
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het leest als een spannend jongensboek maar het is echt gebeurd. Willem en Frans Schamp steken die vroege ochtend een akker af, naast hun boerderij aan de Zanddijk. Als Willem de afgegraven aarde op de stalvloer uitstrooit, ziet hij een steen. Denkt hij, maar als hij het optilt, blijkt het een potje. Verbazing en nieuwsgierigheid vechten bij de jonge man om voorrang, zodra er uit het potje gouden munten rollen. “Vooruit Frans, rapen!”, zou Willem opgetogen tegen zijn broer te hebben geroepen.
De jongens en hun vader kunnen maar één ding bedenken: deze belangrijke vondst ten gelde maken. Dus gaan ze op zoek naar een goudwinkeltje in de buurt, om te laten onderzoeken of munten authentiek zijn. Zo dreigt deze oudheidkundige vondst bijna in handen van handige opkopers te belanden, maar daar steekt de oplettende pastoor E. van Hooff een stokje voor. Van Hooff heeft grote historische belangstelling en ziet als één van de eersten het bijzondere in van deze 66 gevonden munten. Door zijn aandringen wordt de vondst later door de broers Schamp vastgelegd door notaris Stael in Grave.
De pastoor gaat bovendien zelf achter de munten aan en weet ze in veiligheid te stellen. Mogelijk krijgt hij de munten aangeboden bij zijn zilveren feest want in De Tijd van 1902 lezen we onder het kopje Kerknieuws dat deze 'eerwaarde feesteling [Van Hooff] een aanzienlijke som in goudstukken' krijgt.
(Lees onder het krantenberichtje verder hoe deze vondst leidt tot Le trésor d'Escharen)
Hoe dan ook krijgen de munten dankzij de pastoor meer bekendheid. In het Museum, maandblad voor Philologie en Geschiedenis schrijft dr. C. Wilde over de toevallige opgraving. Landelijke kranten pikken vervolgens het nieuws op. "Escharen is een klein brabantsch dorpje gelegen aan een reeds zeer oud, waarschijnlijk romeinschen weg die beneden de Maas liep. In April vond een landbouwer bij het afgraven van zijn akker een oud frankisch potje, dat 60 goudstukken bleek te bevatten, vertegenwoordigende 36 verschillende typen", lezen we in augustus 1897 in het Algemeen Handelsblad. De naam van een spectaculaire vondst is gevestigd. En dat blijft zo.
Ook decennia later halen de munten nog de krant. Zo schrijft dagblad Trouw in 1969 dat professor Jean Lafaurie, conservator van het penningkabinet in Parijs, de munten heeft bestudeerd en de ouderdom heeft bepaald tussen 620 en 625. Lafaurie schrijft er een verhandeling over onder de tot de verbeelding titel: Le trésor d’Escharen.