betreft en Postel vier hoeven in Someren bezit, alsmede de gehele tiend en de watermolen. Het geschil gaat over het recht turf te steken op de gemeint van Someren door drie hoeven van het godshuis in Lierop, te weten Moerssel, Bomen en Ter Hofstat, waartoe deze hoeven volgens Postel wel en volgens Someren niet gerechtigd zijn. Overeengekomen wordt dat ieder van de drie hoeven gedurende drie nader bepaalde dagen met een spade turf mag steken op de gemeint en de heide ("vredeheyde") maaien zoals de andere gerechtigden ("ploegers") en op dezelfde wijze als de andere gerechtigden belasting ("onraet") betalen.