skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Belgische militairen in Etten-Leur

Cor Kerstens
Cor Kerstens
vertelde op 14 februari 2018
bijgewerkt op 15 februari 2018
Na de bevrijding van Etten-Leur op 30 oktober 1944 werden de geallieerden bijgestaan door het 1ste Bataljon Fuseliers uit België. Zij opereerden onder het bevel van het 1ste Britse Legerkorps en waren belast met bewakings- en verdedigingstaken.

Op 16 december 1944 vertrok het bataljon per trein uit Bergen (Mons) in België naar Nederland waar het de andere dag in Roosendaal arriveerde. Tijdelijk werd het bataljon verdeeld in afwachtingskantonnementen in West-Brabant. De staf kwam in Breda, de 1ste en 4de compagnie in Sprundel, de 2de en de 3de in Gooreind (België) en de 5de compagnie werd in St. Willebrord gestationeerd. Op 23 december werd het bataljon operationeel onder het commando van het 1ste Britse Legerkorps. Het operationeel gebied lag tussen het Hollansdiep, de Biesbosch, de Bergsche Maas en de Belgische grens. Het bataljon werd in twee detachementen verdeeld, het Voor- of Frontdetachement en het Achter- of Waakdetachement.

Het Frontdetachement oefende verdedigingstaken uit langs de frontlijn die liep tussen Willemstad en Capelle. Het Waakdetachement was belast met de bewaking van de brandstof- en munitieopslagplaatsen in het achterland in de buurt van Achtmaal en Meer.

Op 16 januari 1945 werd de staf overgeplaatst van Breda naar Etten-Leur. De staf was gehuisvest in de boerderij van M. van de Riet op het adres Hoevenseweg 7. Helaas is de boerderij gesloopt. Deze stond tegenover de rotonde aan het eind van de Concordialaan, waar nu de Wildbaan begint. 

Twee compagnieën werden de eerste maanden ingezet voor de bewaking van brandstof- en de munitieopslagplaatsen bij Achtmaal en Meer. Vanaf 24 februari 1945 werden zij net als de andere compagnieën belast met de verdediging aan het front.

De andere compagnieën lagen vanaf het begin aan het front en één werd in Etten in reserve gehouden. Deze reserves werden in de inmiddels gesloopte r.k. meisjesschool St. Jozef in de Bisschopsmolenstraat ondergebracht.

Dat wil niet zeggen dat ze hier alleen kwamen om uit te rusten. Regelmatig werden in de omgeving van Etten-Leur onder leiding van Britse instructeurs zogenaamde battletrainingen gehouden. Het ging er op die trainingen niet zachtzinnig aan toe, zo brak op 2 februari 1945 een militair zijn been en vijf dagen later brak er één zijn enkel.

Ook verleenden ze hulp bij lokale bombardementen en bij neergekomen VI’s. Zoals op 23 februari 1945, toen ’s morgens om 8.00 uur het Moleneind getroffen werd door zo’n vliegende bom en er door de ontploffing meerdere gewonden vielen.

Op 3 maart 1945 schreef de burgemeester van Etten-Leur in zijn dankbrief aan de commandant van het Belgische bataljon: “Uit naam van de gehele bevolking van de Gemeente Etten en Leur, heb ik de eer u hartelijk en welgemeend dank te zeggen voor de machtige wijze waarop u hebt meegewerkt aan het reddingswerk en de hulpverlening aan de getroffenen bij het inslaan van vliegende bommen in mijn gemeente op vrijdag 23 februari”.

Toch was er ook tijd voor ontspanning. Regelmatig speelden voetbalelftallen van het bataljon wedstrijden tegen Internos. Ook bezochten zij in het weekend de dansgelegenheden in het dorp. Hieruit ontstonden zelfs liefdes die na de oorlog met een huwelijk bezegeld werden.

Op zaterdag 5 mei 1945 om 8.00 uur ’s morgens kwam een einde aan de oorlog. In het bijzonder dagorder Nr. 4 van 5 mei 1945 schreef de bevelhebber van het bataljon, Majoor Leonard: “Het Bataljon heeft zijn tol aan de prachtige overwinning met bloed betaald. Wij hebben onze doden, wij hebben onze gewonden. Hun offer is niet vruchteloos geweest. Allen hebt u zich voor het vaderland verdienstelijk gemaakt”.

Tijdens de hele operatie van het 1ste Bataljon Fuseliers in Nederland werden 8 militairen gedood en 12 gewond tijdens oorlogsacties. Bij niet-oorlogsacties vielen nog eens 5 doden en raakten 21 militairen gewond. Bij dit laatste moet men denken aan ongevallen tijdens de oefeningen, verkeersongevallen, ontploffingen van munitie en foutieve omgang met wapens.

Op dinsdag 8 mei 1945 werd om 11.00 uur op de Markt in Etten-Leur een overwinningsdefilé voor het 1ste Bataljon Fuseliers gehouden. Onder grote publieke belangstelling werd het defilé afgenomen door burgemeester Weijers en de Engelse kolonel van de Royal Marines.

Voor hun inzet werden alle militairen van het Bataljon bij Besluit van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins Regent N 1861 van 16 februari 1946 onderscheiden met de herinneringsmedaille van de oorlog 1940-1945. Ook ontvingen alle militairen een brief van Dwigth Eisenhower, de Opperbevelhebber, waarin hij hen bedankte voor hun verdienstelijke en voorbeeldige uitvoering van hun militaire taken tussen 14 december 1944 en 8 mei 1945.

Bronnen:
Walter Lefebure, Het 1ste Bataljon Fuseliers Oorlogsvrijwilligers, Casteau Nederland, Druk Grafisch Bedrijf Schoonbaert – 8200 Brugge, 1982.
Collectie Soldaat F/I 0426 Geldhof André, privé-archief Cor Kerstens.
Met dank aan Jos Martens, Rinus Taks en Willem van den Beemd.

Reacties (12)

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 19 februari 2018 om 12:34
Bedankt Cor, voor je heldere uiteenzetting van de bewaking en verdediging van Etten-Leur net ná de bevrijding voor onze zuiderburen. Ook mooi om te lezen dat ze dat dus 'voorbeeldig' gedaan hebben.
Jean-Pierre Kin zei op 28 februari 2019 om 00:36
Weet u misschien welke geallieerden in West-Brabant bleven ná 5 mei? Concreter: welke militairen waren er nog eind september, begin oktober? Bij voorbaat dank voor uw reactie.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 februari 2019 om 11:59
Hallo Jean-Pierre, dank voor je berichtje. Ik heb je vraag neergelegd bij onze collega's van het West-Brabants Archief. Hopelijk kunnen zij hier inhoudelijk verder op ingaan.

Even afwachten... ;)
Elly van Eekelen, West-Brabants Archief zei op 5 maart 2019 om 09:25
Beste Jean-Pierre,
Welke militairen waren er nog eind september, begin oktober, is een interessante vraag. In ons werkgebied is hier nog geen onderzoek naar gedaan. Ik ben voor u op zoek gegaan naar bronnen maar helaas, in onze archieven kan ik hierover niets terugvinden.

Met vriendelijke groet, Elly van Eekelen, West-Brabants Archief
Jean-Pierre Kin zei op 5 maart 2019 om 09:58
Dank voor reacties. Ik ben via verscheidene wegen aan het zoeken; wellicht dat ik een aanknopingspunt vind. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg, maar wie weet.
Frans Gorissen zei op 14 maart 2019 om 10:44
Er van uitgaande dat gevechtseenheden verder oprukten zullen er waarschijnlijk eenheden achtergebleven zijn die zich bezighielden met het opruimen van explosieven , militaire graven etc. etc. Naar mijn gedachte zou je dan moeten gaan zoeken bij eenheden die deel uitmaakten van het 1e Canadese Leger https://nl.wikipedia.org/wiki/1e_Leger_(Canada) Ook zou je misschien eens kunnen zoeken in de archieven van het Militair Gezag, waarvoor de basis al in londen was gelegd , om chaos na de bevrijding te voorkomen. Zij waren de schakel tusssen de geallieerden en Nederland in die periode. Die archieven verblijven in het Nationaal Archief in Den Haag
Frans Gorissen zei op 15 maart 2019 om 10:03
Aha dat wist ik niet, maar ik zelf werk dan ook eigenlijk alleen aan Belgische militairen die de dood vonden, in Nederland en/of er begraven zijn geweest. Waarbij we het dan hebben over de gesneuvelden in 1940 in Zeeuws-Vlaanderen, Maastricht en omgeving, De ramp met de Rhenus 127 bij Willemstad, maar ook de mannen die later in de oorlog dus 1944/1945 de dood vonden bij de Brigade Piron, de Fuseliers Bataljons vliegtuig chrashes etc. Vanuit dit onderzoek, is er in ieder geval wel raakvlak, met het verhaal en de gestelde vragen, en weet uit ervaring dat het niet eenvoudig is omdat veel zaken die bewaard gebleven zijn erg gefragmenteerd zijn , en vaak alleen al een zoektocht om uit te zoeken waar dingen verblijven. Het blijft in die zin een verhaal van de lange adem, maar dat maakt het ook wel weer mooi als er dingen gevonden worden en uiteindelijk duidelijkheid geven.
Christian van der Ven
Christian van der Ven bhic zei op 15 maart 2019 om 10:59
@Frans: Het heet ook niet voor niets archiefonderZOEK :-) Gaandeweg leer je bij, vind je meer en wissel je uit, dat scheelt.
Richard Binkhuysen zei op 2 december 2021 om 08:48
Op 9 november 1944 kwam de gehele Zuid-Westhoek tot aan Moerdijk onder bevel van de verkenningseenheid XII.Manitoba Dragoons. Vanaf 30 oktober kwam de Orde Dienst-Tholen onder indirect bevel van de A-Troop en vocht achter vijandelijke linies mee en bevrijdde geheel Tholen Eiland. De reden voor deze aparte constructie was waarschijnlijk dat de A-Troop een korte verkenning door vijandelijke linies van het geïnundeerde eiland uitvoerde via Halsteren, getijde rivier 'de Eendracht' thans Rijn-Schelde kanaal, kade Tholen Stad, Oud-Vossemeer, St.Annaland , Stavenisse uitvoerde. De Verzetsgroep bestond uit zo'n 60 man, waarvan er 11 in ploegen de bunkercomplexen bij Stavenisse bewaakten. In Tholen Stad bevonden zich zo'n 30 tal waarvan zo'n 24 in ploegen van meestal 7 of 8 man bij de gevechten in Oud-Vossemeer betrokken waren. Vanwege de vele nood situaties werden er vanaf 31 oktober continu echter nieuwe ploegen uit deze groep gevormd om de daar aanwezige ploeg bij te staan gedurende de 5 dagen lange gevecht situatie. Na 9 november werden alle Verzetsmensen direct gescreened en als verdediging van de kust v/h Eiland ingezet. Tevens zal dit voor alle Verzetsgroepen in het gebied tot aan Moerdijk hebben plaats gevonden. Omdat men wel door had dat het gebied te licht verdedigt werd met alleen pantserswagens, werden een paar dagen later 2 Anti-Tank batterijen toe gevoegd om het meer dan 64 km lange kust gebied te verdedigen. 1 Batterij van 12x 17ponders bij St.Annaland en een batterij bij Willemstad. Later volgde de andere 2 batterijen. Totaal dus voor het gehele kust gebied v/h eiland Tholen, het schiereiland St.Philipsland tot aan Moerdijk, 24x A-T. kanonnen en 24x M10 tankjagers. In nood geval konden de XII.Manitoba Dragoons beroep doen op eenheden die in de omgeving achter het front te rusten waren. Er was ook nog een detachement van Lake Superior a/d eenheid toegevoegd. En op Tholen was er nog een geheime SAS school, die operaties richting de noordelijker gelegen eilanden uit voerde, omdat de bedoeling was deze ook te bevrijden. Tevens werden er eenheden v/h Anti-Tank Regiment uit geleend ivm met de operaties bij Kapelse Veer. Vwb mijnen ruimen werd dit alleen gedaan in de gevechts gebieden. Zo gauw deze gepasseerd waren, was het aan de Nederlanders zelf om deze op te ruimen. Vandaar dat de mijnenopruimingsschool in Bergen op Zoom opgericht werd. Bij het Royal Regiment op Canada v/d 2e Canadese Infanterie Divisie vochten 50 Belgen van Compagnie 'Waas' mee in de polders ten westen van Woensdrecht. Vwb de Belgische Fuseliers heb ik nog een krantenknipsel met foto in loopgraven aan een zgn start lijn voordat ze ingezet werden richting Moerdijk.

De foto komt uit mijn Powerpoint voor mijn familie over het oorlogsverleden van mijn grootvader van een aantal jaren geleden. Hierin had ik allerlei gegevens uit de regio verwerkt waaronder deze. Dit is net nadat de gevechten bij Oud-Vossemeer zijn afgelopen.

Frans Gorissen zei op 2 december 2021 om 11:22
In de tekst lees ik het volgende : ''Tijdens de hele operatie van het 1ste Bataljon Fuseliers in Nederland werden 8 militairen gedood en 12 gewond tijdens oorlogsacties. Bij niet-oorlogsacties vielen nog eens 5 doden en raakten 21 militairen gewond''.
Waaruit de dus zouden kunnen opmaken dat het totaal aantal dodelijke slachtoffers 13 zou zijn.

Zonder verder in te gaan op de doodsoorzaak kom ik zelf in mijn onderzoek uit op 9 slachtoffers voor het 1e Bn Fuseliers t.w. COMPTDAER, COZYNS, DE SMET, DELABARRE, GLORIEUX, MUS, TYTGAT, VAN BESSELART, VANDENDRIESSCHE.

Voorts 5 slachtoffers voor het 2e Bn Fuseliers t.w. DE BOURDERÉ, DE WAEGENEIRE, MOONEN, VAN GANSBEKE, VAN HEMELRYCK. waarmee ik dus uitkom op totaal 14 dodelijke slachtoffers, waarbij deze dus niet alleen van het 1e Bn deel uitmaakte maar ook van 2e Bn.

Met betrekking tot het ontmijnen zou te Bergen-op-Zoom op 07-04-1945 de Belgische militair ARNOUDT Jaak die behoorde aan het 1e Bn Genie ''YSER'' 1e Cie de dood vinden.

Mochten er in die zin m.b.t. dodelijke slachtoffers van de Belgische fuselier Bataljons in Nederland nog andere namen dan door mij genoemd bekend zijn houdt ik me daar graag voor aanbevolen.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.