Mijn opa Leonardus ‘Leen’ van Veen was stoomwalsmachinist en hij heeft rond 1930-1934 de weg van ’s-Hertogenbosch tot Grave gewalst. Dit is nu de A59 en de N324.
Hij werkte voor de Hollandsche Beton Maatschappij en zijn vrouw en kinderen reisden mee. Ze verbleven in een woonwagen die regelmatig door de stoomwals werd versleept. Het langst verbleef het gezin in Schaijk. Ze hebben met de woonwagen diverse Brabantse plaatsen gestaan: Schijndel, Sint Oedenrode, Berkel-Enschot, Valkenswaard, Oss, Deurne, Heesch, Schaijk (hier bleven ze rond 1932 anderhalf jaar), de Zeilberg, Helenaveen, Bergeijk (?), Uden, en Udenhout. De kinderen gingen steeds naar een school in de buurt.
De wegwerkzaamheden met de grote stoomwals trokken altijd veel bekijks. In die jaren kwamen plaatselijke inwoners regelmatig bij mijn opa vragen of er werk was. Het was crisistijd. Er waren onder andere mensen nodig die brokken steen (puin) en zand egaliseerden en die water sproeiden. Alleen het walsen ging machinaal.
Voor mijn oma was het behelpen, zo met de groeiende kinderschare in de woonwagen in steeds een andere plaats. Maar in de jaren zeventig, toen ik zelf naar een kinderkamp in Schaijk ging, vertelde ze dat het haar mooiste jaren waren geweest.
Gisteren heb ik een bezoek gebracht aan Schaijk en aan de weg die onlangs weer is geasfalteerd. Ik ben heel benieuwd of er nog oude inwoners zijn die zich iets herinneren van de wegwerkzaamheden rond 1932. Zijn er wellicht foto’s of artikelen bewaard?