skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Alem, Maren en Kessel in vogelvlucht

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 18 april 2009
bijgewerkt op 16 februari 2022
De gemeente Alem, Maren en Kessel ontstond in 1819 door samenvoeging van deze drie voorheen zelfstandige dorpen. Tussen 1930 en 1940 kwam Alem aan de Gelderse kant van de Maas te liggen als gevolg van de Maaswerken, waarbij de bocht in de rivier werd rechtgetrokken. Toch duurde het nog tot 1958, voordat de gemeente Alem c.a. opgeheven werd. Het dorp Alem kwam toen bij het Gelderse Maasdriel.

De oude dorpen Maren en Kessel (of wat daar nog van over was na de oorlog), de nieuwe dorpskern Maren-Kessel en ‘t Wild kwamen bij de gemeente Lith. Op 1 januari 2011 is de gemeente Lith opgegaan in de gemeente Oss.

De gemeente Alem, Maren en Kessel lag ten noordoosten van ’s-Hertogenbosch langs de Maas; het grondgebied was 2.631 ha. groot.

J. Kuiper, Gemeente-atlas, 1865
J. Kuiper, Gemeente-atlas, 1865. Klik voor een vergroting

De naam

Alem is volgens de deskundigen afgeleid van Aleheim (oudere schrijfwijzen van vlak na 1100 zijn Aleym en Aleim), waarbij “-heim” staat voor woonplaats en “ale” verband houdt met het germaanse woord “ala” dat geheel betekent.  Een complete woonplaats dus.

De oudste vorm van Maren is Marsna (in een oorkonde uit 997) en de betekenis daarvan hangt samen met “mare”, dat ‘meer’ of ‘water’ betekent. De naam Maren duidt dus op een (woon)plaats langs het water.

Kessel ten slotte (in diezelfde oorkonde van 997 als “Kasella” gespeld) is direct afgeleid van het Latijnse woord “castellum”, dat fort of kasteel(tje) betekent. Dat zou er op kunnen duiden dat de Romeinen hier al een kleine versterking hebben gehad. Die veronderstelling is niet zo gek, als je bedenkt dat er al enkele eeuwen vóór het begin van onze jaartelling mensen woonden op de Maasoevers van Maren en Kessel. Tal van vondsten zijn daar de stille getuigen van. En de belangrijkste vondst is de Gallo-romeinse tempel van Kessel, gebouwd omstreeks het jaar 100 na Christus.

Gemeentewapen

Het gemeentewapen van Alem, Maren en Kessel heeft een curieuze geschiedenis, die een apart verhaal rechtvaardigt. In 1817 had ieder dorp nog zijn eigen gemeentewapen gekregen, maar twee jaar later werden de dorpen samengevoegd tot één gemeente. Het gemeentewapen dat vanaf toen is gebruikt, was eigenlijk illegaal: nooit officieel aangevraagd of bevestigd, ging men het het oude wapen van Maren gebruiken, maar dan in de kleuren van Kessel. Een officiële afbeelding bestaat er niet van. In 1949 wist de gemeente zelfs niet eens meer dat men een wapen had gehad en hoe dat er uitgezien zou moeten hebben.

Oudste bewoning en ontwikkeling

De eerste schriftelijke vermelding van Maren en Kessel dateert zoals gezegd van 9 april 997. De “keizer van het Heilige Roomse rijk”, Otto III, schonk op die datum Marsna en Casella aan bisschop Notker van Luik. Echte dorpen waren Maren en Kessel toen waarschijnlijk nog niet; vermoedelijk waren het niet meer dan gehuchten, een paar boerderijen bij elkaar. Deze bewoonde plekken lagen op oeverwallen, rivierduinen of terpen en waren zo enigszins beschermd tegen de Maas, die toen nog niet bedijkt was.

De eerste Maasdijken in deze regio zijn rond 1300 opgeworpen. We weten dat het beheer van die dijken in 1315 in handen was van zes heemraden uit Maren en Kessel. Vanaf 1349 werkten dezen samen met nog één heemraad uit Alem in het bestuurlijke verband van De Polder van het Laag Hemaal.

Polder Laag Hemaal, links op de kaart
Polder Laag Hemaal, links op de kaart

Vanaf ongeveer 1300 was Kessel een heerlijkheid en viel dus het bestuur van een lokale heer. Deze liet een kasteel bouwen, het Hof. Dat was een rechthoekig gebouw op een kunstmatige verhoging, voorzien van tenminste twee vierkante torens met kantelen. Rond 1810 is het gesloopt. Maren had geen lokale heer, maar was een zogenaamd hertogsdorp: hier oefende de hertog van Brabant de heerlijkheidsrechten uit.

Vóór 1800 telde Maren ruim 400 inwoners en dat aantal groeide maar heel langzaam. In 1813 waren het er 452 en pas aan het eind van de negentiende eeuw kwam dat aantal boven de 500. In 1900 woonden er 638 mensen in Maren. Bij de opheffing van de gemeente in 1957 waren dat er bijna 700. Anno 2000 telde Maren 947 inwoners. Voor Kessel lagen die cijfers nog wat lager: 165 in 1813, 263 halverwege de negentiende eeuw en 309 in 1900. Bij de opheffing telde Kessel nog geen 400 inwoners. Dat waren er 451 anno 2000. Samen hadden Maren en Kessel in 2021 bijna 1.400 inwoners.

De verwoestingen tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben min of meer het einde betekend van de kerken en oude dorpskernen van Maren en Kessel. Die zijn na de oorlog immers niet herbouwd. Tijdens de periode van de Wederopbouw werd hier namelijk, net als in de Noordoostpolder en De Peel gebeurde, besloten een compleet nieuw “dorp in de polder” te stichten.

De keuze voor zo’n nieuw dorp had alles te maken met de sluiting van de Beersche Overlaat in 1942. Daardoor werd de regio definitief watervrij gemaakt. Het nieuwe dorp verrees op enige afstand van de Maasdijk, tussen de beide oude kernen in. In het centrum kwam een soort brink. De Lambertuskerk uit 1953 van architect De Reus is daar het meest opvallende element. Verder kwamen er de Antoniusschool, het café, de bakker, huizen en boerderijen.

De kerk van Maren-Kessel (foto: Henk Buijks / BHIC, 2007)
De kerk van Maren-Kessel (foto: Henk Buijks / BHIC, 2007)


't Wild (foto: Henk Buijks / BHIC, 2007)
't Wild (foto: Henk Buijks / BHIC, 2007)

Ook ’t Wild heeft ernstig onder de oorlogshandelingen tijdens de bevrijding geleden, maar dit gehucht is wel op nagenoeg dezelfde plek herbouwd.

Middelen van bestaan

De bevolking van Maren en Kessel heeft zijn bestaan altijd grotendeels in de agarische sector gevonden: landbouw en veeteelt. Lees maar wat  Caspar van Breugel in 1791 over Maren en over Kessel te melden had, of de taxateur van het Kadaster in 1831. Ook anno 2022 is de agrarische sector nog ruim vertegenwoordigd, maar niet meer de grootste. Andere sectoren, zoals nijverheid, zakelijke dienstverlening, handel en horeca, zijn samen inmiddels van groter belang.

Reacties (2)

F. Lens - Kessel zei op 16 juni 2012 om 13:41
De vroegere naam van Kessel in de provincie Antwerpen (Vlaanderen)luidde volgend de plaatselijke overlevering Kassele. In de regio werd algemeen aangenomen dat het afgeleid is van Castellum, een kleine versterking.van de Romeinen. Op het einde van vorige eeuw werd bij toeval, ongeveer anderhalve meter onder het maaiveld in de beemden langs de Grote Nete een Romeinse site gevonden daterend van de 1ste eeuw na Christus. Ook andere sporen verwijzen naar een vermoedelijk door palissaden afgesloten terrein. Beperkte opgravingen hier verwijzen naar Gallo-Romeinse sporen van de 3de eeuw n. C.
Marilou Nillesen, namens BHIC bhic zei op 18 juni 2012 om 09:31
@F. Lens: Hartelijk dank voor deze toevoeging. Uw opmerking snijdt ook hout voor het plaatsje Kessel in ons gebied, in zoverre dat ook daar sprake was van een Romeinse versterking of castellum. Ook het Limburgse Kessel is ontstaan bij een kasteel.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.