
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op 16 december 1944 vertrok het bataljon per trein uit Bergen (Mons) in België naar Nederland waar het de andere dag in Roosendaal arriveerde. Tijdelijk werd het bataljon verdeeld in afwachtingskantonnementen in West-Brabant. De staf kwam in Breda, de 1ste en 4de compagnie in Sprundel, de 2de en de 3de in Gooreind (België) en de 5de compagnie werd in St. Willebrord gestationeerd. Op 23 december werd het bataljon operationeel onder het commando van het 1ste Britse Legerkorps. Het operationeel gebied lag tussen het Hollansdiep, de Biesbosch, de Bergsche Maas en de Belgische grens. Het bataljon werd in twee detachementen verdeeld, het Voor- of Frontdetachement en het Achter- of Waakdetachement.
Het Frontdetachement oefende verdedigingstaken uit langs de frontlijn die liep tussen Willemstad en Capelle. Het Waakdetachement was belast met de bewaking van de brandstof- en munitieopslagplaatsen in het achterland in de buurt van Achtmaal en Meer.
Op 16 januari 1945 werd de staf overgeplaatst van Breda naar Etten-Leur. De staf was gehuisvest in de boerderij van M. van de Riet op het adres Hoevenseweg 7. Helaas is de boerderij gesloopt. Deze stond tegenover de rotonde aan het eind van de Concordialaan, waar nu de Wildbaan begint.
Twee compagnieën werden de eerste maanden ingezet voor de bewaking van brandstof- en de munitieopslagplaatsen bij Achtmaal en Meer. Vanaf 24 februari 1945 werden zij net als de andere compagnieën belast met de verdediging aan het front.
De andere compagnieën lagen vanaf het begin aan het front en één werd in Etten in reserve gehouden. Deze reserves werden in de inmiddels gesloopte r.k. meisjesschool St. Jozef in de Bisschopsmolenstraat ondergebracht.
Dat wil niet zeggen dat ze hier alleen kwamen om uit te rusten. Regelmatig werden in de omgeving van Etten-Leur onder leiding van Britse instructeurs zogenaamde battletrainingen gehouden. Het ging er op die trainingen niet zachtzinnig aan toe, zo brak op 2 februari 1945 een militair zijn been en vijf dagen later brak er één zijn enkel.
Ook verleenden ze hulp bij lokale bombardementen en bij neergekomen VI’s. Zoals op 23 februari 1945, toen ’s morgens om 8.00 uur het Moleneind getroffen werd door zo’n vliegende bom en er door de ontploffing meerdere gewonden vielen.
Op 3 maart 1945 schreef de burgemeester van Etten-Leur in zijn dankbrief aan de commandant van het Belgische bataljon: “Uit naam van de gehele bevolking van de Gemeente Etten en Leur, heb ik de eer u hartelijk en welgemeend dank te zeggen voor de machtige wijze waarop u hebt meegewerkt aan het reddingswerk en de hulpverlening aan de getroffenen bij het inslaan van vliegende bommen in mijn gemeente op vrijdag 23 februari”.
Toch was er ook tijd voor ontspanning. Regelmatig speelden voetbalelftallen van het bataljon wedstrijden tegen Internos. Ook bezochten zij in het weekend de dansgelegenheden in het dorp. Hieruit ontstonden zelfs liefdes die na de oorlog met een huwelijk bezegeld werden.
Op zaterdag 5 mei 1945 om 8.00 uur ’s morgens kwam een einde aan de oorlog. In het bijzonder dagorder Nr. 4 van 5 mei 1945 schreef de bevelhebber van het bataljon, Majoor Leonard: “Het Bataljon heeft zijn tol aan de prachtige overwinning met bloed betaald. Wij hebben onze doden, wij hebben onze gewonden. Hun offer is niet vruchteloos geweest. Allen hebt u zich voor het vaderland verdienstelijk gemaakt”.
Tijdens de hele operatie van het 1ste Bataljon Fuseliers in Nederland werden 8 militairen gedood en 12 gewond tijdens oorlogsacties. Bij niet-oorlogsacties vielen nog eens 5 doden en raakten 21 militairen gewond. Bij dit laatste moet men denken aan ongevallen tijdens de oefeningen, verkeersongevallen, ontploffingen van munitie en foutieve omgang met wapens.
Op dinsdag 8 mei 1945 werd om 11.00 uur op de Markt in Etten-Leur een overwinningsdefilé voor het 1ste Bataljon Fuseliers gehouden. Onder grote publieke belangstelling werd het defilé afgenomen door burgemeester Weijers en de Engelse kolonel van de Royal Marines.
Voor hun inzet werden alle militairen van het Bataljon bij Besluit van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins Regent N 1861 van 16 februari 1946 onderscheiden met de herinneringsmedaille van de oorlog 1940-1945. Ook ontvingen alle militairen een brief van Dwigth Eisenhower, de Opperbevelhebber, waarin hij hen bedankte voor hun verdienstelijke en voorbeeldige uitvoering van hun militaire taken tussen 14 december 1944 en 8 mei 1945.
Bronnen:
Walter Lefebure, Het 1ste Bataljon Fuseliers Oorlogsvrijwilligers, Casteau Nederland, Druk Grafisch Bedrijf Schoonbaert – 8200 Brugge, 1982.
Collectie Soldaat F/I 0426 Geldhof André, privé-archief Cor Kerstens.
Met dank aan Jos Martens, Rinus Taks en Willem van den Beemd.
De foto komt uit mijn Powerpoint voor mijn familie over het oorlogsverleden van mijn grootvader van een aantal jaren geleden. Hierin had ik allerlei gegevens uit de regio verwerkt waaronder deze. Dit is net nadat de gevechten bij Oud-Vossemeer zijn afgelopen.