Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ik ben d’r enne van Jan en Anna Geurts uit His. Onze pa was eigenaar en mulder van de Witte Molen. Dieje meule was toen alleen nog maar unne toren, zonder wieken. Begin vijftiger jaren werd ik geborre in ‘t huiske tegenover de meule. En wel op de Velft B163, later Witte Molenweg 2 (en nu Gildestraat) op d’n hoek met de Bergstraat. Onze pa had daar een “juweel” van een maalderij. Onze straat was verhard met gebroken puin. Mijn ouders huurden ons huis van Has de “Sneijer” (van den Helm) en zijn zoons Piet en Harrie. Zij woonden met z’n drieën op de Wijst net vurbij de Grolderscheweg aan de linkerkant. Da’s die boerderij die er nou d’n dag nog steeds afgebrand bij ligt. Dan was er ook nog een bruur meer: da was Tien de “Sneijer”. Tien was eigenaar van “Camping de Witte Molen”. Deze camping lag van ons thuis af aan de linkerkant aan het eind van de Bergstraat. Deze Bergstraat was toen nog unne zandweg. Daar aan het eind stond ergens ook het noodslachthuis en daar achter woonde het “de Prins” (Van de Ven). Wijer op ons op aan in de Bergstraat woonde daar dan oma “Kinks” (ok van den Helm) in een heel oud boerderijke wat iets van de weg af stond. Daar neven zaat wir de weduwe Marietje “Kinks” in het burgerhuis dat er nu nog staat. As ge dan daar links neven Marietje “Kinks” een klein paadje ingingt kwam je op d’n Berg. Daar woonde Kees “Jojsjes” (van Zantvoort) met z’n vrouwke Drieka. Die woonden in un wit boerderijke en ze hadden een witte geit met unne grote sik. Mar ze hadden gin keinder. Kees da was in mijn ogen unne grote lange mens met unne mooie witte hangsnor. Dan op d’n hoek van de Bergstraat en de Pater van den Elzenstraat woonde Frans “d’n Oijese” (Verhoeven). Met de jongste van hullie, Arnold, daar speulde ik soms wel eens mee. Helaas is Arnold veel te vroeg overleden. De Pater van den Elzenstraat liep achter ons huis, evenwijdig aan onze straat. Onze directe achterburen waren de “Kreijkes” (Gloudemans). Hunne zoon Piet “Kreijkes” waar bij ons knecht geweest in de maalderij. Naast de “Kreijkes” woonde Wimke van Es. Dan stonden er verder nog een paar huizen van wie ik nie meer weet wie daar allemaal woonden. Aan het eind van de Pater van den Elzenstraat woonde de familie “Saai” (van de Wetering) mar daar kwamen wij eigenlijk nooit. Daar wir tegenover de “Saai” woonde Pietje “Ollie” (Broeksteeg). Pietje die kwam bij ons mam thuis olie verkopen maar hij stotterde nogal: “A-anna m-m-moete nog b-b-b-bromme-bromme-bromollie?” As ge vurbij Pietje “Ollie” linksaf gingt, (de tegenwoordige Schutsboomstraat), kwam je langs de familie “Trul” (Koopmans) de zoon van Hasje “Trul”. Hasje war dè gebochelde mènneke die in dat hil klein, ouw boerderijke aan d’n Osseweg woonde.
Aan het eind van onze straat woonde de familie Verhagen met unne trits jong, maar daar kwamen wij eigenlijk nie veul. Neven de Verhagens woonde Piet de “Nard”, die d’r enne van kleermaker Nard van den Akker uit de Kerkstraat was. Als je dan weer richting onze meule liept dan konde aan de rechterkant helemaal tot de Zwarte Peters (nu Heemkundeschuur) aan de Schoonstraat kijken. Er was hier niets dan koren- en grasveld.
Als ge bij ons vanuit de veurdeur linksaf liept, kwam je uit op de Hoogstraat (tegenwoordig de J.F. Kennedystraat). Daar op den hoek woonden Thé en Lena Kortenhof. Thé had de bakkerij en Lena, zijn twidde vrouw, stond in de winkel. Wij moesten daar soms van ons mam een mikske van 8 ons gaan halen. Dan kwamen we ok wel eens bij Théje in de bakkerij. Hij had altijd van die sterke verhalen: “Alle mulders vallen op de blote kont in de hel” en “ullieje vrachtwagen die lupt op erpelschelle”. Vanaf de Hoogstraat kon je schuin de Molenstraat in en op d’n hoek stond een grote boerderij. Daar woonde Maricus de “Kin” (van Oort) met zijn vrouwke Bertha en heel veul keinder. Ik kende ze lang nie allemaal zoveel hadden ze er. Maricus had in mijn beleving unne vrij grote kale kop met een vooruitstekende kin. ’s Zondags in de hogmis war hij altijd vurzinger met een hele speciale kraakstem. Mar hij zong volgens mij wel goed zuiver. As ik er wir aan denk dan heur ik hem nog het Credo vurzingen. Verder de Molenstraat in woonde pliesie Peters. Mijn zus en ik kwamen wel daar heel veul, want doar hadden ze keinder van ons leeftijd. Wa hebbe wij daar veul gespeuld op dat driehoekig perkske tussen de Molenstraat en de Hoogstraat. Meskepikke, voetballen, steentjes tegen de lantaarnpalen mikken en meer ontigheid. Achter pliesie Peters in de Wilhelminalaan woonde familie Piet de “Slappe”. Ik weet niet hoe ze eigenlijk heetten en waarom ze zo genoemd werden.
Als we met onze pap met de vrachtwagen mee meel gingen venten kwamen we achteraf bij heel veul boeren. Zo kwamen we bij Toon “de Soep” (?) die alleen woonde in een boerderijke aan de zandweg wat nu Nieuwe Erven is. Toon was unne hele rauwe mens. Hij miste een hand en daarvoor in de plaats had hij unne ijzeren haak. Bij hem binnen was het een enorme rotzooi, het stonk er en het was er gruwelijk smerig. Ook moesten we naar Has “de Geurt” (van den Akker) op de Vinkelsestraat. Als we bij Has de Geurt meel gelost hadden dan reden we langs de boerderij van hullie tante Mentje “de Geurt” (die al lang afgebrand is). Hier staat tegenwoordig de boerderij van Harrie van Uden en zonen. Hierlangs ging het verder over de zandwegen naar de Schrikkelvenstraat, toen ok nog unne zandweg, naar Toon “de Jup”. (Ook van den Akker??) en via onder andere het “Wulfke” (de Wolf) weer naar huis.
Soms kwam Willem “Zuutjes” bij ons in de maalderij buurten en un pepke roken van de zware shag van onze knecht. En hoesten dat ie dan moes, maar hij vond het wel lekker. (Zin ie) Willem woonde allennig in het Strôtje (Schoonstraat) in een van die heel ouw huiskes aan de rechterkant, waar tegenwoordig het gemeentehuis staat. Volgens mij ongeveer tegenover de oude brandweerkazerne. Willem wandelde d’n hille dag rond, ging overal buurten en had overal echt tijd zat. Hoe hij eigenlijk heette weet ik niet.
Jaren later, in de zeventiger jaren liep ik stage voor de lerarenopleiding op de LTS in Oss. Daar zat een rooi manneke met sproeten op de eerste rij en hij stak zijn vingerke op: “Hé mister, bende gij d’r ok enne van de “Spekkoek” uit His? Dan bende nog familie van mèn.” Ik heb hem geantwoord dat ik er enne van den andere Gurts uit His, van de Jan de Mulder was en nie van de “Spekkoek” (Geurts zand- en grindhandel in Heesch). En dat ik vur zo wijt as ik wist ok geen familie van hum was.
Nog enkele bijnamen die me binnen schoten: in de Schutboomstraat woonde “de Malder” (van Uden). Hun zoon Rinie heeft nog bij mij bij de broeders op de lagere school gezeten. Helaas is hij ook al overleden.
Op Zoggel woonde “d’n Toerus” (v.d. Wetering).
Langs de Rijksweg (’t Dorp) woonde Frans “d’n Boi” met zijn kantoorboekhandel. Wat verder woonde d’n aannemer “de Kuijper” (van Herpen). Het “Boerke” (Goossen) die op d’n hoek van het Strôtje (Schoonstraat) volgens mij de Boerenleenbank had. Dan zaten er Toon “Schel” (van Erp) met het café -In de Smidse-, zijn bruur Willie met de garage en dan was er ook nog de smederij van de “Schel”. Daar weer tegenover zat Cel “de Smit” (van Grunsven) die ook een bekwaam hoefsmid was. Richting Kruispunt zat dan rechts nog de zand en grindhandel van Doris “de Krab” (van Schaijk).
Dit zijn slechts enkele van de vele bijnamen van mensen uit Heesch. Er moeten nog ontelbare bijnamen meer zijn die ik niet weet of die wellicht allang vergeten zijn. De bijnamen die terugwijzen naar de afkomst (b.v. Bertus-Dorus-Pietjes) heb ik hier niet vermeld.
Wellicht dat in vermelde namen en bijnamen onvolkomenheden of schrijffouten vermeld staan. Daarvoor nodig ik iedereen uit die te verbeteren en eventueel aan te vullen.