Koning Philips, hertog van Brabant, geeft opdracht aan zijn eerste deurwaarder op verzoek van de prelaat van Postel zich te begeven naar de plaatsen waar de abdij tienden bezit en daar af te kondigen dat de tiendplichtigen hun veldvruchten op het land moeten laten totdat de tiendheffers geweest zijn, en eventuele weigeraars voor de Raad te dagen. Gegeven te Brussel.
Koning Philips, hertog van Brabant, geeft opdracht aan zijn eerste deurwaarder op verzoek van de prelaat van Postel zich te begeven naar de plaatsen waar de abdij tienden bezit en daar af te kondigen dat de tiendplichtigen hun veldvruchten op het land moeten laten totdat de tiendheffers geweest zijn, en eventuele weigeraars voor de Raad te dagen. Gegeven te Brussel.