skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic

Adriana van Overstraten, dichteres (1756-1828)

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 26 juli 2013
bijgewerkt op 4 juli 2018
Adriana werd op 14 juli 1756 in de gereformeerde kerk van Bergen op Zoom gedoopt als vierde kind van Johannes Hendrik van Overstraten en Catharina Wilhelmina Aelmans. De familie Van Overstraten behoorde tot de vooraanstaande kringen van de stad en woonde in het huis Halve Maan in de Lange Mee- of Fortuinstraat.

Het vroegste gedicht dat van Adriana bekend is, verscheen in 1777 (zij was toen 21) in een bundeltje Treur- en troostzangen bij de dood van een voormalige stadgenote, de predikantsvrouw Elisabeth Christina Visch. Na meer gelegenheidsgedichten volgde in 1782 het geschiedkundige gedicht Op de vaders en helden van ons land.

Rond 1780 ontmoette Adriana de dichteres Petronella Moens en de beide vrouwen werden, zoals ze dat zelf omschreven “zusterlijke hartsvriendinnen”. Moens was in 1783 toegetreden tot het Rotterdamse dichtgenootschap Studium scientiarum genitrix. Adriana volgde dat voorbeeld in 1785. Het was het begin van twee schrijverscarrières, want vanaf dat moment ging het snel met ze. Ze werden bekend en traden in hoog tempo toe tot nog zeven andere dichtgenootschappen. Daarmee behoorden deze dichteressen tot de doorgewinterde genootschappers in het literaire circuit.

Achtereenvolgens werden ze lid van Dulces ante omnia musae in Utrecht, het Amsteldamsch dicht- en letteroefenend genootschap in Amsterdam, Vlijt is de voedster der wetenschappen in Utrecht, Kunst wordt door arbeid verkreegen in Leiden, Tot vlijt vereenigd in Utrecht, de Goudsbloemen in Gouda, en Kunstliefde spaart geen vlijt in Den Haag. 

Afgezien van de gedichten die Adriana instuurde naar deze dichtgenootschappen, publiceerde ze samen met Petronella Moens in 1786 een bundel onder de titel Vaderlandsche Dichtproeven. In datzelfde jaar verscheen ook het epos Esther, in vier boeken. Het bestuur van de Portugees-Joodse synagoge in Amsterdam beloonde hen hiervoor met een gouden medaille.

In 1788 publiceerden Moens en Van Overstraten gezamenlijk twee lofdichten. Van de hand van Adriana was het 648 regels tellende lofdicht Eerkrans voor Bergen op den Zoom en van Petronella Moens de Eerkrans voor Aardenburg. Adriana behandelt in haar gedicht de geschiedenis van de stad vanaf de tijd van de Noormannen, met de meeste aandacht voor het beleg en de inname in 1747 door de Fransen.

In 1789 geven ze samen twee treurspelen uit (Dolsey en Amelia door Van Overstraten en Johanna Gray door Moens), die door de kritieken afgekraakt worden. Opnieuw succes hebben ze vervolgens in 1790 met een gezamenlijke productie, het bijbelse epos Ruth. In vier boeken. In datzelfde jaar publiceert Adriana haar opvallendste en belangrijkste werk, Jacoba van Beieren, een heldendicht in vijf boeken. In 1791 verschijnt de laatste gemeenschappelijke onderneming, een dichtbundel Dichterlijke mengelingen, over allerlei onderwerpen: van de slavenhandel en de dampkring tot de drukkunst en het nut der pottenbakkerij. Daarnaast leverde Adriana bijdragen aan de Almanak van Vernuft en Smaak en de Almanak voor Vrouwen door Vrouwen.

Zij was 47 toen zij in 1804 trouwde met de veel oudere Sebastiaan Rauws (1742-1811), die zeven jaar later overleed. In 1819 hertrouwde Adriana met de zeventigjarige Nicolaas van Cuijlenborch. Twee jaar na diens dood overleed Adriana van Overstraten zelf, 71 jaar oud, in haar geboortestad.

Bronnen: Lees de uitgebreide biografie van Adriana door J.J.M. Baartmans op Thuis in Brabant of die van Bea van Boxel in het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Dan is er nog het lemma over haar in de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren. Voor dit stukje is ook gebruik gemaakt van Marleen de Vries, ‘Dichten is zilver, zwijgen is goud; vrouwen in letterkundige genootschappen, 1772-1800.’ In: De Achttiende Eeuw 31 (1999), p. 187-213.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.