Heer Arnoldus Rover, ridder, heeft afgestaan voor Johan van Bruheze en Ywan Stierken, schepenen van 's-Hertogenbosch, aan Willelmus van Langelaer en Aleidis zijn vrouw: het vruchtgebruik, dat hij genoot uit een stuk weiland, genaamd de Colencamp in Sint-Oedenrode in Eerde, welk stuk weiland deel uitmaakt van het goed Te Paerdelaer. Daarna hebben Willelmus en Aleidis dit stuk weiland tegen een erfelijke jaarcijns van twee oude gouden schilden gegeven aan Andreas Berkenman.
Heer Arnoldus Rover, ridder, heeft afgestaan voor Johan van Bruheze en Ywan Stierken, schepenen van 's-Hertogenbosch, aan Willelmus van Langelaer en Aleidis zijn vrouw: het vruchtgebruik, dat hij genoot uit een stuk weiland, genaamd de Colencamp in Sint-Oedenrode in Eerde, welk stuk weiland deel uitmaakt van het goed Te Paerdelaer. Daarna hebben Willelmus en Aleidis dit stuk weiland tegen een erfelijke jaarcijns van twee oude gouden schilden gegeven aan Andreas Berkenman.
De zegels zijn verloren