Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Mijn ouders gingen achterom bij de zusters Driek opzoeken, want hij was erg ziek. Stomverbaasd zag mijn vader hem buiten in het zonnetje zitten. ‘Maar Driekus, ze zeiden dat gij ernstig ziek was’. ‘Ja Burgemister’, zei Driek, ‘ik mos gisteren te bed, want ze won me bedienen’.
Met de wijkzuster, zuster Drenth, ben ik eens op bezoek geweest bij Hannes de Krepsmid. Hannes lag in de bedstee, bovenop de erpel en wa strooi. De bedstee was wat krap, daarom had hij achter een gat in de muur geslagen om zijn voeten kwijt te raken!
In de hoogste klas bij meester Corssmit en 's maandags katechismus overhoren. Wie vooraan zat moest de rij achter hem overhoren! Helaas zat ook ik vooraan en op de achterste rij zat een echte rotzak! Bij hem aangekomen kreeg ik te horen: ‘as ge min gin goei punt gift, krijgde straks een groot pak smeer, nondeju’. Ook nog in de klas gezeten bij meester Nikkelen; goed verstaan kon je hem niet, want zijn gebit lag thuis in de linnenkast.
Pastoor de Raad: als mijn vader jarig was kwam hij altijd feliciteren, samen met zijn kapelaans - want die hadden ze toen nog zat. Als hij met zijn vingers op de stoelleuning trommelde, mocht je zijn wijnglas bijvullen. Ik herinner me wel dat hij erg beweeglijke vingers had!
Waar nu Nia Domo staat had je toen een smal grindpad naar het kerkhof. Als je tijd gekomen was, kon je daar toen rustig je ogen sluiten. Tegenwoordig moet je, als je op het Boekelse kerkhof begraven ligt, goed je ogen open houden. Als je niet goed oplet, hebben ze je met zerk en al opgeruimd.
En in de vakanties bij de boeren helpen met hooien. Bovenop de opgetaste hooikar zitten en dan keek je zo op de kont van het paard, waarvan je de teugels vast mocht houden: het paard wist zelf wel de weg naar huis.
Ja, zo kan ik nog wel uren doorgaan herinneringen op te halen: over Cafe 't Menneke, Frans Klaap barbier en schoenlapper, pliesie van de Poel, schoenmaker Beunis, die nooit veel zei, want hij had altijd zijn mond vol spijkers; uren zitten kletsen met Marinuske van Kessel en ga zo maar door. Schitterende tijd, men had plezier met elkaar, ruzie ook, maar men respecteerde elkaar. Verdomme, wat zijn we toch veel kwijt geraakt!!