Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Is Jacob (geboren op 1 februari 1892) wel toerekeningsvatbaar? Die vraag moet directeur-geneesheer Janssens van Voorburg zien te beantwoorden. Op zoek naar meer achtergrondinformatie duikt hij als eerste in het verleden van Jacob en schrijft brieven naar onder meer de burgemeester van Fijnaart en de onderwijzer van de lagere school. Wat blijkt? De vader van Jacob is alcoholist die aan de bedelstaf raakt, en ook één van zijn broers drinkt veel te veel. Zijn andere broer is zeer driftig en steekt een keer hun moeder neer. Ook Jacob zelf slaat zijn ouders.
De arts constateert dat de omstandigheden waarin deze jongeman is opgegroeid, verder van ideaal zijn. En dat dat ook zijn sporen nalaat. Jacob werkt liever niet dan wel, en als hij wel een goede betrekking heeft (zoals bij de Cooperatieve Suikerfabriek), dan jaagt hij zijn loon er snel doorheen. Liever zwerft Jacob rond, op zoek naar meisjes bij wie hij zijn ‘sexueele uitspattingen’ kwijt kan.
Dit alles zou hem niet meteen in de problemen hebben gebracht maar dat gebeurt wel als hij met een ‘ontbloot mes’ de broer van zijn vriendinnetje bedreigt. Op een wat knullige manier want deze jongeman, Petrus Korst, weert Jacobus af door zijn fiets tussen hen in te houden. Waarop Jacob zegt: “Zet maar even je fiets weg, dan zal ik je nemen.” Een opmerkelijke manier om iemand te willen aanvallen en geneesheer Jansen probeert daarom zijn ontwikkeling te peilen.
Die is beperkt ‘hetgeen niet te verwonderen valt bij iemand die veel school verzuimde’, maar er blijkt niets van ‘eenige achterlijkheid’, meent Janssens. Dat Jacob zijn vriendin op onomwonden en platvloerse manier beschuldigt van vreemdgaan (“Hij heb je elke zondag 3 keeren liggen naaien in de Nieuwe Molenzedijk”), is nog tot daar aan toe. Maar wanneer hij beweert dat deze vrouw in korte tijd veelvuldige verschillende zwangerschappen heeft gehad (hij spreekt over 3 verschillende zwangerschappen binnen 9 maanden), gaat de arts twijfelen aan zijn verstandelijke vermogens.
De redenatie van Jacob is, zo meent Janssens, ‘op het eerste gezicht een dwaze uitlating’, maar als de arts vraagt hoe het zit, stelt Jacob dat hij dat enkel zei om te pesten. ‘Verdachte zelf geeft volmondig toe dat dit onmogelijk en onzin is. Van eigenlijke waanideeën kan men dan ook niet spreken; dergelijke denkbeelden vormen bij dit soort menschen een gangbaar bezit omdat zij met hunne a- en antisociale gevoelens geheel anders tegenover de maatschappij zijn ingesteld. Van dit standpunt bezien acht ik dan ook het gemoedsleven van verdachte niet ziekelijk gestoord in de maatschappelijke betekenis van het woord.’
Wel is hij ijdel, ongedurig, vol seksuele driften en kent hij geen schaamte of berouw, constateert de arts verder. ‘Ook het somatisch onderzoek geeft geen aanknopingspunten voor het aannemen eener wellicht sluimerende prognose', sluit Janssens zijn onderzoek af.
De eis tegen Jacob luidt anderhalf jaar celstraf.
Bron: register 23-723 - vanaf scan 658
Met dank aan Nel van Doorn voor deze tip!