
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het gaat om de jonggestorven Helvoirtenaar Johannes Antonius Leonardus Coolen, in 1875 geboren in de Verwerstraat in Den Bosch als zoon van Willem Antoon Coolen en Maria Donkers. In 1876, dus een jaar na Antoons geboorte, verhuisde zijn ouders naar Helvoirt, waar Willem Coolen tot notaris was benoemd. Het gezin nam zijn intrek in de villa Jagtlust aan de Torenstraat. Drie jaar later betrok het De Beuken, dat de notaris inmiddels had laten bouwen.
Na zijn schoolopleiding (in ’s-Hertogenbosch, Oudenbosch en Rolduc) begon de jonge Antoon aan een notarisstudie. Hij deed dat thuis, onder begeleiding van zijn vader, samen met een paar andere studenten. Het eerste van de drie examens voor kandidaat-notaris heeft hij nog succesvol afgelegd, maar daar bleef het bij. Zijn natuurlijke aanleg bleek veel meer artistiek gericht.
Vanaf 1895 begon hij te schrijven, te schetsen en te schilderen. Aangespoord door zijn moeder, die zelf een brede heemkundige belangstelling had, schreef hij vooral Brabantse dorpsverhalen. Ze verschenen eerst in De Avondster en vervolgens ook in Het Huisgezin en het Noordbrabantsch Dagblad.
In 1901 vertrok hij naar Amsterdam. Daar begon hij als journalist bij De Telegraaf. Hij kreeg al gauw een goede naam, vooral met zijn "Brabantse schetsen", die zich voornamelijk in en rond Helvoirt afspeelden. Hij schreef er in totaal een veertigtal. De levendigheid van deze schetsen is mede te danken aan het gebruik dat Coolen maakte van het Helvoirtse dialect, zoals dat aan het begin van de twintigste eeuw werd gesproken.
Helaas stierf Coolen vrij plotseling als gevolg van een kortdurende, maar hevige infectieziekte, op 11 januari 1905. Hij moest toen nog 30 worden. Zijn zwager, A. Hoffman, publiceerde in De Telegraaf van 21 februari daarop een groot In Memoriam. Coolen ligt begraven op het kerkhof Buitenveldert in Amsterdam.
Onze Antoon Coolen zou waarschijnlijk helemaal in de vergetelheid zijn geraakt, als zijn neef Willem Hoffman, de zoon van Coolens zuster en A. Hoffman, niet een aantal vergeelde kranten met de "Brabanste schetsen" in een kast bij zijn moeder had gevonden. Zelf journalist en enthousiast over de kwaliteit van de verhalen (die zijn vader hem in zijn jeugd vaak had voorgelezen) zorgde hij ervoor dat ze gebundeld in boekvorm werden uitgegeven. In 1947 verscheen, 42 jaar na de dood van de auteur, het bekende boek Helvoirt aan de Lei : Brabantse schetsen.