In Berkel-Enschot staat de enige* Trappistenbrouwerij van Nederland. Hier worden in samenwerking met de monniken van de abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven “La Trappe”-bieren ontwikkeld en gebrouwen.
La Trappe bieren
In 1880 vestigden zich Franse Trappisten in Berkel-Enschot op een voormalige bezitting van koning Wilem II, die daarom “Koningshoeven” werd genoemd, een complex van enkele boerderijen en een oude schaapskooi. De monniken begonnen met het ontginnen van de schrale heidegrond, maar dat bleek meer te kosten dan op te leveren.
Abdij Koningshoeven
Omdat het boerenbedrijf dus niet in de primaire levensbehoeften kon voorzien, besloot de eerste overste, Nivardus Schweykart, in 1884 een brouwerij te beginnen. Schweykart was zelf zoon van een brouwer. Hij stuurde de lekenbroeder Isidorus Laaber naar München om het brouwvak te leren.
Trappisten van Koningshoeven
Traditioneel werd in de regio alleen maar bier van hoge gisting geproduceerd. De abdij besloot zich daarom te concentreren op bier van lage gisting. Laaber had in Beieren geleerd pils te brouwen. Dat paste ook goed bij de veranderende smaak van het publiek, dat in deze jaren al meer de voorkeur begon te geven aan het zogenaamde “Beiers bier”.
Stella Artois
In 1920 werd het brouwhuis gemoderniseerd en ondanks de moeilijke periode van de oorlog, groeide de brouwerij daarna gestaag uit tot een middelgroot bedrijf dat in 1968 donker bier, Pils, Dortmunder, Super en Bock produceerde. Maar het werk begon de monniken boven het hoofd te groeien en de abdij zocht samenwerking met andere brouwerijen. De apparatuur werd verkocht en het brouwen uitbesteed aan brouwerij Artois te Leuven. In 1969 sloot men een huurcontract voor een periode van tien jaar.
In die periode nam Artois ook de Dommelsche Bierbrouwerij over en verlengde daarom het contract in 1979 niet meer. De burger-werknemers werden overgeplaatst naar Dommelen en de paters namen vanaf 1980 weer zelf het brouwen ter hand.
La Trappe
In 1980 begon men op basis van receptuur uit de jaren vijftig opnieuw een bier van hoge gisting te brouwen onder de merknaam “La Trappe”. Bovendien werd het aantal biersoorten verder uitgebreid. Wederom ging het commercieel gezien te goed met de brouwerij en zochten de paters na bijna twintig jaar voor de tweede keer samenwerking met een commerciële brouwer. Die partner werd in 1999 Brouwerij Bavaria uit Lieshout. Op 1 september 1999 wijzigde de naam van de brouwerij van Trappistenbierbrouwerij De Schaapskooi in Brouwerij De Koningshoeven.
* Noot van de redactie: In 2013 startte ook de Abdij Maria Toevlucht in Zundert met het brouwen van trappistenbier. Sindsdien is De Koningshoeven niet meer de enige trappistenbrouwerij in Nederland.
ik ben zeer onder de indruk van het verhaal en de uitzending op tv 6 febr. is er een mogelijkheid om uw klooster en brouwerij te bezoeken. wij zijn met zijn tweeën graag zou ik van u horen . hartelijke groet Nico en wim
Gerard H.A.A. de Bie
zei op 8 maart 2017 om 20:57
In 1992 deed de nieuwe pastoor van Boekel; Looyaard, mee in de Carnavalsoptocht als Trappistenbier-directeur met als opschriften : “Looyaard abdijbier” & “Nou hebben we in Boekel wa we nodig han, unne pastoor die ’t nie alleen lust mar ook brouwen kan” Link naar verhaal van die optocht : https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/carnaval-1992-met-3-gemeentes-in-1-optocht
Wim Schoorl
zei op 14 mei 2017 om 06:52
Graag wil ik hier even reageren: Broeder Isidorus Laaber was geen monnik maar lekebroeder.
De Lekebroeders waren geen monniken maar medewerkers van (koor-)monniken (Paters). Broeders hadden eigen dagindeling en meer arbeid-tijd en geen stemrecht. Sinds 1966 bestaat de lekebroederschap niet meer. Broeders werden ook 'monnik' genoemd.
Rien Wols
bhiczei op 16 mei 2017 om 12:34
Bedankt voor die aanvulling, Wim. Ik heb de tekst aangepast, want zoals je zegt, de term 'monnik' werd zowel voor de paters als de broeders gebruikt, maar op deze manier kan er in ieder geval geen misverstand ontstaan.
Gerard Veltman
zei op 14 juni 2020 om 15:15
Begin jaren 60 heb ik met veel plezier 6 lagertanks geplaatst vanuit de Firma Smolders in Haaren. Om wat te drinken te hebben kregen we 3 bonnetjes voor een flesje Bier per dag. En als we de schilder (broeder) een paar pepermuntjes gaven kregen we er nog 2 bij. Aan Harrie de smidsbaas, waar we veel mee te maken hadden vroeg ik waarom dat als de broeders tegenover de smederij even achter de schutting naar de waterplaats gingen, een heel klein puntmutsje op zetten wat vast zat aan de pij? als antwoord kreeg ik: als de broeder naar beneden kijkt valt het mutsje af en kijken mag niet !
Marilou Nillesen
bhiczei op 14 juni 2020 om 22:23
Hartelijk dank voor deze bijdrage, Gerard. Het is voor mij de eerste keer dat ik dit hoor, en tegelijkertijd kijk ik er ook weer niet heel erg van op. Goed dat je het hier meldt, wie weet roept het bij anderen herkenning op?
