
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Voor het kneden van het deeg voor het roggebrood had Vader een stevige trog gemaakt van hout, 75 cm breed, misschien 150 cm lang en 40 cm diep. Hij stond op poten, zo’n 80 cm van de grond. Het kneden in de trog gebeurde door m’n oudere broers.
Als kind wilde ik dat ook wel eens proberen, maar was dat al snel moe, ook omdat het zwaar werk was. En voor je de trog verliet, moest wel het deeg van de voeten geschraapt worden. Het deeg voor het normale brood maakte Moeke in een 80 cm vierkante broodbak.
Regelmatig heb ik de bakoven gestookt. Eerst moest de gietijzeren fornuis ketel (Merk Komeet) nog verplaatst worden, die stond onder hetzelfde rookkanaal. Met deze fornuisketel werd de ene week de was, de andere week de varkensketel gekookt. De vuurvaste stenen van de oven waren in het begin geel van kleur, maar naarmate je stookte werden ze zwart, tot langzaam de kleur geel weer terugkwam.
Dat was het teken dat de oven op de goede temperatuur was. Ik ging dat dan snel aan vader vertellen. Deze onderbrak dan zijn timmerwerk om het brandend houtskool met een schraper uit de oven te verwijderen. Die viel dan in een voor de oven staande ijzeren ton die daarna afgedekt werd met een natte jute zak. Hierna werd de oven met een stok waaraan een stuk natte jute zat, de ovenvloer nog eens extra schoongeveegd.
Moeke had intussen het deeg in de beschikbare blikken gedaan, de rest van het brooddeeg werd gebakken als vloerbrood. Vader schoof met behulp van de “inschieter” het brood in de oven, tegelijk met de door ons gemaakte broodfiguren. De stookopening werd met een ijzeren deur afgesloten. Na afloop van de baktijd waren we allemaal benieuwd hoe het brood er uit zag, en vooral de door óns gemaakte broodfiguren.
Het aantal broden weet ik me niet te herinneren, maar met een gezin van 11 personen is er wel wat brood nodig op de plank. Ongeveer om de twee weken werd er gebakken, de broden werden in de kelder op de vloer bewaard. Voordat het brood aangesneden werd, maakte we er altijd eerst met het broodmes een kruisteken over.
Bij het vloerbrood zaten aan de onderkant altijd wel enige stukjes houtkool, doordat de ovenvloer niet geheel zuiver was geweest. De boterhammen bestonden uit een snee mik waarop beleg en daarop een snee roggebrood.
Het beleg bestond meestal uit boter, spek en suiker. Een bordje kende we niet, we besmeerden en sneden ons brood gewoon op het tafelblad.
De bakoven is tot in de begin jaren van ‘50 in gebruik geweest.