
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In het R.K. Begraafregister van Wouw 1640-1776 1780-1782 (DTB-7) is genoteerd dat “in het noodlottige jaar 1747” 352 mensen de dood hebben gevonden als gevolg van “terreur, honger en andere ellende van de oorlog en de strijdende partijen”. Hoewel er over het beleg veel is geschreven, viel het me op dat er nauwelijks gesproken wordt over die (burger) doden. Althans, ik heb het niet gevonden.
Anonieme ets van het Beleg van Bergen op Zoom, 1747. Collectie Rijksmuseum, objectnr. RP-P-OB-77.489.
Wouw is trouwens de enige plaats waar ik zo’n vermelding over de oorlogsslachtoffers ben tegengekomen. Ik heb daarom op de site van het West-Brabants Archief in de gedigitaliseerde registers de "dooden" in Bergen op Zoom en de omliggende plaatsen geteld en over mijn resultaten een verhaal samengesteld.
In 1747 is de Republiek der Verenigde Nederlanden in oorlog met Frankrijk. De Fransen rukken op naar het noorden en beginnen in juli de belegering van Bergen op Zoom. Op 16 september doen ze wat iedereen tot op dat moment voor onmogelijk had gehouden: ze nemen de stad in en richten daarna enorme verwoestingen aan.
Ingekleurde ets, Gezicht op de inname en plundering van Bergen op Zoom door de Fransen in 1747. Collectie Rijksmuseum, objectnr. RP-P-1960-569.
De bezetting van de stad door de Fransen duurt tot na de Vrede van Aken eind 1748. Ze beheersen in die tijd niet alleen de stad, maar ook het westelijk deel van het Markizaat (Zandvliet, Bergen op Zoom en tussenliggende gebieden). De rest van West Brabant en de vesting Breda blijven in Staatse handen. Zeker in de laatste maanden van 1747 proberen de Fransen regelmatig verwarring en paniek te stichten dat gebied.
Ets naar tekening van Cornelis Pronk, Ruïne van de Grote Kerk van Bergen op Zoom, 1748 Collectie Rijksmuseum, objectnr. RP-P-1921-406.
Zo nemen ze gijzelaars in verschillende dorpen als Roosendaal, Etten en Hoeven, doorgaans vooraanstaande figuren, om die plaatsen te dwingen te voorzien in de behoeften van het Franse bezettingsleger. Als de geallieerden eind 1747 hun verdedigingslinies beter op orde hebben, neemt de Franse activiteit op dit gebied af.
In het West- en Zuidkwartier van het Markizaat en in de stad Steenbergen en omgeving zijn in die jaren de meeste doden gevallen. In de rest van West Brabant zijn in 1747 en 1748 ook substantieel meer doden gevallen dan in de jaren daarvoor. De aanwezigheid van grote legermachten die inkwartiering kregen in de dorpen, zeker in de wintermaanden, speelt daar waarschijnlijk een flinke rol in. De lokale gemeenschappen moesten in de behoeften van de manschappen.
Er heerste in die jaren ook veepest, waaraan grote aantallen dieren stierven. Besmettelijke ziekten als buikloop deden ook hun werk. En omdat grote gebieden ter verdediging onder water waren gezet, had men ook te kampen met een flink verlies aan landbouwgronden. Belegeringen en veldtochten brachten grote schade toe, zowel aan de belegerde steden alsook aan het omringende platteland. En het maakte de gewone bevolking niet veel uit of het nu een bevriend of vijandelijk leger betrof... Lees hier mijn volledige verhaal. (4 MB)