Het vertrouwde geluid van krakende vloeren, de verflucht die je neus prikkelt en grote vellen gekleurd papier. De handenarbeidswinkel van haar grootouders voelt voor modeontwerpster Karin Slegers in haar jeugd als een ‘snoepwinkel van tekenmaterialen’. Haar favoriete plek ligt midden op het Stratumseind in Eindhoven, een plek waar ze nog altijd even stilstaat.
Van de nieuwste uniformen voor ambulancepersoneel tot de outfits van het personeel van Schiphol: Karin Slegers ontwerpt collecties voor grote bedrijven. “Ik kom uit een heel creatief gezin. Mijn opa schilderde, mijn oma borduurde kleden voor het altaar in de kerk, en mijn vader was kunstenaar, mijn moeder gaf handarbeidles.”
Haar beide ouders volgden de kunstnijverheidschool, en mede daardoor kwam haar vader – als jongeman - vaak in de winkel van haar grootouders, de firma Hoppenbrouwers. Om linnen te kopen, en om dan meteen hun mooie dochter, de moeder van Karin, te zien. “Daar is de liefde tussen mijn ouders ook verder opgebloeid”, vertelt Karin met een lach.
Traktatie
Het Stratumseind was in die tijd, zeg rond de jaren zestig/zeventig, een gewone winkelstraat. Naast de winkel van Hoppenbrouwers is een drogisterij, óók van Hoppenbrouwers. “En de in Eindhoven beroemde ijzerwarenwinkel De Spijker. En frietzaak waar we wel eens iets mochten halen. Dat was dan een ware traktatie”, herinnert Karin zich. Ze groeit zelf op in Mierlo, maar ze komt natuurlijk vaak bij haar opa en oma in Eindhoven.
“Mijn grootouders woonden in het bovenhuis, met kroonluchters aan het plafond en tapijtjes op de tafel. Overal mooie schilderijen want mijn opa schilderde ook. Via een houten trap kwam je dan in hun zaak. En dan wachtte ik op die heel fijne woorden die mijn oma geregeld zei: ga maar iets uitzoeken. Dan kon ik tijden langs al die spullen lopen, kijken, voelen, ruiken. Ik was best bescheiden, zo werden we ook opgevoed, dus ik wist dat je niet zomaar een hele kleurdoos kon kiezen. Dus meestal werd het een potlood of een gum. Maar die gunst, dat je daar mocht lopen en iets van die materialen mocht kiezen, dat was van een enorme rijkdom. Alleen de lucht van olieverf brengt mijn jeugd daar direct weer tot leven.”
In ons dna
Het is geen wonder dat Karin naar St. Joost, de kunstacademie in Breda gaat. “Ook mijn broer koos ervoor. Het zit in feite in ons DNA. Dat je tekende, creatief bezig was, dat werd enorm gestimuleerd. Dat is precies wat ik nu – als docent aan Summa Fashion College in Eindhoven – probeer te doen met mijn studenten: ze stimuleren. Dat is van ongekende waarde, en ik prijs me gelukkig dat ik in een dergelijke motiverende omgeving ben grootgebracht.”
Karin loopt met enige regelmaat door het centrum van Eindhoven. “Als ik de Catharinakerk zie, raakt me dat ook. Mijn grootouders waren nauw betrokken bij het werk voor de kerk, mijn ouders zijn er getrouwd, mijn grootouders zijn er begraven. En vanaf daar is het maar een klein eindje naar de plek waar de handenarbeidszaak zat, vlak naast de rechtbank. Ik blijf er altijd even stilstaan, letterlijk en figuurlijk.”
“Dat is meer dan nostalgie, het is een bepaalde verbondenheid. Deze plek staat voor mij voor een heel gelukkige tijd. Alles klopte daar. Een heel lieve oma, een grappige opa en dan al die prachtige spullen om mee te kunnen tekenen. Mooier kun je je bijna niet voorstellen. Een pand met een trapjesgevel, en een indrukwekkende geschiedenis. Zo zorgde het bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog voor flinke beschadigingen maar het gebouw kon toch weer worden hersteld. Nu is het een café. Het is dezelfde plek met een totaal andere functie. Dat is wat tijd doet. Er zit een Mariabeeldje in de gevel, en dat ziet dat allemaal onder haar ogen gebeuren.”