Ja, hier werd van alles gedaan. Het was gebouwd achter den herd (woonkamer) tegen de schouw aan. Binnen onder de schouw was ook het stookgat voor de wasketel. Als je op zondagsavond met zijn allen rond de plattebuiskachel zat ging het stoken van de wasketel automatisch mee door en je had er nog warmte van en geen vuil in het hok als je op maandag de was er moest doen.
Deze gietijzeren wasketel was ommetseld en met een houten deksel. Deze werd ook gebruikt om er het varkensvoer in te koken. Ook was de wasketel actief voor het opwarmen van het water voor het slachten van het varken, want dat werd in het stookhok ook gedaan en het was ook een mooie ruimte om daags erna, als het varken geslacht was, af te slachten (in stukken snijden), zult, worst en kaoien (kaantjes) te maken. Het mooie klein vlees zoals de koteletten, maar ook de worst werden geweckt in de wasketel, of in de weckketel. De hammen en spek werden, nadat ze een tijd in het pekelvat gelegen hadden, gerookt in de schouw met de worst en de opgerolde schouderkarbonade.
Rechts van het huis is `t stookhok
Achter in het stookhok was de bakoven met onder het raam de trog waar het deeg gekneed werd. Op de trog stonden twee petroleumstellen om op te koken. Met de notenboom als schaduw was het er koel in de zomer en men had veel minder kans op vliegen.
In het stookhok was het heerlijk om te eten aan de tafel die er altijd stond. Deze tafel werd ook gebruikt om er groenten op klaar te maken, zoals boontjes te rangen of snijbonen te snijden en de erwten te doppen voor de weck.
Heel aantrekkelijk was op de zondagavond ook onze wasketel van de warmte die hij nog uitstraalde. Elke dochter maakte er in de winter wel gebruik van met haar vriend, zodat hij opgewarmd en voldaan de reis naar huis kon ondernemen...
Marilou Nillesen
bhiczei op 23 oktober 2020 om 16:37
Over duurzaamheid gesproken, Gerard... Aan welke jaren (of decennium) moet ik hierbij (ongeveer) denken?
Rini de Groot
zei op 15 november 2020 om 20:13
Gerard, bij ons stond de Komeet fornuisketel in de bijkeuken voor dezelfde doelen zoals je noemt.
De broodbakoven werd in de oorlog gebouwd, werd deze gebruikt moest de fornuisketel verplaatst worden.
Heb meerdere malen gestookt de oven, was- en varkensketel
Op zondag werd er geen was gestookt en ook niet gevuld.
Vader had genoeg brandhout dus geen petroleum stellen en kwam de Olieman niet aan.
We waren, ‘zelfvoorzienend’ zoals vlees, groenten, fruit, regen en grondwater, stookhout, geen riool en vuilnisemmer..
Alleen aangewezen op de kolenboer voor de brandstof en briketten. Bezaten twee ondergrondse aardappelkelders.
Rini Pijnappels
zei op 24 november 2020 om 20:45
Bij ons in het washok stond ook een fornuis en een houten wasmachine met een driepoot die op en neer ging en aan de machine zat ook een wringer met twee rollen waar de was tussendoor ging om het meeste water eruit te halen. wij hadden ook de luxe van een ligbad ( een ijzeren teil aan een kant breed en aan het voeteinde smal ). wie op zaterdag het fornuis vol met water deed , toen nog met emmers dragen vanuit de keuken en zelf pompen , en zelf heet stookte kon als eerste in het bad . eerst een paar emmers kokend water in het bad en bijvullen met koud water en dan lekker languit in bad . je moest het fornuis wel weer bijvullen en het vuur brandend houden want de volgende moest ook in bad . wij waren thuis met vader, moeder . en 9 kinderen .
Rini de Groot.
zei op 25 november 2020 om 00:24
Prachtige beschrijving Rini. Dan is jou die tijd ook bekend, heel verschil met tegenwoordig. Meestal was het een vierpoot, heb er nog eentje in bezit. En het water pompen, wij hadden er twee grond- en een voor regenwater. Het zou voor me toen en nu geen luxe zijn te bezitten en dan nog wel een van staal. De gezinsgrote hetzelfde als bij ons. En hoe was dat gesteld met de privacy?
Rini Pijnappels
zei op 25 november 2020 om 19:32
Hallo Rini, Ik ben nummer 8 van de 9, 1953 . Het woord privacy stond in een gezin van 11 niet vooraan in het woordenboek, maar wij zijn wel opgevoed met respect hebben voor elkaar , als er iemand in bad was dan ging er niemand "per ongeluk" het washok binnen . Het was een eenvoudige maar mooie tijd.
